ECLI:NL:RBROT:2025:5087

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
11400775 CV EXPL 24-5110
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop van een tweedehands auto met non-conformiteit en de gevolgen van ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak heeft eiseres op 5 juni 2024 een tweedehands Opel Astra gekocht van gedaagde. Eiseres stelt dat de auto niet voldoet aan de overeenkomst, omdat deze gebreken vertoont, waaronder brandende storingslampjes en een tikkend geluid uit de motor. Na de aankoop heeft eiseres gedaagde in gebreke gesteld en de overeenkomst per e-mail op 30 juli 2024 ontbonden. Eiseres vordert een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden, terugbetaling van de koopsom van € 2.514,- en schadevergoeding voor gemaakte kosten. Gedaagde betwist dat er sprake is van gebreken en stelt dat de auto zonder garantie is verkocht.

De kantonrechter oordeelt dat eiseres grotendeels gelijk krijgt. De auto vertoont gebreken die maken dat deze niet voldoet aan de koopovereenkomst, en gedaagde heeft niet aangetoond dat deze gebreken niet aanwezig waren op het moment van levering. De kantonrechter wijst de vordering tot terugbetaling van de koopprijs toe, maar stelt deze vast op € 1.749,- in plaats van het gevorderde bedrag. Daarnaast worden buitengerechtelijke incassokosten en onderzoekskosten toegewezen. Gedaagde wordt veroordeeld tot het verstrekken van een vrijwaringsbewijs en moet de proceskosten betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 11400775 CV EXPL 24-5110
datum uitspraak: 24 april 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
woonplaats: [plaats 1] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. S. Yadegari,
tegen
[gedaagde], die handelt onder de naam [handelsnaam] ,
woonplaats: [plaats 2] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 13 maart 2025 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de e-mail van [gedaagde] van 26 maart 2025.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[eiseres] heeft op 5 juni 2024 een Opel Astra met [kenteken] gekocht van [gedaagde] . Volgens [eiseres] voldoet de auto niet aan de overeenkomst. Bij brief van 26 juni 2024 heeft zij [gedaagde] in gebreke gesteld ter zake van een aantal problemen waaronder brandende storingslampjes, een tikkend geluid vanuit de motor en slechte banden.
[eiseres] heeft de overeenkomst per e-mail van 30 juli 2024 ontbonden.
2.2.
[eiseres] eist een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buiten-gerechtelijk is ontbonden of dat de overeenkomst alsnog wordt ontbonden op grond van non-conformiteit of vernietigd op grond van dwaling, en terugbetaling van de koopsom ad
€ 2.514,-, vermeerderd met rente en € 455,54 aan buitengerechtelijke incassokosten, of dat de auto kosteloos wordt hersteld. Daarnaast vordert zij € 647,78 aan schadevergoeding inzake gemaakte kosten (motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremies en onderzoeks-kosten), vermeerderd met rente en € 117,61 aan buitengerechtelijke incassokosten. Tenslotte dient [gedaagde] de auto te vrijwaren, op straffe van een dwangsom, en de proceskosten te betalen.
2.3.
[gedaagde] voert aan dat hij de overeenkomst is nagekomen. In de kern komt zijn verweer er op neer dat er geen sprake is van gebreken (behalve een defecte koelvloeistof-sensor) en dat de auto zonder garantie is verkocht zodat volledig herstel niet van hem kan worden verlangd.
De uitkomst van de zaak
2.4.
[eiseres] krijgt grotendeels gelijk, de verklaring van recht en de overschrijving van de auto worden toegewezen, qua geld moet [gedaagde] de koopprijs terugbetalen maar dan wel een lager bedrag dan gevorderd, de buitengerechtelijke incassokosten over de koopprijs en de € 50,- aan onderzoekskosten, vermeerderd met rente, de rest wordt afgewezen. Hieronder wordt uitgelegd waarom.
Het wettelijk kader met betrekking tot non-conformiteit
2.5.
Op grond van artikel 7:17 lid 2 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) mag de koper, gelet op de aard van de zaak en de mededelingen van de verkoper, verwachten dat de gekochte zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Een gebrek levert geen
non-conformiteit op als de koper op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst hiermee bekend was dan wel redelijkerwijs bekend had kunnen zijn (artikel 7:17 lid 5 BW).
