Beoordeling door de voorzieningenrechter
3. Verzoeker woont op het adres [adres]. Hij huurt deze woning van [naam stichting].
4. De politie heeft een anonieme tip ontvangen dat er vanuit verzoekers woning mogelijk in verdovende middelen wordt gehandeld. De politie heeft verzoekers woning op 17 januari 2025 doorzocht. Daarbij is onder meer het volgende aangetroffen: 2.198 gram GHB, 460 gram amfetamine, 150 gram cocaïne, 22 gram hasj, 64 gram ketamine, 118 gram paracetamol en 416 gram flesjes met rode vloeistof. Dit blijkt uit een bestuurlijke rapportage van de politie van 31 januari 2025.
Waar gaat het in deze zaak om?
5. Naar aanleiding van de bestuurlijke rapportage heeft de burgemeester besloten om verzoekers woning te sluiten voor drie maanden. De woning is sinds eind maart 2025 gesloten. Verzoeker is het hier niet mee eens en hij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat hij voorlopig in zijn woning mag blijven wonen.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
6. De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Heeft verzoeker een spoedeisend belang?
7. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter dient eerst te bepalen of er sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
8. De voorzieningenrechter vindt dat het spoedeisend belang voldoende aannemelijk is. Als er geen voorlopige voorziening wordt getroffen, heeft verzoeker immers tot eind juni 2025 geen toegang tot zijn woning.
9. Op grond van artikel 13b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen harddrugs of softdrugs wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.
10. De burgemeester voert beleid om de handel in drugs in Rotterdam tegen te gaan. Dit beleid staat in de Beleidslijn bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Rotterdam 2022. In dit beleid staat in welke gevallen de burgemeester in beginsel overgaat tot sluiting van een woning.
Onrechtmatig verkregen bewijs
11. Verzoeker voert aan dat er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs en dat de burgemeester zich daarom niet kon baseren op de bestuurlijke rapportage.
12. De politie had een machtiging om de woning te betreden en zoekend rond te kijken. Op een tafel werd contant geld aangetroffen (volgens verzoeker € 650,-) en toen verzoeker werd gevraagd om alle drugs in de woning in te leveren, heeft hij de politie gewezen op een kistje op de salontafel. Hierin zaten diverse soorten harddrugs, softdrugs en medicatie. Het merendeel van de harddrugs is achter een losse plint in de keuken aangetroffen. Volgens de bestuurlijke rapportage is de drugs achter de keukenplint op een juridisch onjuiste wijze aangetroffen. In samenspraak met de Officier van Justitie is verzoeker daarom niet aangehouden vanwege overtreding van de Opiumwet/Geneesmiddelenwet. Verzoeker vindt dat de burgemeester de achter de plint gevonden drugs dan ook niet mag meenemen in zijn beoordeling.
13. De vraag of de doorzoeking in strafvorderlijke zin onrechtmatig is, staat in deze procedure niet ter beoordeling. Maar zelfs als dat zo zou zijn, betekent dat niet zonder meer dat de burgemeester geen gebruik mocht maken van zijn bestuursrechtelijke bevoegdheden. Het gebruik van (strafrechtelijk) onrechtmatig verkregen bewijs is in het bestuursrecht vaak wel toegestaan. De burgemeester mag het bewijs alleen niet gebruiken als deze is verkregen op een wijze die zodanig indruist tegen wat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar wordt geacht.
14. De burgemeester heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat door politieagenten is gezien dat de keukenplint los zat en dat hen ambtshalve bekend is dat achter keukenplinten vaak verdovende middelen worden verstopt. Gelet op wat zij al in de woning hadden aangetroffen, hebben zij de keukenplint verwijderd. Volgens de burgemeester hebben de politieagenten niet de hele woning doorzocht, maar hebben zij slechts doelbewust achter de keukenplint gekeken toen zij zagen dat deze loszat. Dit is niet door verzoeker bestreden.
