Benadeelde partij 1 – [benadeelde partij 1]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst de vordering van de benadeelde partij tot (immateriële) schadevergoeding voor het overige af;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 17 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 2 - [benadeelde partij 2]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de gevorderde immateriële schade voor het overige;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 24 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 3 - [benadeelde partij 3]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de gevorderde immateriële schade voor het overige;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 24 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 4 - [benadeelde partij 4]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de gevorderde immateriële schade voor het overige;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 15 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 5 – [benadeelde partij 5]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de gevorderde materiële schade voor het overige
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 30 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 6 – [benadeelde partij 6]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het deel van de vordering dat ziet op materiële schade;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 12 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 7 – [benadeelde partij 7]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 12 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 8 – [benadeelde partij 8]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 12 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 9 – [benadeelde partij 9]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 6 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 10 – [benadeelde partij 10]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 6 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 11 – [benadeelde partij 11]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 6 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 12 – [benadeelde partij 12]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 6 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 13 – [benadeelde partij 13]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 14 – [benadeelde partij 14]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 13 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 15 – [benadeelde partij 15]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van het in de tabel opgenomen bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ in de opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 9 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte
hoofdelijkmet diens mededaders, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de in de tabel genoemde benadeelde partijen te betalen de daarin genoemde bedragen aan materiële en/of immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de in de tabel genoemde data tot aan de dag der algehele voldoening;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd;
Benadeelde partij 16 – [benadeelde partij 16]
Benadeelde partij 17 – [benadeelde partij 17]
verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele, voorzitter,
en mr. W.J.M. Diekman en mr. J.C. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.B.A. Slebus en mr. T.W. Veldhoen, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter, jongste rechter en eerste griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op 10 september 2024 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3]
opzettelijk en
met voorbedachten rade
van het leven te beroven,
voor de woning van die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] op de [adres 2]
, althans in het portiek van die woning ter hoogte van de voordeur, een explosief
tot ontploffing heeft gebracht, danwel anderszins een explosie heeft veroorzaakt of brand heeft
gesticht door het bijbrengen van hitte of vuur in enigerlei vorm aan een brandbare stof, waarna een
grote brand is ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 289 Wetboek van. Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op 10 september 2024 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3]
opzettelijk en
met voorbedachten rade
van het leven te beroven,
voor de woning van die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] op de [adres 2]
, althans in het portiek van die woning ter hoogte van de voordeur, een explosief
tot ontploffing heeft/hebben gebracht, danwel anderszins een explosie heeft/hebben veroorzaakt of
brand heeft/hebben gesticht door het bijbrengen van hitte of vuur in enigerlei vorm aan een
brandbare stof, waarna een grote brand is ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
bij welk misdrijf hij, verdachte, in de periode van 9 september tot en met 10 september 2024 in
Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan den Ijssel, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is
geweest en/of opzettelijk middelen heeft verschaft door:
- [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] de avond voor de ontploffing naar de [locatie] te
rijden;
- [medeverdachte 1] naar de (nabije) omgeving van de [adres 2] te vervoeren en/of na
het misdrijf die [medeverdachte 1] weer op te halen en zo de vlucht mogelijk te maken
(art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 48 lid 1 ahf/sub 1, art 48 lid 1 ahf/sub 2)
2.
hij op of omstreeks 10 september 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief, althans explosief materiaal, voor de
woning van de [adres 2] te plaatsen en dit tot ontploffing te brengen, danwel brand
heeft gesticht door het bijbrengen van hitte of vuur in enigerlei vorm aan een brandbare stof bij die
woning;
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde woning en/of omliggende woningen en/of in
die woningen aanwezige goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners van
voornoemde woning en/of omliggende woningen
te duchten was;
(art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op 10 september 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief, althans explosief materiaal voor de
woning van de [adres 2] te plaatsen en tot ontploffing te brengen, danwel brand
heeft gesticht door het bijbrengen van hitte of vuur in enigerlei vorm aan een brandbare stof bij die
woning;
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde woning en/of omliggende woningen en/of in
die woningen aanwezige goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners van
voornoemde woning en/of omliggende woningen
te duchten was;
bij welk misdrijf hij, verdachte, in de periode van 9 september tot en met 10 september 2024 in
Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan den Ijssel, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is
geweest en/of opzettelijk middelen heeft verschaft:
- door [medeverdachte 1] /of [medeverdachte 2] de avond voor de ontploffing naar de [locatie] te
rijden;
- door die [medeverdachte 1] naar de (nabije) omgeving van de [adres 2] te vervoeren
en/of na het misdrijf die [medeverdachte 1] weer op te halen en aldus de vlucht mogelijk te maken
(art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 48 lid 1 ahf/sub 1, art 48 lid 1 ahf/sub 2)
3
hij op 21juni 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief, althans explosief materiaal, voor het
pand aan de [adres 3] te plaatsen en dit tot ontploffing te brengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemd pand en/of omliggende panden
en/of woningen en/of in die panden aanwezige goederen te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] op 21juni 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief, althans explosief materiaal voor het pand
aan de [adres 3] te plaatsen en dit tot ontploffing te brengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemd pand en/of omliggende panden
en/of woningen en/of in die panden aanwezige goederen te duchten was;
bij welk misdrijf hij, verdachte, in de periode van 20juni tot en met 21 juni 2024 in Rotterdam en/of
Nieuwerkerk aan den Ijssel, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of
opzettelijk middelen heeft verschaft door die [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) naar de (nabije)
omgeving van de [adres 3] te vervoeren en/of na het misdrijf die [medeverdachte 2] weer op te
halen en zo de vlucht mogelijk te maken;
(art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 lid 1 ahf/sub 1, art 48 lid 1 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)