In het geval van de koop van een (tweedehands) auto waarvan de verkoper weet dat deze door de koper wordt gekocht om daarmee aan het verkeer deel te nemen, moet als regel worden aangenomen dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst indien als gevolg van een daaraan klevend gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden hersteld, zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren [1] .
2.6.
Wat [eiseres] op basis van de overeenkomst had kunnen of moeten verwachten, wordt dus bepaald aan de hand van wat partijen over en weer hebben afgesproken, de mededelingsplicht van [gedaagde] en de onderzoeksplicht van [eiseres] . Voldoet [eiseres] niet aan die onderzoeksplicht, dan komt haar geen beroep toe op non-conformiteit.
Het enkele gegeven dat er geen garantie wordt gegeven, is onvoldoende om op
[eiseres] een onderzoeksplicht te laten rusten. Wel dient [eiseres] dan te tellen als een gewaarschuwd mens.
De gebreken
2.7.
Voorop gesteld wordt dat hier sprake is van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 BW nu [gedaagde] handelt in het kader van zijn bedrijfsactiviteit en [eiseres] een consument is.
2.8.
[gedaagde] stelt dat de auto ten tijde van de levering conform de koopovereenkomst was. [eiseres] heeft immers probleemloos met de auto gereden tijdens een proefrit, de auto heeft een geldige APK-keuring tot 26 januari 2025 en de auto is zonder garantie verkocht. Daarnaast betreft het een tweedehands auto van 19 jaar oud met een kilometerstand van 240.745 km. Het klopt dat de sensor van de koelvloeistof defect is, maar dat stond in de advertentie, aldus [gedaagde] .
2.9.
Volgens [eiseres] hoefde zij niet te verwachten dat de auto al op de terugweg naar huis direct na de aankoop essentiële gebreken vertoonde. [eiseres] verwijst hierbij naar de volgende rapportages. Op 20 en 30 juni 2024 heeft [autobedrijf] de auto onderzocht. Tijdens het eerste onderzoek wordt een deel van de onder 2.1 genoemde gebreken geconstateerd, namelijk een defecte aircopomp, zwaar vervuilde motorolie, achterbanden die lawaai maken, slechte voorbanden, sensor expansievat (dat inhoudt dat de koelvloeistof leeg is) en een motor die tikkend geluid maakt. Tijdens het tweede onderzoek komt daar nog bij dat de claxon niet origineel is gerepareerd.
Op 2 september 2024 heeft [expertisebedrijf] de auto onderzocht. Die bevindingen luiden – verkort weergegeven - als volgt:
1)
Tikkende motor: als er een tik hoorbaar is, zit er ergens speling in de motor. Speling is slijtage welke ervoor kan zorgen dat de motor kapot loopt. Hiervoor dient verdere diagnose gesteld te worden door de motor uit elkaar te halen en te zien waar slijtage ontstaat.
2)
Koelvloeistof melding in het instrumentenpaneel: het koelvloeistofpeil is in orde toch is er een melding dat het peil te laag zou zijn. Dit is bij Opel een probleem wat vaker voorkomt en verholpen kan worden door het koelvloeistofreservoir met sensor te vervangen.
3)
Motorstoring: in de motorcomputer staat de storing P0136 02 Sensor Circuit High Voltage en heeft betrekking op de achterste zuurstofsensor welke in de uitlaat zit. Deze sensor dient de controle uit te voeren van de katalysator. Deze storing wordt opgeslagen als de lambdasonde defect is, als er een luchtlekkage in de uitlaat aanwezig is of als de katalysator defect is. We zien dat er in het verleden aan de uitlaat gelast is, de uitlaat lekt niet dus we kunnen ervan uitgaan dat er geen luchtlekkage is. Wanneer we de meetwaarde bekijken zien we dat de lambdasonde een constant signaal afgeeft aan de motorcomputer. Hiermee kunnen we concluderen dat de lambdasonde defect is en niet de katalysator. De achterste lambdasonde dient vervangen te worden.