15. De voorzieningenrechter is vooralsnog van oordeel dat de burgemeester de achter de plint aangetroffen drugs mocht meenemen in zijn beoordeling. Het weghalen van een loszittende plint door de politie was een eenmalige en relatief eenvoudige handeling. De voorzieningenrechter verwacht dat het bestreden besluit in bezwaar stand zal houden.
16. De burgemeester is in beginsel bevoegd om de woning te sluiten als er een handels-hoeveelheid drugs in een woning wordt aangetroffen. Bij harddrugs is er sprake van een handelshoeveelheid als er meer dan 0,5 gram wordt aangetroffen. In verzoekers woning is ruim 2,8 kilo harddrugs aangetroffen, zodat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten.
17. In dit geval is een grote hoeveelheid harddrugs aangetroffen. Het is aannemelijk dat deze geheel of gedeeltelijk bestemd was voor verkoop, aflevering of verstrekking. De burgemeester mag dan aannemen dat de woning een rol speelt binnen de keten van drugshandel. Dit levert op zichzelf al een belang op bij sluiting, ook als er geen overlast of feitelijke drugshandel is geconstateerd. Gelet op de grote hoeveelheid aangetroffen harddrugs, kon niet met een minder verstrekkende maatregel worden volstaan ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde.
Is de sluiting van de woning evenwichtig?
18. De burgemeester moet vervolgens kijken naar de nadelige gevolgen van de sluiting en die betrekken bij de vraag of de sluiting evenwichtig is.
19. Verzoeker voert aan dat de sluiting niet evenwichtig is. [naam stichting] heeft hem laten weten dat er een gerechtelijke procedure wordt opgestart om tot ontbinding van de huurovereenkomst te komen. Daarnaast heeft verzoeker voor zijn werk de beschikking over een werkbus. Die bus wordt ’s avonds of ’s nachts aangevuld door een extern bedrijf. De bus moet daarom op een vaste plek staan. Verzoeker zal nu iedere keer langs kantoor moeten om de spullen aan te vullen en hij vreest dat dit mogelijk zal leiden tot ontslag of buitendienststelling. Daarnaast staat verzoeker onder toezicht van de reclassering en dient hij voor hen bereikbaar te zijn. Ook ondergaat hij nog een ambulante behandeling bij GGZ Fivoor. Als hij geen toegang heeft tot zijn woning, wordt het lastig om hieraan te voldoen.
20. De voorzieningenrechter vindt de gevolgen van de sluiting in dit geval niet onevenwichtig. Verzoeker kan een verwijt worden gemaakt van de aangetroffen drugs in zijn woning. Hij is als enige bewoner namelijk verantwoordelijk voor wat zich in zijn woning afspeelt. Daarnaast is verzoekers verklaring dat hij niets wist van de drugs achter de loszittende plint, niet geloofwaardig.
21. De voorzieningenrechter is zich ervan bewust dat de sluiting van de woning nadelige gevolgen heeft voor verzoeker. Hij zal op zoek moeten gaan naar een andere woning, in ieder geval voor de komende 2,5 maand, maar mogelijk ook voor de periode daarna. De voorzieningenrechter vindt echter dat de belangen van de burgemeester in dit geval zwaarder wegen dan de belangen van verzoeker. Er is 2,8 kilo harddrugs in verzoekers woning aangetroffen. Dit maakt dat er sprake is van een ernstige situatie, zodat de gevolgen van de sluiting in dit geval niet onevenwichtig zijn. Daarbij komt dat niet is gebleken dat verzoeker zijn werk zaal kwijtraken. Verder kan verzoeker met de reclassering afspraken maken over zijn bereikbaarheid. Hetzelfde geldt voor de ambulante behandeling die hij ondergaat bij GGZ Fivoor. Hij is telefonisch bereikbaar, hij kan zijn post ophalen op zijn adres en hij zou de post ook tijdelijk op een ander adres kunnen laten bezorgen.