Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres],
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit, te weten het overtreden van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) in die zin dat sprake is van zeer onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twee jaar;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 96-309743-22.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vordering tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van een (1) maand;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
algemene voorwaardeniet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een
bijzondere voorwaardeniet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
de bevoegdheid motorrijtuigente besturen voor de tijd van
5 (vijf) maanden;
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) dagen;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 13 april 2023 van de kantonrechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van
5 (vijf) maanden.