4)
Brandstofniveau meter zakt: af en toe zakt de brandstofniveau meter in het instrumentenpaneel. We zien dit ook terug in de storingen welke we uitlezen, uit ervaring weten we dat de brandstofpomp welke zich in de brandstoftank bevindt defect is.
5)
Claxon werkt niet: de claxon is inmiddels gerepareerd maar we zien dat de claxon button op een heel andere plek is gemonteerd dan dat deze origineel hoort te zitten. De claxon button is links op de interieurkap gemonteerd. Wanneer er een gevaarlijke situatie ontstaat op de weg kan er niet snel genoeg worden gereageerd om de claxon te bedienen omdat deze op een niet logische plek zit.
6)
Achterdeur gaat niet op slot: de linker achter portier gaat niet op slot wanneer de auto op slot wordt gezet omdat het portierslot defect is.
7)
Voor- en achterbanden: tijdens het rijden horen we een zoemend geluid vanaf de achterzijde van de auto. Na controle constateren we dat de voorbanden versleten zijn, er zit bijna geen profiel meer op en er zijn delen rubber welke los zijn. De achterbanden maken het geluid, deze zijn gecupt. Dat betekent dat er vlakke delen aanwezig zijn op de banden en niet meer volledig rond zijn. De vlakke delen maken het geluid.
8)
Airco werkt niet: we hebben de meetwaarden bekeken en zien dat er geen aircogas meer aanwezig is in het aircosysteem waardoor de airco niet meer werkt. Er is ergens een lekkage aanwezig welke verder zal moeten worden onderzocht en verholpen zodat de airco weer zal werken.
9)
De distributieriem: er is een sticker onder de motorkap te zien wanneer de distributieriem voor het laatst vervangen is. Als de riem breekt, ontstaat er schade in de motor waardoor deze vervangen dient te worden. De distributieriem dient dringend te worden vervangen.
[expertisebedrijf] concludeert ten slotte dat gezien de klachten een dag na de aankoop werden ervaren de motorstoringen zijn gewist voordat de auto werd gekocht, de storing wordt na iets meer dan 50 kilometer rijden opgeslagen. De andere klachten zijn bijkomende klachten die niet ineens ontstaan binnen een dag, de auto is niet goed gecontroleerd voor de verkoop.
2.10.
In zijn algemeenheid geldt dat een koper bij de koop van een tweedehands auto van een dergelijke leeftijd en kilometerstand moet accepteren dat op een zeker moment bepaalde gebreken aan de auto zich kunnen voordoen. Zolang die gebreken er niet aan in de weg staan dat met de auto op een veilige manier aan het verkeer kan worden deelgenomen, is van non-conformiteit in beginsel geen sprake. Gelet op de omstandigheid dat partijen geen garantie zijn overeengekomen, zal herstel van een niet-essentieel gebrek aan de auto in dat geval niet snel voor rekening van [gedaagde] zijn.
2.11.
Met betrekking tot de motorstoringen en de distributieriem wordt als volgt overwogen. [gedaagde] heeft de rapportages van [autobedrijf] en [expertisebedrijf] niet inhoudelijk betwist en ook niet dat deze gebreken maken dat de auto niet op een veilige manier aan het verkeer kan deelnemen zodat er van uit gegaan wordt dat de auto op deze punten gebrekkig is en dat van een eenvoudig te herstellen gebrek geen sprake is.
2.12.
Voor zover [gedaagde] aanvoert dat deze gebreken eenvoudig aan het licht had kunnen komen bij een onderzoek door [eiseres] voorafgaand aan de koop, geldt het volgende. Volgens [eiseres] stond in de advertentie dat de distributieriem vervangen is. Volgens [gedaagde] stond er in de advertentie dat de riem ‘een keertje’ is vervangen. Nu de advertentie-tekst niet meer beschikbaar is, kan niet vastgesteld worden wat daarover precies in stond met betrekking tot de distributieriem.
2.12.1.
