ECLI:NL:RBROT:2025:5054

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 maart 2025
Publicatiedatum
25 april 2025
Zaaknummer
11156559 CV EXPL 24-15016
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallige zorgpremie door Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. tegen gedaagde

In deze zaak vordert Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. betaling van achterstallige zorgpremie door de gedaagde, die zelf procedeert. De gedaagde heeft een zorgverzekering afgesloten en is verplicht om maandelijks premie en zorgkosten te betalen. Zilveren Kruis stelt dat de gedaagde een betalingsachterstand heeft van € 422,35. De gedaagde betwist dit en stelt dat zij kort na de dagvaarding heeft betaald. De kantonrechter oordeelt dat Zilveren Kruis voldoende bewijs heeft geleverd van de openstaande premie en dat de gedaagde in verzuim is. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de achterstallige premie toe, evenals de wettelijke rente en incassokosten. De proceskosten komen voor rekening van de gedaagde, omdat zij grotendeels ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Zilveren Kruis het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11156559 CV EXPL 24-15016
datum uitspraak: 7 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 22 mei 2024, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord, met bijlagen;
  • de mail van 4 juli 2024 aan de zijde van [gedaagde], met bijlagen;
  • de repliek, tevens houdende akte vermeerdering en vermindering van eis, met bijlagen;
  • de brief van 29 september 2024 aan de zijde van [gedaagde];
  • de rolbeslissing van 8 november 2024;
  • de akte ter rolle van 2 januari 2025 aan de zijde van Zilveren Kruis;
  • de brief van 28 januari 2025 aan de zijde van [gedaagde], met een bijlage.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[gedaagde] heeft bij Zilveren Kruis een zorgverzekering afgesloten. Op grond van deze overeenkomst moet [gedaagde] elke maand premie en daarnaast gemaakte zorgkosten aan Zilveren Kruis betalen. In 2023 moest zij € 138,95 aan premie per maand betalen en in 2024 € 147,45. Volgens Zilveren Kruis heeft [gedaagde] haar premie en zorgkosten niet altijd betaald en heeft zij ten tijde van de dagvaarding een betalingsachterstand van € 581,30, bij repliek is er volgens Zilveren Kruis een betalingsachterstand van € 422,35. Zilveren Kruis wil dat [gedaagde] dat bedrag betaalt. Omdat [gedaagde] niet op tijd heeft betaald, wil Zilveren Kruis ook dat zij een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente betaalt.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de eis. Zij stelt dat zij kort na de dagvaarding al heeft betaald wat zij moet betalen aan premie. Bovendien vindt zij dat de kosten van de dagvaarding niet voor haar rekening moeten komen, nu zij nog maar drie maanden aan openstaande premie had openstaan en zij deze premiebetalingen alsnog kort na de dagvaarding heeft gedaan.
[gedaagde] moet een bedrag van € 422,35 aan achterstallige premie betalen
2.3.
[gedaagde] moet € 422,35 aan achterstallige premie betalen omdat Zilveren Kruis voldoende heeft gesteld waaruit blijkt dat [gedaagde] deze premie moet betalen en de betalingsbewijzen van [gedaagde] niet tot een ander oordeel kunnen leiden. Hierna wordt toegelicht waarom.
2.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] in de periode van juni 2023 tot en met augustus 2024 € 2.152,25 aan premie moest betalen. Daarnaast moest [gedaagde] € 99,64 aan zorgkosten betalen. [gedaagde] heeft betalingsbewijzen overgelegd waaruit volgt dat zij een bedrag van € 1.284,55 aan premie heeft betaald en € 99,64 aan zorgkosten. Uit het door Zilveren Kruis overgelegde overzicht blijkt dat zij deze betalingen van [gedaagde] heeft verwerkt, maar dat zij deze betalingen niet heeft afgeboekt conform de omschrijving die [gedaagde] daarbij heeft vermeld. Bij rolbeslissing is Zilveren Kruis in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de wijze waarop zij de betalingen van [gedaagde] heeft afgeboekt. Zilveren Kruis stelt dat zij mogelijk ten onrechte de betalingen bij de verkeerde maanden heeft afgeboekt, omdat haar automatisch systeem ervan uitgaat dat een betaling ziet op het meest recent openstaande bedrag. Hoewel de kantonrechter van oordeel is dat Zilveren Kruis de afboekingen had moeten verrichten volgens de omschrijvingen bij de betalingen van [gedaagde], zijn deze betalingen van [gedaagde] wel allemaal verwerkt. Uit de door Zilveren Kruis overgelegde specificatie volgt dat [gedaagde] € 1.709,90 aan premie heeft betaald in de periode van juni 2023 tot en met augustus 2024 en € 99,64 aan zorgkosten. Vast staat dat er een bedrag van € 422,35 aan premie over deze periode openstaat.
