Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 juni 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de repliek, met bijlagen;
- de dupliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft eiseres, die handelt onder de naam [handelsnaam], een vordering ingesteld tegen gedaagde, die wordt vertegenwoordigd door mr. W. Vahl. De vordering betreft de nakoming van een borgstellingsovereenkomst die volgens eiseres is gesloten op 4 september 2023 met Chaam-Trans B.V. Eiseres stelt dat gedaagde zich in privé borg heeft gesteld voor alle schulden die voortvloeien uit deze overeenkomst. Eiseres heeft Chaam gedagvaard en een verstekvonnis verkregen, maar Chaam heeft de verschuldigde bedragen niet betaald. Eiseres vordert nu dat gedaagde als borgsteller wordt veroordeeld tot betaling van de vordering en de gemaakte executiekosten.
Gedaagde betwist echter dat hij zich in privé borg heeft gesteld en stelt dat hij geen partij is bij de overeenkomst. De kantonrechter heeft de eis van eiseres afgewezen, omdat niet is gebleken dat gedaagde zich privé borg heeft gesteld. De kantonrechter oordeelt dat de handtekening onder de overeenkomst niet van gedaagde is en dat er geen andere bewijsstukken zijn die de borgstelling ondersteunen. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 677,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.