In deze zaak vordert Grobel III B.V. dat gedaagde, die sinds 1 augustus 2016 een woning huurt, de huurachterstand met rente en kosten betaalt en dat de huurovereenkomst wordt ontbonden. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de huurachterstand van € 20.460,42 moet betalen, maar stelt deze vast op een lager bedrag omdat de huurverhoging gebaseerd was op een oneerlijk beding. De rente en kosten worden afgewezen vanwege een oneerlijk boetebeding in de algemene voorwaarden van Grobel III. De kantonrechter vernietigt het opslagbeding in de huurovereenkomst, omdat de opslag van maximaal 5% niet nodig is om kostenstijgingen te compenseren. De huurovereenkomst wordt ontbonden omdat gedaagde niet tijdig heeft betaald, wat leidt tot een huurachterstand die ernstig genoeg is om de overeenkomst te beëindigen. Gedaagde moet de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis ontruimen en de huur of een gebruiksvergoeding blijven betalen. De kantonrechter wijst ook de incassokosten en rente af, omdat deze gebaseerd zijn op een oneerlijke bepaling. Gedaagde wordt verder veroordeeld in de proceskosten van € 2.492,72. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.