ECLI:NL:RBROT:2025:4693

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 april 2025
Publicatiedatum
17 april 2025
Zaaknummer
71-200472-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van voorbereidingshandelingen voor de productie van cocaïne met behulp van verwerkte verdovende middelen in dragermateriaal

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1971, heeft de rechtbank Rotterdam op 9 april 2025 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het plegen van voorbereidingshandelingen voor het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of invoeren van in dragermateriaal (metaalgrit) verwerkte verdovende middelen, specifiek cocaïne. De tenlastelegging was gebaseerd op informatie van het Landelijk Internationaal Rechtshulp Centrum (LIRC) over containers uit Colombia die cocaïne zouden bevatten. De verdachte werd vrijgesproken omdat er onvoldoende bewijs was dat hij op de hoogte was van de activiteiten in zijn loods, waar een cocaïnewasserij in opbouw werd aangetroffen. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd, en de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet opzettelijk zijn loods ter beschikking had gesteld voor de productie van cocaïne. De rechtbank concludeerde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de voorbereidingshandelingen, en sprak hem vrij van alle tenlastegelegde feiten. De in beslag genomen voorwerpen werden onttrokken aan het verkeer, met uitzondering van een deel dat werd bewaard ten behoeve van de rechthebbende.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 71-200472-23
Datum uitspraak: 9 april 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1]
,
raadsman mr. W.K. Cheng, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 3 en 5 maart 2025 en van 9 april 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de zitting van 3 maart 2025 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
Kort gezegd wordt de verdachte verweten dat hij in de periode van 17 juli 2023 tot en met 10 augustus 2023 betrokken is geweest bij het samen met anderen voorbereiden en/of bevorderen van het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of invoeren van in dragermateriaal (metaalgrit) verwerkte verdovende middelen.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S. Kubicz heeft de vrijspraak van het ten laste gelegde gevorderd.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feiten en omstandigheden
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.
In juli en augustus 2023 ontvangt het Landelijk Internationaal Rechtshulp Centrum (LIRC) informatie over twee containers uit Colombia met als eindbestemming Nederland, die zouden zijn beladen met 1.920 zakken van een onbekend dragermateriaal, waarvan 480 stuks gecontamineerd zouden zijn met elk twee kilo cocaïne. Ook wordt in de berichten de naam van de man genoemd die als chemicus verantwoordelijk zou zijn voor het extraheren van de verdovende middelen in Nederland, verdachte [medeverdachte 1] .
De bedoelde containers zijn op 24 juli 2023 afgeleverd bij verdachte [medeverdachte 2] op het adres [adres 2] . Daar zijn de zakken, gevuld met magnetisch ijzer (metaalgrit), uit de containers gehaald.
[medeverdachte 1] arriveert vanuit Colombia via Parijs op 4 augustus 2023 in Rotterdam.
Op 9 augustus 2023 wordt [medeverdachte 1] opgehaald door verdachte [medeverdachte 3] in een witte Seat Leon. Op een locatie in Heinenoord stappen beide verdachten over in een Opel Combo, die vervolgens naar een loods aan de [adres 3] rijdt.
Bij de doorzoekingen op 10 augustus 2023 worden op het adres aan de [adres 2] en op het adres [adres 3] identieke zakken metaalgrit aangetroffen. Het NFI heeft de aanwezigheid van cocaïne in die zakken metaalgrit niet kunnen vaststellen. In een loods aan de [adres 3] wordt een cocaïnewasserij in opbouwfase aangetroffen. Verdachte [verdachte] is eigenaar van de loods aan de [adres 3].
4.2.
Standpunt officier van justitie en verdediging
Standpunt officier van justitie
Op basis van de stukken in het dossier is er onvoldoende bewijs om te kunnen vaststellen dat de verdachte opzettelijk zijn loods aan de [adres 3] ter beschikking heeft gesteld ten behoeve van de productie van cocaïne, of dat hij wist dat er in die loods door anderen een cocaïnewasserij werd opgebouwd. Bij die stand van zaken dient de verdachte te worden vrijgesproken.
Standpunt verdediging
De verdachte wist niet wat zich in de betreffende loods afspeelde en is op geen enkele wijze betrokken geweest bij de opbouw van de cocaïnewasserij. Het opsporingsonderzoek geeft geen aanwijzingen dat dit anders is. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.
4.3.
Beoordeling
In de loods van de verdachte werden 171 zakken metaalgrit aangetroffen. Vermoed wordt dat deze zakken afkomstig zijn uit twee containers die enkele weken eerder op het bedrijfsterrein van de medeverdachte [medeverdachte 2] in ’s Graveland zijn afgeleverd. Volgens informatie van het LIRC zou een deel van de geleverde zakken gecontamineerd zijn met cocaïne. In ’s Graveland en in Heinenoord werden in totaal 1462 zakken metaalgrit aangetroffen, die echter in alle gevallen geen cocaïne bleken te bevatten. Volgens de politie zijn maximaal 257 zakken van de oorspronkelijk geïmporteerde containerlading niet teruggevonden. Chatberichten in het dossier geven aanwijzingen dat (enkele van) de vermiste zakken mogelijk wel cocaïne bevatten en dat de betrokken verdachten voorbereidingen troffen om de cocaïnewasserij in de loods in Heinenoord op korte termijn in gebruik te nemen.
Bij de beantwoording van de vraag of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a Opiumwet kunnen verschillende omstandigheden als potentieel belastend worden aangemerkt. De rechtbank benoemt het feit dat de verdachte als eigenaar zelf toegang had tot de loods en volgens zijn verklaring enkele dagen voor de doorzoeking hiervan een sleutel heeft gegeven aan de medeverdachte [medeverdachte 4] . Van de verdachte mocht daarbij een verhoogde opmerkzaamheid worden verwacht, omdat hij bekend was met de eerdere inzet door derden van een van zijn loodsen voor hennepteelt. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat de eigenaar van de zakken metaalgrit maatregelen had getroffen om de op te zetten cocaïnewasserij voor de verdachte verborgen te houden. Uit chatgesprekken blijkt voorts dat enkele medeverdachten op de hoogte waren van de tijdstippen waarop er geen klanten waren op het bedrijfsterrein en zij kennelijk ongezien hun gang zouden kunnen gaan. Ook in het licht van de grote financiële belangen bij deze onderneming en het risico wanneer de eigenaar van de loods de politie zou alarmeren, roept dit alles vragen op ten aanzien van de wetenschap van de verdachte van de drugsgerelateerde activiteiten op zijn terrein.
Tegenover deze omstandigheden staat echter de tijdspanne van slechts enkele dagen tussen verdachtes contact met [medeverdachte 4] en het aantreffen van de cocaïnewasserij. De verdachte had in deze dagen veel afspraken buitenshuis en er is geen bewijs dat hij op de momenten dat hij wel aanwezig was op het terrein moet hebben geweten van de activiteiten in de loods. In de loods zijn geen goederen aangetroffen aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de verdachte hierbij betrokken is geweest. Daarnaast past het verhuren van een loods binnen de reguliere diensten die de verdachte aanbood. Daarmee is niet buiten redelijke twijfel vast te stellen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, zodat hij bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs hiervan zal worden vrijgesproken.

5.In beslag genomen voorwerpen

5.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen voorwerpen te onttrekken aan het verkeer.
5.2.
Standpunt verdediging
De verdachte is geen eigenaar en had geen wetenschap van de in beslag genomen voorwerpen. De raadsman refereert zich met betrekking tot het beslag aan het oordeel van de rechtbank.
5.3.
Beoordeling
De in beslag genomen voorwerpen zijn aangetroffen in de loods in Heinenoord, waar zich een cocaïnewasserij in opbouw bevond. De rechtbank heeft in dit vonnis vastgesteld dat met de voorwerpen onder nummers 1 t/m 6 en 8 t/m 10 op de beslaglijst (door anderen dan de verdachte) een strafbaar feit is begaan. Als onderdeel van een cocaïnewasserij in opbouw is sprake van een onwettig gebruik van deze voorwerpen. De rechtbank acht het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en met het algemeen belang, zodat deze voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer.
Ten aanzien van nummer 7 op de beslaglijst (zakken met in totaal 4000 kilo niet-gecontamineerde metaalgrit) zal de bewaring worden gelast ten behoeve van de rechthebbende, nu thans geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt.

6.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b en 36d van het Wetboek van Strafrecht.

7.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
-
verklaart onttrokken aan het verkeer:
1) 1 stk niet te definiëren goederen (omschrijving: stift voor Dacty), nummer: [proces-verbaalnummer 1] ;
2) 1 stk niet te definiëren goederen (omschrijving: stift voor Dacty), nummer [proces-verbaalnummer 2]
3) 1 stk niet te definiëren goederen (omschrijving: glazen pot v dacty en verdomi), nummer [proces-verbaalnummer 3]
4) 1 stk niet te definiëren goederen (omschrijving: glazen pot v dacty en verdomi), nummer [proces-verbaalnummer 4]
5) 1 stk niet te definiëren goederen (omschrijving: glazen pot v dacty en verdomi), nummer [proces-verbaalnummer 5]
6) 1 stk niet te definiëren goederen (omschrijving: glazen pot v dacty en verdomi), nummer [proces-verbaalnummer 6]
8) 1 stk handschoenen (omschrijving: plastic witte handschoenen voor dacty en verdomi), nummer [proces-verbaalnummer 7]
9) 1 stk handschoenen (omschrijving: plastic witte handschoenen voor dacty en verdomi), nummer [proces-verbaalnummer 8]
10) 1 stk handschoenen (omschrijving: plastic witte handschoenen voor dacty en verdomi), nummer [proces-verbaalnummer 9] .
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
7) 4000 kg zak (omschrijving: zakken met zwart grit vermoedelijk gecontamineerd met cocaïne), nummer [proces-verbaalnummer 10] .
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mrs. J.J. Klomp en I. Tillema, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 17 juli 2023 tot en met 10 augustus 2023
te Heinenoord en/of Antwerpen, althans in Nederland en/of België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van een of meer (handels)hoeveelhe(i)d(en) cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of te verschaffen, en/of
- een voorwerp(en) en/of vervoermiddel(en) en/of stof(fen) voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den)om te vermoeden dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar opzettelijk
- een of meer ontmoeting(en) en/of bespreking(en) gehad met betrekking tot het invoeren/binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of afleveren en/of vervoeren van die cocaïne met zijn mededader(s) en/of één of meer andere perso(o)n(en); en/of
- een of meer loods(en) en/of schuur en/of opslagruimte, althans één of meer ruimtes behorende bij het perceel aan de [adres 3] , ter beschikking gesteld; en/of
- aanpassingen/verbouwingen aan/bij die loods(en) en/of schuur en/of opslagruimte, althans aan/bij die één of meer ruimtes aangebracht en/of (laten) aanbrengen ten behoeve van de opslag van chemicaliën, en/of grondstoffen en/of materialen en/of ten behoeve van de inrichting van een productieruimte, en/of;
- 171 zaken met dragermateriaal (ijzerpoeder/zwart grit) voorhanden gehad; en/of
- speciekuipen, (prullen/afval/opberg)bakken, maatbekers, emmers, (opberg)boxen, een waterkoker en/of tonnen aangeschaft en/of voorhanden gehad ten behoeve van het bereiden en/of bewerken van die cocaïne; en/of
- diverse chemische stoffen, waaronder ammonia, caustic soda, ethylacetaat, zwavelzuur, benzine en/of ‘industrial solvent’ bevattende hexaan(-2-methylpentaan) en/of ‘industrial cleaner’ bevattende zoutzuur voorhanden gehad; en/of
- notities inhoudende recepten voor het terugwinnen van cocaïne uit een dragermateriaal voorhanden gehad en/of
- ( delen van) een (proef)productieopstelling opgezet en/of geplaatst en/of laten opzetten/plaatsen ten behoeve van de productie van verdovende middelen,
waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
(art 10a lid 1 ahf/sub 1 Opiumwet)