Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
kledingen
immateriële schadezullen de bedragen worden vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het bewezenverklaarde, 2 mei 2023.
medisch advieszal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van deze factuur, 5 maart 2025, nu de raadsvrouw van de benadeelde partij ter zitting onbetwist heeft gesteld dat de factuur direct na ontvangst door de benadeelde partij is voldaan.
eigen risico,
medicatie,
reiskosten,
huishoudelijke hulp,
persoonlijke verzorgingen
verlies verdienvermogenzullen de bedragen, bij gebreke van concrete aanknopingspunten op welk moment deze schade is geleden, worden vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van deze uitspraak, 2 april 2025.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
een gedeelte, groot 118 (honderdachttien) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 dagen;
[benadeelde partij], te betalen een bedrag
van € 15.569,27 (zegge: vijftienduizend vijfhonderdnegenenzestig euro en zevenentwintig eurocent), bestaande uit € 8.069,27 aan materiële schade en € 7.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de data zoals hieronder weergegeven tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij]te betalen
€ 15.569,27 (zegge: vijftienduizendvijfhonderdnegenenzestig euro en zevenentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hiervoor genoemde data per post tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 15.569,27niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
113 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.