Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 2 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/129386-24.
4.Waardering van het bewijs
(Rb: adres)”, “Die boy komt nu die pakket brengen”, “Jaa bro regel gwn snel bakkie
(Rb: baksteen)daar in buurt”, “En na die torie moet je gwn ergens daar in de buurt rennen en onder waggie schuilen je adres sturen en dan send k taxi”, “Yow zo komt die pakket met bankoe. Dat is die taxi geld. Om terug te komen”, “Send weer snap vn die bakkie”, “Die boy komt zo. Hij is plakband gaan halen”, “En bro je moet echt die bakkie gooie en die ding aansteken en in die raam gooie”, “Die bakkie eerst en dan die 6
(Rb: cobra 6)” en “Blijf actief tot hij pakket komt brengen”.
“z'n osso gebost. Ik word ineens gecallie door z’n mama Zeg die puta associeer mij niet in die drama[...].”
zettenen
5.Strafbaarheid feiten
2 primair. medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
3. afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg;
4. een ander door bedreiging met geweld of met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
5. diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, die diefstal gemakkelijk te maken en bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
[slachtoffer 4], te betalen een bedrag van
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 4] te betalen
€ 500,00(hoofdsom,
zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 2.050,00 (zegge: tweeduizend vijftig euro), bestaande uit € 1.050,00 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 3] te betalen
€ 2.050,00(hoofdsom,
zegge: tweeduizend vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.050,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
30 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijke gedeelte, groot 48 dagen, van de bij vonnis van 4 juli 2024 van de kinderrechter aan de veroordeelde opgelegde jeugddetentie en vervangt dit door een gevangenisstraf.