ECLI:NL:RBROT:2025:5108

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 maart 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
C/10/695016 / FA RK 25-1492
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie en diabetes

Op 17 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De betrokkene, geboren in 1951, lijdt aan schizofrenie en diabetes en heeft sinds 2010 psychiatrische zorg ontvangen in een verplicht kader. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was om zich te laten horen tijdens de mondelinge behandeling, waarbij haar advocaat en een verpleegkundige aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene's psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en verwaarlozing. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van vierentwintig maanden, ingaande op 17 maart 2025, en heeft de verzoeken om andere vormen van verplichte zorg afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J.M.L. van Mulbregt en schriftelijk uitgewerkt op 31 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/695016 / FA RK 25-1492
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 17 maart 2025 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1951, [geboorteplaats] , [geboorteland] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. I. Saey te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 25 februari 2025.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door M. van Verschuer, psychiater, van 19 februari 2025;
  • de zorgkaart van 17 februari 2025;
  • het zorgplan van 11 februari 2025;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 maart 2025. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • de hiervoor genoemde advocaat van betrokkene;
  • [persoon A] , verpleegkundige en ambulant behandelaar (hierna: behandelaar), verbonden aan Antes.
Betrokkene is niet verschenen.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. De advocaat verklaart dat zij gemachtigd is om namens betrokkene het woord te voeren en dat betrokkene op de hoogte is van het plaatsvinden van de mondelinge behandeling. Betrokkene is net terug is uit het ziekenhuis en is thuis herstellende van een longontsteking. Zij wilde niet dat de mondelinge behandeling bij haar thuis plaats zou vinden, en evenmin wilde zij naar de rechtbank komen. De advocaat verklaart verder dat betrokkene ook niet de behoefte heeft om telefonisch gehoord te worden.
2.2.
Bij beschikking van deze rechtbank is op grond van artikel 6:4 Wvggz op
2 april 2024 een zorgmachtiging verleend tot en met 2 april 2025. De officier heeft op
25 februari 2025 een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de
duur van vierentwintig maanden.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie. Daarnaast is betrokkene bekend met diabetes.
2.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat betrokkene sinds 2010 psychiatrische zorg krijgt in een verplicht kader. Betrokkene weigerde zorg op vrijwillige basis en zwierf in het verleden op straat rond uit angst voor indringers in haar huis; anderen werden door haar agressief benaderd, betrokkene verwaarloosde zichzelf en veroorzaakte overlast. Gedurende het verplichte zorgtraject is betrokkene op zeker moment ingesteld op depotmedicatie, waardoor de psychotische verschijnselen nu grotendeels in remissie lijken.
Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de behandelaar dat het best redelijk met betrokkene gaat. Ze woont momenteel in een BW waar zestien uur per dag begeleiding aanwezig is. Betrokkene krijgt onder meer hulp bij haar financiën, eten en drinken, haar kamer aan kant houden en dagbesteding. Eens per twee weken worden haar antipsychotica per depot toegediend door Thuiszorg. Volgens de behandelaar accepteert betrokkene dit omdat het verplicht is, en erkent betrokkene dit zelf ook. Zonder zorgmachtiging is de verwachting dat betrokkene opnieuw zorg zal weigeren en daardoor decompenseert; daarbij bestaat het risico dat ze ook haar diabetesmedicatie niet langer inneemt, omdat betrokkene ontkent dat ze ziek is. Dit vormt een groot gevaar voor de lichamelijke gezondheid van betrokkene.
De behandelaar verklaart verder dat ze om de drie maanden bij betrokkene langsgaat om te kijken hoe het gaat, maar dat ze weinig omkijken meer heeft naar betrokkene vanwege de ondersteuning die zij reeds in de BW ontvangt.
2.5.
Om een crisissituatie af te wenden, ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.7.
De advocaat refereert zich aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de vraag of de zorgmachtiging moet worden verleend. Namens betrokkene bepleit de advocaat met betrekking tot de zorgvormen dat het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie moeten worden afgewezen, omdat deze zorgvormen al lange tijd niet nodig zijn geweest en daarom niet langer voorzienbaar zijn. De behandelaar bevestigt dat het zeker drie à vier jaar geleden is dat betrokkene voor het laatst werd opgenomen in een kliniek en deelt het standpunt dat een opname op dit moment niet voorzienbaar is.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken.
2.8.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het beperken van de bewegingsvrijheid, het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het opnemen in een accommodatie, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.9.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Betrokkene heeft gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar verplichte zorg gehad. De zorgmachtiging zal aansluitend op een zorgmachtiging zal daarom conform het verzoek worden verleend voor de duur van vierentwintig maanden ingang van vandaag.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.7. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 maart 2027;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 17 maart 2025 mondeling gegeven door mr. J.M.L. van Mulbregt, rechter, in tegenwoordigheid van J.K.K. van der Torre, griffier, en op 31 maart 2025 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.