[gedaagde] moet rente betalen
2.5.
[gedaagde] moet rente betalen omdat zij haar premie niet altijd op tijd heeft betaald en daarom in verzuim is. De rente zoals gevorderd in de dagvaarding en de akte wijziging van eis, worden afgewezen. [gedaagde] moet de rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW betalen over de hoofdsom die na iedere wijziging vanaf datum verzuim heeft opengestaan tot de dag dat volledig is betaald. Hierna wordt toegelicht waarom.
2.6.
De rente, zoals gevorderd in de dagvaarding, wordt afgewezen. In de dagvaarding wordt namelijk de al vervallen rente van € 23,03 gevorderd, berekend tot en met 20 mei 2024 en wordt de rente over de op dat moment openstaande hoofdsom vanaf 16 mei 2024 gevorderd. Over de periode van 16 mei 2024 tot en met 20 mei 2024 wordt daardoor dubbele rente gevorderd, dat is niet toewijsbaar. Omdat er in de akte wijziging van eis wordt uitgegaan van € 23,03 aan verschuldigde rente, zoals gevorderd in de dagvaarding, wordt ook de rente zoals gevorderd in de akte wijziging eis afgewezen.
2.7.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] rente is verschuldigd. De rente is daarom toewijsbaar over het bedrag aan hoofdsom dat na elke betaling heeft opengestaan vanaf de datum van verzuim tot de dag dat volledig is betaald. Daarbij moet worden opgemerkt dat de kantonrechter van oordeel is dat Zilveren kruis de betalingen van [gedaagde] in strijd met artikel 6:43 lid 1 BW heeft afgeboekt. Voor het moment van betaling van de verschuldigde premies, moet de datum/premiemaand die is genoemd in de omschrijving bij de betalingen van [gedaagde] worden aangehouden.
[gedaagde] moet incassokosten van € 75,66 betalen
2.8.
De incassokosten van € 75,66 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). Het verweer van [gedaagde] kan niet afdoen aan de verschuldigdheid van de dagvaardingskosten. Hierna wordt toegelicht waarom.
2.10.
[gedaagde] voert aan dat zij geen dagvaardingskosten wil betalen omdat zij meent dat Zilveren Kruis niet over had hoeven te gaan tot dagvaarden. De kantonrechter begrijpt hieruit dat zij meent dat Zilveren Kruis deze kosten nodeloos heeft gemaakt. Zij stelt dat dagvaarden niet nodig was omdat er op dat moment nog maar drie maanden aan premie openstond.
2.11.
De kantonrechter gaat voorbij aan dit verweer, omdat Zilveren Kruis ten tijde van de dagvaarding een vordering had op [gedaagde] en Zilveren Kruis daarom terecht is overgegaan tot dagvaarden. Bovendien heeft zij [gedaagde], voorafgaand aan deze procedure, meerdere malen betalingsherinneringen gestuurd en haar aangemaand om haar premie en zorgkosten te betalen.
2.12.
De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Zilveren Kruis moet betalen op
€ 138,05 aan dagvaardingskosten, € 328,00 aan griffierecht, € 270,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 135,00) en € 67,50 aan nakosten. Dat is in totaal € 803,55. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.13.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Zilveren Kruis dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen € 498,01 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de hoofdsom die na iedere wijziging vanaf datum verzuim heeft opengestaan tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Zilveren Kruis worden begroot op € 803,55;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
64266