Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de impliciet primair ten laste gelegde poging tot doodslag;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar met bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het reclasseringsrapport van 23 september 2024;
- oplegging aan de verdachte van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (Sr);
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/227354-21.
- terbeschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden betreffende zijn gedrag zoals deze zijn genoemd in het rapport van Reclassering Nederland van 16 januari 2025 inclusief een contactverbod met het slachtoffer, met bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling;
- oplegging aan de verdachte van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 10/227354-21.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering maatregel
8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
ter beschikking wordt gesteld;
- de veroordeelde maakt zich niet schuldig aan het plegen van strafbare feiten;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht; daaronder wordt onder meer begrepen: het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, zijn medewerking verlenen aan huisbezoeken, laat één of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien, het zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering, het overleggen van een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is, de reclassering inzicht geven in de voortgang van zijn begeleiding en/of behandeling door andere instelling of hulpverleners, zich niet zonder toestemming van de reclassering vestigen op een ander adres, zijn medewerking verlenen aan het uitwisselen van informatie van personen en instanties die contact hebben met de veroordeelde indien dat van belang is voor het toezicht;
- de veroordeelde laat zich opnemen en zal verblijven in een Forensische Psychiatrische Adeling (FPA) of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de zorginstelling en reclassering dat nodig vinden. Indien er niet meteen plek is in de zorginstelling, werkt de veroordeelde mee aan overbruggingszorg elders. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die door de zorginstelling worden gegeven. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling, indien de zorginstelling dat nodig vindt;
- de veroordeelde zal aansluitend aan de klinische opname zich onder ambulante behandeling stellen van een nader door de reclassering te bepalen forensische polikliniek of een soortgelijke zorgverlener voor zijn problematiek. De behandeling duurt zolang de zorginstelling en de reclassering dat nodig vinden. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling indien de zorgverlener dat nodig vindt;
- als de reclassering dat nodig vindt en de veroordeelde daarmee instemt, kan de veroordeelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of een andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
- de veroordeelde zal niet vertrekken naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zonder toestemming van de reclassering;
- de veroordeelde zal verblijven in een instelling voor beschermd of begeleid wonen, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start na afloop van de klinische opname en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- de veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
- de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met aangever [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1990 te [geboorteplaats 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
€ 2.137,64 (zegge: tweeduizend honderdzevenendertig euro en vierenzestig cent), bestaande uit € 137,64 aan materiële schade en € 2000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 2.137,64 (hoofdsom
zegge: tweeduizend honderdzevenendertig euro en vierenzestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.137,64 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
31 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;