[gedaagde] voert aan dat de distributieriem is vervangen bij een kilometerstand van 148.000 km. Ten tijde van de verkoop was de kilometerstand 240.745 km zodat [eiseres] moest weten dat de riem over 60.000 km weer vervangen moest worden. Dat moet namelijk altijd nadat er tussen de 150.000 en 170.000 kilometer met een auto is gereden, aldus [gedaagde] . [eiseres] kon echter geen 60.000 km meer rijden met de distributieriem gelet op de constatering van [expertisebedrijf] dat de distributieriem dringend vervangen dient te worden. Een rondgang op diverse autowebsites (ANWB, Autoweek, Autoweetjes) leert dat het moment waarop de distributieriem vervangen dient te worden per automerk kan verschillen en dat naast het aantal gereden kilometers ook de leeftijd van de distributieriem, de leeftijd van de auto en de wijze van gebruik van de auto van invloed zijn voor het moment waarop deze vervangen moet worden. In het onderhoudsboekje van de auto staat doorgaans wanneer de distributieriem voor het laatst vervangen is en wanneer deze weer aan vervanging toe is. Uit de rapportage van [expertisebedrijf] volgt dat het onderhoudsboekje ontbreekt, [gedaagde] heeft dit niet weersproken zodat het ervoor gehouden moet worden dat dit boekje ontbreekt. Dat leidt tot de conclusie dat [eiseres] er ten tijde van de aankoop niet op eenvoudige manier achter kon komen dat de distributieriem op was.
2.12.2.
De motorstoringen heeft [eiseres] evenmin eenvoudig kunnen ontdekken. [expertisebedrijf] heeft namelijk geconcludeerd dat de motor gereset moet zijn waardoor de storingen zijn gewist en, naar de kantonrechter begrijpt, de controlelampjes tijdelijk niet meer branden en pas na 50 km weer gaan branden. Vast staat dat de controlelampjes tijdens de proefrit niet hebben gebrand. [gedaagde] heeft het voorgaande niet weersproken, net als dat hij niet heeft weersproken dat de proefrit maar kort was, enkel een stukje over de dijk bij het bedrijf van [gedaagde] . Het lijkt erop dat de proefrit te kort was om de lampjes weer te doen branden. Dit alles betekent dat [gedaagde] met betrekking tot deze gebreken een auto heeft geleverd aan [eiseres] die niet voldoet aan de koopovereenkomst.
2.13.
[gedaagde] heeft niet gesteld dat hij enige mededelingen omtrent deze gebreken heeft gedaan voorafgaand aan de koop zodat [eiseres] ook op deze wijze hiermee niet bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn ten tijde van de koop. Ervan uitgaande dat de advertentie (zoals [gedaagde] aanvoert) heeft vermeld dat de distributieriem ‘een keertje’ vervangen is, zal dit eerder bij een consument de indruk wekken dat vervanging op korte termijn niet aan de orde is. [eiseres] hoefde bij de koop dus niet te verwachten dat zij de distributieriem direct moest vervangen.
2.14.
Dit alles leidt er toe dat de gebreken met betrekking tot de motorstoringen en de distributieriem niet bij de koop waren inbegrepen of voorzien. Verder geldt dat [gedaagde] niet heeft bestreden dat hij ermee bekend was dat [eiseres] de auto kocht om daarmee aan het verkeer deel te nemen. Tegen deze achtergrond moet tot uitgangspunt worden genomen dat de auto ten tijde van de levering niet aan de overeenkomst beantwoordde. Te meer nu het gebrek zich binnen de in artikel 7:18a lid 2 BW genoemde termijn van een jaar heeft geopenbaard. In dit artikel is namelijk bepaald dat bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak niet aan de overeenkomst heeft beantwoord als de afwijking van wat overeengekomen is zich binnen een termijn van een jaar na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet [2] maar van dat laatste is niet gebleken.
2.15.
Omdat de gebreken zich binnen een jaar na de levering van de auto hebben voorgedaan, is het aan [gedaagde] om te bewijzen dat deze gebreken aan de auto nog niet bestonden op het moment van aflevering van de auto. [gedaagde] heeft daartoe gesteld dat de gebreken niet aanwezig kunnen zijn omdat de auto nog een APK-keuring door het RDW heeft tot 26 januari 2025 en probleemloos tijdens de proefrit met de auto heeft gereden. Dit is echter onvoldoende om het genoemd vermoeden van artikel 7:18a lid 2 BW te weerleggen. Buiten dat [gedaagde] niet heeft gesteld op welke datum de auto gekeurd is, wil dat niet zeggen dat de gebreken niet tussen de datum van keuring en datum verkoop ontstaan kunnen zijn. Dat de proefrit probleemloos was is ook onvoldoende gelet op het tijdelijk uitschakelen van de controlelampjes waardoor de motorstoring zich niet openbaarde.
