ECLI:NL:RBROT:2025:4673
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in een bestuurszaak na einduitspraak
Op 17 april 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. E.J. Rutten, rechter in een bestuurszaak. Verzoekster, wonende te Hoogvliet, heeft op 1 april 2025 een schriftelijk verzoek tot wraking ingediend, nadat de rechter op 26 maart 2025 een einduitspraak had gedaan in de hoofdzaak, die een geschil betrof tussen verzoekster en de Korpschef van Politie. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking niet ontvankelijk is, omdat de rechter al een eindbeslissing had genomen en de behandeling van de zaak daarmee was geëindigd. Hierdoor kon het doel van de wraking, namelijk het waarborgen van de onpartijdigheid van de rechter, niet meer worden bereikt. De rechtbank heeft verzoekster op grond van artikel 8, lid 2, aanhef en onder d, van het Wrakingsprotocol niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.