7.4.In het journaal van de huisarts van eiseres staat onder meer het volgende.
13-03-18
Is ontslagen bij werkgever, kon niet voldoen aan het target wat werd gesteld. Was bang weer opnieuw lichamelijke klachten te krijgen. Op dit moment thuis, gaat solliciteren. Relatie blijft nog steeds knipperen, wil zelf wel samen met hem relatie therapie, weet niet of hij dit wil.
03-04-18
Samen gaat op dit moment goed, afgelopen weken drinkt hij minder en is gaan sporten, zijn net samen op vakantie geweest, was goed.
25-04-18
Is bezig met aanmelding UWV. Daarnaast aangemeld voor opleiding. Relatie opnieuw onder spanning. Zou relatiegesprekken willen.
22-05-18
Gaat goed. Huis wordt verkocht, gaan uit elkaar, wil weer terug in de buurt van haar moeder wonen. Gaat studeren in [plaats 4] .
19-06-18
Gaat goed, heeft besluiten verder uitgevoerd. Soms nog twijfel, maar weet dat ze hier goed aan doet.
07-11-18
Wilt graag verwijsbrief naar psycholoog, last van hoofdpijn, huilbuien, slecht slapen. Laatste maanden veel gebeurd, relatieproblemen, huis verkocht…Ook een tijd problemen met werk gehad, werk was heel belastend voor de schouder, is met wederzijds goedkeuren met ontslag gegaan, is nu werkloos…Is nu een premaster begonnen in deeltijd, maar lukte nog niet om een deeltijd baan erbij te vinden, heeft baan nodig voor eigen huis te vinden. Heeft nu besloten met opleiding te stoppen en nu fulltime werk te zoeken.
13-12-18
Druk met verschillende sollicitaties…Geen onderwerpen voor therapie, zeker niet nu afstand in de partnerrelatie meer rust geeft. Monter en energiek…Nu (nog) te weinig klachten/lijdensdruk voor GB-GGZ.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de Dienst Toeslagen het bedrag van de aanvullende compensatie in het bestreden besluit II niet te laag vastgesteld. De Dienst Toeslagen is aansprakelijk voor de schade als gevolg van het institutioneel vooringenomen handelen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag over de toeslagjaren 2012 en 2013. Uit het dossier blijkt onvoldoende dat sprake is van een causaal verband tussen de terugvorderingen en de door eiseres gestelde schade. Toen eiseres instemde met de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst, voldeed zij al meer dan een jaar aan de betalingsregeling van € 381,- per maand. Eiseres heeft niet uitgelegd hoe die regeling er vanaf 2018 ineens toe leidde dat haar arbeidsovereenkomst is beëindigd en haar relatie werd verbroken. Het is niet gebleken dat de Dienst Toeslagen andere invorderingsmaatregelen heeft toegepast waardoor het gezin van eiseres onder druk is komen te staan. Ook uit het huisartsenjournaal blijkt niet dat de terugvorderingen van de Dienst Toeslagen enige rol hebben gespeeld bij de relatieproblemen of de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De gestelde schade als gevolg van de verhuizing van eiseres naar haar moeder, komt dus niet voor vergoeding in aanmerking. Verder is ook niet gebleken van een causaal verband tussen de terugvorderingen en de gestelde reiskosten die eiseres voor haar studie heeft gemaakt. De Dienst Toeslagen is ook niet aansprakelijk voor die schade. De beroepsgrond slaagt niet.
9. Het beroep tegen beide besluiten is ongegrond. Omdat Dienst Toeslagen naar aanleiding van het beroep het bestreden besluit I heeft aangevuld (gewijzigd) met het bestreden besluit II, moet de Dienst Toeslagen aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoeden.
10. Eiseres krijgt ook een vergoeding van haar proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.814,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 907,- en wegingsfactor 1).