Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 13 dagen met aftrek van voorarrest en een taakstraf van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 13 (dertien) dagen;
taakstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
30 dagen;
€ 11.062,19 (zegge: elfduizend tweeënzestig euro en negentien cent), bestaande uit € 8.562,19 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 11.062,19(
hoofdsom, zegge: elfduizend tweeënzestig euro en negentien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 11.062,19 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
90 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.