ECLI:NL:RBROT:2025:4992
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
Op 24 maart 2025 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam besloten om de bijstandsuitkering van de verzoeker met 30% te verlagen wegens het niet meewerken aan een traject tot arbeidsinschakeling. Verzoeker heeft hiertegen op 2 april 2025 bezwaar gemaakt en op 9 april 2025 verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 april 2025 behandeld, maar verzoeker is zonder kennisgeving niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker het griffierecht van € 53,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had verzoeker per aangetekende brief op 11 april 2025 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen. Ondanks dat de brief op 17 april 2025 door verzoeker is afgehaald, is het griffierecht niet op tijd betaald en heeft verzoeker ook geen verzoek om vrijstelling ingediend. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk is, omdat er geen verontschuldiging voor het verzuim is gegeven. De uitspraak is gedaan door mr. G.A. Bouter-Rijksen en is openbaar uitgesproken op 25 april 2025.