Conclusie met betrekking tot non-conformiteit
2.16.
De gebreken betreffende de motorstoringen en de distributieriem maken dat er sprake is van non-conformiteit. [gedaagde] heeft een auto geleverd aan [eiseres] die niet voldoet aan de koopovereenkomst en is daardoor tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichting uit de koopovereenkomst. In de verhouding tussen [eiseres] en [gedaagde] levert dit een tekortkoming in die koopovereenkomst op die [gedaagde] kan worden toegerekend. De overige gestelde gebreken kunnen verder onbesproken blijven.
Mogelijkheden bij non-conformiteit
2.17.
Artikel 7:21 lid 1 BW bepaalt dat de koper in geval van non-conformiteit kan eisen: a) aflevering van het ontbrekende, b) herstel van de afgeleverde zaak of c) vervanging van de afgeleverde zaak. Bij een consumentenkoop bestaat er nog een vierde optie: ontbinding van de koopovereenkomst (artikel 7:22 lid 1 BW).
[eiseres] heeft voor de vierde optie gekozen en de overeenkomst per e-mail buitengerechtelijk (dat betekent: buiten de rechter om) ontbonden. Hiertoe mocht zij overgaan nu [gedaagde] niet heeft gereageerd op de brief van 26 juni 2024 waarin hem een redelijke termijn voor herstel werd gegeven. De gevorderde verklaring voor recht dat de overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden kan dan ook worden toegewezen.
Gevolgen van de ontbinding:
1) terugbetaling van de koopprijs
2.18.
Artikel 7:22 lid 7 BW bepaalt dat bij ontbinding de verkoper de koopprijs terugbetaalt bij ontvangst van de zaak (de kosten van verzending komen voor rekening van verkoper) of bij bewijs van verzending van de zaak. Dat betekent dat normaal gesproken [eiseres] eerst de auto moet teruggeven en [gedaagde] dan de koopprijs terug moet betalen.
De kantonrechter zal in deze zaak afwijken van deze hoofdregel nu [gedaagde] op de zitting heeft verklaard de auto niet te willen terugnemen. Hij moest met zijn bedrijf weg van het terrein en heeft (nog) geen bedrijfsruimte om de auto te stallen. Dit kan echter niet tegen [eiseres] gebruikt worden, de wijze waarop [gedaagde] zijn bedrijf runt of beëindigd, komt voor zijn rekening en risico. [gedaagde] zal daarom, ongeacht wanneer hij de auto ophaalt of deze op zijn kosten door [eiseres] naar hem laat brengen de verkoopprijs moeten terugbetalen.
2.19.
De koopprijs wordt bepaald op € 1.749,- en niet zoals [eiseres] stelt € 2.514,-. Partijen zijn het er (uiteindelijk) over eens dat de Marktplaatsadvertentie een bedrag van
€ 1.749,- noemt (zie vermelding 9 van kentekencheck.nl, productie 9 bij de dagvaarding).
Volgens [gedaagde] heeft hij van dit bedrag € 300,- afgetrokken, de inruilwaarde die hij heeft gegeven voor de oude auto van [eiseres] . Deze berekening klopt met de prijs op de
factuur van € 1.449,-. Volgens [eiseres] heeft zij voor haar oude auto een bedrag van
€ 1.050,- teruggekregen. Dit bedrag wordt echter op geen enkele wijze door haar onderbouwd zodat de kantonrechter uitgaat van de berekening van [gedaagde] .
Onderdeel van de terug te betalen koopprijs is de inruilwaarde. [eiseres] vordert namelijk niet dat haar oude auto aan haar moet worden teruggegeven en volgens [gedaagde] is dat ook niet mogelijk nu hij de auto alweer heeft doorverkocht. Om deze reden wordt de geldelijke waarde opgeteld bij het bedrag dat [eiseres] destijds aan [gedaagde] heeft betaald en [gedaagde] nu terug moet betalen. Het bedrag van € 15,- aan kosten voor de overschrijving dat op de factuur wordt opgeteld bij het bedrag van € 1.449,- maakt geen deel uit van de koopprijs zodat dit bedrag niet wordt toegewezen. Aldus heeft [eiseres] recht op terugbetaling van
€ 1.749,-.
