ECLI:NL:RBROT:2025:4940
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor bijzondere bijstand ter vervanging van huisraad
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 april 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker afgewezen. De verzoeker had bijzondere bijstand aangevraagd voor de vervanging van huisraad, waaronder een fornuis, koelkast en wasmachine, omdat hij in financiële problemen verkeerde en niet in staat was om deze zelf aan te schaffen. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had de aanvraag op 4 maart 2025 afgewezen, met de reden dat de verzoeker had kunnen sparen voor de vervangingen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de situatie van de verzoeker niet zo spoedeisend is dat er een voorlopige maatregel getroffen moet worden. Hij stelt dat er andere mogelijkheden zijn om de periode tot de beslissing op het bezwaar te overbruggen, zoals het verkrijgen van hulp van derden of het zoeken naar goedkope of gratis apparaten via kringloopwinkels of Marktplaats.nl. De voorzieningenrechter merkt op dat het college de beoordeling van de schuldenlast van de verzoeker in de bezwaarprocedure moet meenemen, maar dat dit niet leidt tot een spoedeisende situatie die een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De uitspraak benadrukt dat het ontbreken van reserveringsruimte door schulden op zich geen bijzondere omstandigheid is die de afwijzing van de aanvraag kan onderbouwen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, wat betekent dat de verzoeker op dit moment geen bijzondere bijstand ontvangt. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskostenveroordeling.