De Gemeente vordert in de hoofdzaak om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat St. Nicolaas toerekenbaar tekort komt in de nakoming van de tussen partijen gemaakte afspraken, in het bijzonder die volgen uit het bestek, door het niet tijdig verwijderen van het puingranulaat van de in het bestek bedoelde gronden;
II. St. Nicolaas te veroordelen om uiterlijk binnen zeven dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen eindvonnis, dan wel op een nader door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum het puingranulaat als aangeduid in bijlage 3 geheel af te voeren c.q. te verwijderen en verwijderd te houden van de gronden die in de dagvaarding aangeduid worden als de gronden die vallen onder fasen 1 t/m 4 als bedoeld in bijlage 1, op straffe van het verbeuren van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat St. Nicolaas hiermee in gebreke blijft met een maximum van € 250.000,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, en met machtiging van de Gemeente om, indien St. Nicolaas nalatig blijft aan het voormelde te voldoen, dit zelf te doen uitvoeren op kosten van St. Nicolaas, en desgewenst onder zodanige voorwaarden als de rechtbank zal beoordelen;
III. St. Nicolaas te veroordelen tot vergoeding van de schade, op te maken bij staat, die de Gemeente lijdt door het niet tijdig verwijderen van het puingranulaat door St. Nicolaas, waaronder tevens wordt verstaan: eventuele vervolgschade, waaronder vallen de door de projectontwikkelaar ingediende claims, rechtens op rechtmatigheid te beoordelen;
met veroordeling van St. Nicolaas in de proceskosten (met rente) en de nakosten.