Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 april 2025 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit Rotterdam , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
4.5. In een vergelijkbaar geval heeft de Afdeling eerder geoordeeld dat aan een dergelijke toezegging gerechtvaardigde verwachtingen kunnen worden ontleend. [2] De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om tot een andere conclusie te komen. In de door de Afdeling bevestigde uitspraak [3] overweegt de rechtbank Amsterdam dat betrokkene van deze medewerkers mag verwachten dat zij over de nodige kennis en expertise beschikken op het gebied van parkeervergunningen en dat hij mag afgaan op de door hen verstrekte informatie. Dat in het geval van eiser de toezegging door slechts één medewerker is gedaan brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. Eiser heeft de volverklaring aangeleverd en mocht er daarom gerechtvaardigd op vertrouwen dat zijn aanvraag voor een parkeervergunning zou worden toegewezen. Het verweer van het college dat eiser als hij vooraf zekerheid wilde maar een vergunning had moeten aanvragen en de uitkomst daarvan afwachten, miskent dat een parkeervergunning niet kan worden aangevraagd zonder een op naam gesteld kenteken. Het beroep is dus gegrond.