ECLI:NL:RBROT:2025:5084

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
10-151898-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor openlijk geweld op terras in Rotterdam zonder straf of maatregel

Op 28 april 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijk geweld gepleegd op het terras van restaurant De Beren in Rotterdam op 18 juni 2022. De verdachte, geboren in 1995, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. O.J. Much. Tijdens de zitting op 14 april 2025 werd de tenlastelegging besproken, waarbij de officier van justitie, mr. W.D. van den Berg, een taakstraf eiste. De rechtbank oordeelde dat de verdachte weliswaar openlijk geweld had gepleegd, maar sprak hem vrij van enkele specifieke geweldshandelingen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan het geweld, maar dat er geen straf of maatregel opgelegd hoefde te worden, gezien zijn beperkte aandeel en de persoonlijke omstandigheden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-151898-22
Datum uitspraak: 28 april 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsman mr. O.J. Much, advocaat in Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 april 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.D. van den Berg heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uur met aftrek van voorarrest, waarvan 40 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
Standpunt officier van justitie
Het ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen, met uitzondering van de geweldshandelingen tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] .
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de verdachte partieel vrij te spreken van het ten laste gelegde openlijk geweld tegen personen. De verdachte heeft geen aandeel gehad in de geweldshandelingen tegen de personen en die geweldshandelingen moeten dus los worden gezien van de geweldshandelingen tegen de goederen. Ook heeft de verdediging verzocht de verdachte partieel vrij te spreken van het achter personen aan rennen en het op een auto slaan, omdat deze geweldshandelingen niet bewezen kunnen worden.
Beoordeling
Van het “in vereniging” plegen van openlijk geweld is sprake, indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. Beoordeeld moet worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
De geweldshandelingen tegen de aangeefsters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zijn gepleegd door de broer van de verdachte. Nadat zijn broer een glas naar [slachtoffer 3] had gegooid, is de verdachte naar hem toe gerend. Tijdens het duwen tegen de borst van [slachtoffer 3] en het slaan van de telefoon uit de handen van [slachtoffer 4] door zijn broer, stond de verdachte voor de ingang van het restaurant op korte afstand van zijn broer en trapte met hem samen tegen de deur van het restaurant. De geweldshandelingen tegen de goederen werden ook tijdens de geweldshandelingen tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] gepleegd en verdachte heeft daaraan actief meegedaan. De rechtbank beschouwt de geweldshandelingen tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en de geweldshandelingen tegen de hiervoor omschreven goederen als één geheel. De verdachte heeft daaraan een voldoende significante bijdrage geleverd.
Dit betekent dat het verweer van de verdediging voor zover dat strekt tot partiële vrijspraak ten aanzien van het ten laste gelegde openlijk geweld tegen aangeefsters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , wordt verworpen. De rechtbank volgt de verdediging wel in het verweer dat de geweldshandelingen die bestaan uit het achter personen aanrennen en het op een auto slaan niet kunnen worden bewezen. De getuige die heeft verklaard over het achter personen aanrennen heeft daarover uiteenlopende verklaringen afgelegd en die verklaringen worden bovendien niet door camerabeelden ondersteund. Ook de verklaringen van de getuigen over het slaan op hun auto, worden niet door camerabeelden ondersteund.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het openlijk geweld gepleegd tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet is bewezen.
Conclusie
De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte openlijk geweld heeft gepleegd, maar zal hem van een aantal handelingen vrijspreken.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 18 juni 2022 te Rotterdam,
openlijk, te weten, op het Poolsterplein,
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen te weten
- [slachtoffer 3] en
- [slachtoffer 4] enen/ goederen te weten
- een telefoon (toebehorend aan die [slachtoffer 4] ) en
- een of meerdere bankstellen (toebehorend aan
[slachtoffer 2]) en
- een terrasstoel (toebehorend aan die [slachtoffer 2] ) en
- een terraskachel/heater (toebehorend aan die [slachtoffer 2] ) en
- een plantenbak (toebehorend aan die [slachtoffer 2] ),
door
- een glas richting die [slachtoffer 3] te gooien en
- tegen de borst van die [slachtoffer 3] ,
te duwen en
- een telefoon uit de handen van die [slachtoffer 4] te slaan en
- een bankstel om te gooien en omver te schoppen en
- een terrasstoel tegen de voordeur van restaurant De Beren te gooien en
- een terraskachel/heater omver te gooien en
- een plantenbak omver te gooien
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

5.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6.Motiveringschuldigverklaringzonderstrafofmaatregel

De rechtbank heeft bij de straftoemeting gelet op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft samen met zijn broer op het terras van een restaurant openlijk geweld gepleegd tegen daar werkzaam personeel en (voornamelijk) aanwezig terrasmeubilair. Nadat de broer van de verdachte een medewerkster meerdere malen tegen haar borst duwde en een telefoon uit de handen van een andere medewerkster sloeg, heeft de verdachte zich misdragen door tegen een bankstel te trappen en een plantenbak omver te gooien.
Met zijn handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Daarnaast roept geweld tegen personen en goederen gevoelens van onveiligheid en angst op in de samenleving, met name bij de slachtoffers, maar ook bij voorbijgangers en toevallige bezoekers van het restaurant.
Uit het strafblad van de verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. De verdachte heeft op de zitting verteld dat hij onder andere als gevolg van de spanning van deze strafzaak in een depressie terecht is gekomen en nog altijd in de Ziektewet zit. Als gevolg van de depressie ervaart de verdachte naar eigen zeggen ook fysieke beperkingen. De verdachte betreurt het in 2022 gepleegde feit zeer en herkent zich niet in dit gedrag. Hij heeft verteld dat hij die avond veel te veel had gedronken en dat hij er zich de volgende dag niets meer van kon herinneren. De dag van het gepleegde feit was het de eerste keer dat de familie weer bij elkaar was na het overlijden van een andere broer en de verdachte denkt dat daar het overmatig alcoholgebruik van die avond uit kan zijn voortgevloeid. Het is volgens de verdachte nooit eerder voorgekomen dat hij zoveel alcohol heeft gedronken dat hij de dag erna niets meer wist en hij schaamt zich daarvoor.
Gelet op de ernst van het feit zou in beginsel met een taakstraf moeten worden gereageerd. De verdachte heeft echter een beperkt aandeel gehad in het openlijke geweld. Het grootste gedeelte van de geweldshandelingen is, hoewel die in de nabijheid van de verdachte hebben plaatsgevonden, gepleegd door zijn broer. Het strafbare feit is bovendien van bijna drie jaar geleden, de verdachte heeft dus in feite al een proeftijd gehad. Hij is in de achterliggende tijd niet nogmaals met politie en justitie in aanraking gekomen, zodat de rechtbank een voorwaardelijke straf niet noodzakelijk vindt. De rechtbank betrekt daarbij dat de verdachte er veel spijt van heeft. Gelet op het voorgaande dient strafoplegging op dit moment geen redelijk doel meer. De rechtbank zal daarom met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen straf of maatregel opleggen.

7.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
bepaalt dat ten aanzien van het bewezenverklaarde feit geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H. Kroon, voorzitter,
en mrs. T.M. Riemens en D.H. Dongelmans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I.M. Sinon, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 juni 2022 te Rotterdam,
openlijk, te weten, op het Poolsterplein, in elk geval op of aan de openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een of meerdere personen te weten
- [slachtoffer 3] en/of
- [slachtoffer 4] en/of
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
een of meerdere goederen te weten
- een telefoon (toebehorend aan die [slachtoffer 4] ) en/of
- een of meerdere bankstellen (toebehorend aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) en/of
- een terrasstoel (toebehorend aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) en/of
- een terraskachel/heater (toebehorend aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ) en/of
- een plantenbak (toebehorend aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ),
door meermalen, althans eenmaal
- een glas richting die [slachtoffer 3] te gooien en/of
- in/tegen de borst van die [slachtoffer 3] , in elk geval het lichaam van die [slachtoffer 3] ,
te duwen en/of
- een telefoon uit de handen van die [slachtoffer 4] te slaan en/of
- een bankstel om te gooien en/of omver te schoppen en/of
- een terrasstoel tegen de voordeur van restaurant De Beren te gooien en/of
- een terraskachel/heater omver te gooien en/of
- een plantenbak omver te gooien en/of
- achter een of meerdere personen aan te rennen en/of
- op een auto te slaan;