Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 maart 2025 met producties 1-58,
- de conclusie van antwoord van 8 april 2025, tevens houdende voorwaardelijke eis in reconventie, met producties 1-6,
- akte overlegging producties van Batenburg van 8 april 2025 met producties 59-61,
- productie 7 van Enstall c.s.,
- de mondelinge behandeling gehouden op 8 april 2025,
- de pleitnota van Batenburg,
- de pleitnota van Enstall c.s.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in voorwaardelijke reconventie
5.De beoordeling in conventie
De vordering tot het deponeren van de 403-verklaring is ingetrokken
“Te bestellen als order of afroeporder af te nemen binnen 1 jaar (…) Tussentijdse verkoop voorbehouden”. In de raamovereenkomsten die nadien zijn gesloten, staat niet meer dat tussentijdse verkoop is voorbehouden. Batenburg heeft aangevoerd dat het prijsgeven van dat voorbehoud haar uitleg ondersteunt, omdat hieruit blijkt dat Batenburg de voorraad nog uitsluitend voor Enstall Europe beschikbaar hield. Enstall c.s. hebben hier tegenover gezet, dat er voor de geschrapte passage ook niets is teruggekomen en met name niet een expliciete verplichting om de ingekochte, maar niet afgeroepen producten af te nemen.
6.De beoordeling in voorwaardelijk reconventie
7.De beslissing
1734, 1729]