2.20.
Als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt in totaal € 317,44 toegewezen. Aan alle voorwaarden om een vergoeding voor deze kosten te krijgen is voldaan (artikel 6:96 BW). Wel zijn de buitengerechtelijke incassokosten alleen berekend over het bedrag dat aan hoofdsom is toegewezen.
2) vergoeding van klein gedeelte van de kosten
2.21.
[eiseres] vordert over een periode van 5 maanden (5 juni tot en met 7 november 2024) vergoeding van de motorrijtuigenbelasting en de verzekeringspremies. In artikel 6:275 BW juncto artikel 3:120 lid 2 BW is bepaald dat de verkoper de door de koper gemaakte kosten moet vergoeden als de koper geen gebruik heeft kunnen maken van de auto. Zoals gezegd is de auto op 20 september 2024 onderzocht door [expertisebedrijf]
, volgens de rapportage was de kilometerstand toen 243.032 km. Dat is 2.287 kilometer meer dan bij de aankoop op 5 juni 2024, wat een gemiddelde oplevert van 653 kilometer per maand. In deze maanden is er in ieder geval gebruik gemaakt van de auto. Onbekend is gebleven of de auto tussen 20 september 2024 en 7 november kilometers gemaakt heeft. Het had op de weg van [eiseres] gelegen haar stelling dat de auto niet gebruikt kan worden nader te onderbouwen met bijvoorbeeld een foto van de kilometerstand omstreeks 7 november, zeker nu [gedaagde] betwist dat de auto niet gebruikt kan worden. Dit heeft zij echter nagelaten. Het is dan ook niet vast komen te staan dat [eiseres] over de gehele genoemde periode de auto niet heeft kunnen gebruiken zodat dit deel van de vordering wordt afgewezen.
2.22.
De door [eiseres] gevorderde onderzoekskosten komen op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW voor rekening van [gedaagde] . De kantonrechter acht de gevorderde kosten ad
€ 50,- redelijk.
Rente
2.23.
De wettelijke rente zal ten aanzien van alle toe te wijzen bedragen vanaf datum dagvaarding (21 november 2024) worden toegewezen omdat [eiseres] genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat rente moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
3) vrijwaren van de auto
2.24.
Het kenteken kan niet langer op naam van [eiseres] blijven staan. [gedaagde] moet [eiseres] een vrijwaringsbewijs verschaffen. Deze vordering zal als niet weersproken worden toegewezen, de kantonrechter acht een termijn van 14 dagen redelijk. Daarbij zal de gevorderde dwangsom op de hierna te noemen wijze worden gematigd en gemaximeerd. De kantonrechter gaat er verder vanuit dat [eiseres] vrijwillig dat wat [gedaagde] nodig heeft voor de vrijwaring c.q. overschrijving [gedaagde] zal verstrekken.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.25.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat hij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan [eiseres] moet betalen op € 87,- aan griffierecht, € 510,- aan salaris voor de gemachtigde (2½ punt x € 204,-) en € 102,- aan nakosten. Dat is in totaal € 699,-. Er worden geen dagvaardingskosten toegewezen, omdat [eiseres] met een toevoeging procedeert.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.26.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [eiseres] dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst op 30 juli 2024 is buitengerechtelijk is ontbonden;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen € 2.116,44 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 21 november 2024, tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien werkdagen na betekening van dit vonnis een deugdelijk vrijwaringsbewijs aan [eiseres] te verschaffen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] niet voldoet aan deze veroordeling, tot een maximum van € 15.000,- is bereikt;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] worden begroot op € 699,-;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Dooren en in het openbaar uitgesproken.
745

Voetnoten

1.gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 mei 2019, ECLI:NL:GHARL:2019: 4180
2.gerechtshof Amsterdam, 16 januari 2024, ECLI:NL: GHAMS:2024:86