ECLI:NL:RBROT:2025:4851

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
22 april 2025
Zaaknummer
11447616 CV 24-5640
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een civiele zaak naar een andere rechtbank wegens onbevoegdheid van de kantonrechter

In deze civiele zaak heeft eiser, die een auto heeft gekocht van gedaagde 1, de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden omdat de auto volgens hem na herstel nog steeds niet voldeed. Eiser vordert een verklaring voor recht en de terugbetaling van het aankoopbedrag van € 21.719,50, inclusief schade, rente en proceskosten. Gedaagde 1 betwist de eisen van eiser, stellende dat eiser haar niet in de gelegenheid heeft gesteld om eventuele gebreken aan de auto te herstellen en dat de auto niet privé, maar zakelijk is aangeschaft.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de zaak niet door de rechtbank Rotterdam kan worden behandeld, omdat gedaagde 1 is gevestigd in [vestigingsplaats], gemeente [gemeente], en de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, bevoegd is. Eiser moet de gedaagden opnieuw oproepen voor een zitting bij de rechtbank Noord-Nederland en alle processtukken en het vonnis opsturen. De kantonrechter heeft ook vastgesteld dat hij niet bevoegd is, omdat eiser meer dan € 25.000,- eist, wat betekent dat de zaak niet door de kantonrechter kan worden behandeld. Eiser moet de gedaagden oproepen voor een zitting bij het team handel van de rechtbank Noord-Nederland, waar een advocaat verplicht is.

Daarnaast is er een hoger griffierecht van toepassing voor eiser en moeten de gedaagden ook griffierecht betalen. De kantonrechter heeft gedaagden erop gewezen dat zij mogelijk in aanmerking komen voor een lager griffierecht, mits zij de benodigde documenten indienen. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.C. Halk.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 11447616 CV EXPL 24-5640
datum uitspraak: 17 april 2025
Vonnis in het incident van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser] ,
woonplaats: [woonplaats 1] ,
eiser,
gemachtigde: mr. D. Swildens en [persoon A] ,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

vestigingsplaats: [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente] ,
2.
[gedaagde 2]
3.
[gedaagde 3] ,
4.
[gedaagde 4] ,
woonplaats: [woonplaats 2] , gemeente [gemeente] ,
gedaagden,
gemachtigde: mr. P.A. Dijkstra.
Eiser wordt hierna ‘ [eiser] ’ genoemd. Gedaagden worden gezamenlijk aangeduid als ‘ [gedaagde 1] ’.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 3 december 2025, met bijlagen;
  • het antwoord met een eis in het incident, met bijlagen.
1.2.
[eiser] heeft niet gereageerd op de eis in het incident.

2.De beoordeling

Waar gaat de hoofdzaak over?
2.1.
[eiser] heeft een auto van [gedaagde 1] gekocht. Omdat de auto volgens [eiser] na herstel nog steeds niet voldoet, heeft hij de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. Hij wil daarvan een verklaring voor recht. [eiser] eist ook dat [gedaagde 1] het aankoopbedrag van € 21.719,50 en zijn schade, rente, de buitengerechtelijke- en proceskosten betaalt. Volgens [gedaagde 1] heeft [eiser] haar niet in de gelegenheid gesteld om eventuele gebreken aan de auto te herstellen, waardoor [eiser] de overeenkomst niet mocht ontbinden. Bovendien heeft [eiser] de auto niet in privé gekocht maar op naam van zijn eenmanszaak. Daarom betwist [gedaagde 1] de eisen van [eiser] allemaal.
De zaak wordt verwezen naar een andere rechtbank
2.2.
De kantonrechter verwijst de zaak naar de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen (artikel 110 lid 2 Rv en Wet op de rechterlijke indeling). Die rechtbank is bevoegd om deze zaak te behandelen en dus niet de rechtbank Rotterdam. [gedaagde 1] is namelijk gevestigd in [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente] in de provincie Drenthe en er gelden geen bijzondere bevoegdheidsregels. Daarom is de rechtbank bevoegd die in dit gebied ligt (artikel 99 Rv). Artikel 101 Rv geldt niet. [gedaagde 1] stelt in haar eis in het incident dat [eiser] de auto zakelijk heeft gekocht. Daarop is door [eiser] niet gereageerd. Hij heeft dat dus niet betwist. Bovendien staan in de stukken en producties meerdere aanknopingspunten voor de juistheid van deze stelling van [gedaagde 1] .
De zaak gaat pas verder als [eiser] de gedaagden oproept
2.3.
[eiser] moet alle gedaagden opnieuw door een deurwaarder laten oproepen voor een zitting bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen (artikel 74 lid 1 Rv). [eiser] moet ook alle processtukken en dit vonnis opsturen naar die rechtbank (artikel 34 Rv). Daar gaat de zaak pas verder als dit is gebeurd.
Kantonrechter niet bevoegd
2.4.
Bovendien is de kantonrechter niet bevoegd om deze zaak te behandelen. [eiser] eist meer dan € 25.000,- en de zaak gaat niet over een onderwerp dat altijd door de kantonrechter moet worden behandeld (artikel 93 onder c en d Rv). [eiser] moet de gedaagden dus oproepen voor een zitting bij het team handel van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen (artikel 71 Rv).
Advocaat verplicht
2.5.
De partijen mogen bij team handel niet zelf procederen. Een advocaat is verplicht (artikel 79 Rv).
(hoger) griffierecht
2.6.
Bij handel en haven geldt een hoger griffierecht voor [eiser] . De gedaagden moeten bij handel ook griffierecht betalen. Als alle gedaagden dezelfde advocaat nemen en hetzelfde verweer voeren, hoeven zij maar één keer samen griffierecht te betalen (artikel 15 Wgbz).
2.7.
De kantonrechter wijst gedaagden erop dat een persoon die een laag inkomen en weinig vermogen heeft, mogelijk minder griffierecht hoeft te betalen. Gedaagden moeten wel zelf aangeven dat zij in aanmerking willen komen voor het lage tarief. Daarbij moet een kopie van een toevoeging of inkomensverklaring van de Raad van de Rechtsbijstand worden meegestuurd. Als die stukken nog niet beschikbaar zijn, moet een kopie van de aanvraag worden meegestuurd (artikel 16 Wgbz).

3.De beslissing

De kantonrechter:
In het incident
verwijst de zaak naar team handel van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en in het openbaar uitgesproken.
703