Benadeelde partij 1 – [benadeelde partij 1]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de gevorderde immateriële schade voor het overige;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 153 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 2 - [benadeelde partij 2]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de gevorderde immateriële schade voor het overige;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 22 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 3 - [benadeelde partij 3]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de gevorderde immateriële schade voor het overige;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 22 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 4 - [benadeelde partij 4]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de gevorderde immateriële schade voor het overige;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 13 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 5 – [benadeelde partij 5]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de vordering van de benadeelde partij voor zover deze zien op toekomstige schade;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 27 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 6 – [benadeelde partij 6]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het deel van de vordering dat ziet op materiële schade;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 11 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 7 – [benadeelde partij 7]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 11 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 8 – [benadeelde partij 8]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 11 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 9 – [benadeelde partij 9]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 5 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 10 – [benadeelde partij 10]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 5 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 11 – [benadeelde partij 11]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 5 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 12 – [benadeelde partij 12]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 5 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 13 – [benadeelde partij 13]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de vordering van de benadeelde partij voor zover deze zien op toekomstige schade en de overige materiële schade;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 18 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 14 – [benadeelde partij 14]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 11 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 15 - [benadeelde partij 15]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de vordering van de benadeelde partij voor zover deze zien op de overige materiële schade;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 1 en 2 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 8 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededaders, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de in de tabel onder feit 1 en 2 genoemde benadeelde partijen te betalen de daarin genoemde bedragen aan materiële en/of immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de in de tabel genoemde data tot aan de dag der algehele voldoening;
Benadeelde partij
Toegewezen materiële schade
Toegewezen immateriële schade
Totaal toegewezen schade
Schadevergoedings-
maatregel
Aantal dagen gijzeling
Wettelijke rente vanaf
Benadeelde partij 16:
[benadeelde partij 16]
€ 15.200,-
-
€ 15.200,-
€ 15.200,-
33
21 juni 2024
Benadeelde partij 17:
[benadeelde partij 17]
-
€ 2.000,-
€ 2.000,-
€ 2.000,-
4
21 juni 2024
Benadeelde partij 16 - [benadeelde partij 16]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 3 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 juni 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering voor zover deze ziet op het omzetverlies;
wijst af de vordering van de benadeelde partij voor zover deze zien op de overige materiële schade;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 3 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 3 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 33 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Benadeelde partij 17 – [benadeelde partij 17]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘totaal toegewezen schade’ van de onder feit 3 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 juni 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel van schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 3 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de onder feit 3 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 4 dagen; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd;
wijst af de gevorderde tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 27 juni 2023 van de kinderrechter van de rechtbank Den Haag aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke werkstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele, voorzitter,
en mr. W.J.M. Diekman en mr. J.C. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.B.A. Slebus en mr. T.W. Veldhoen, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter, jongste rechter en eerste griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op 10 september 2024 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3]
opzettelijk en
met voorbedachten rade
van het leven te beroven,
voor de woning van die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] op de [adres 2] , althans in het portiek van die woning ter hoogte van de voordeur, een explosief tot ontploffing heeft gebracht, danwel anderszins een explosie heeft veroorzaakt of brand heeft gesticht door het bijbrengen van hitte of vuur in enigerlei vorm aan een brandbare stof, waarna een grote brand is ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] op 10 september 2024 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3]
opzettelijk en
met voorbedachten rade
van het leven te beroven,
voor de woning van die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] op de [adres 2] , althans in het portiek van die woning ter hoogte van de voordeur, een explosief tot ontploffing heeft/hebben gebracht, danwel anderszins een explosie heeft/hebben veroorzaakt of brand heeft/hebben gesticht door het bijbrengen van hitte of vuur in enigerlei vorm aan een brandbare stof, waarna een grote brand is ontstaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
bij welk misdrijf hij, verdachte, in de periode van 23 augustus tot en met 10 september 2024 in Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan den IJssel, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:
- op internet te zoeken naar de zoekterm “wat de celstraf is voor het besturen van een auto bij een explosief”;
- samen met [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] de avond voor de ontploffing naar de [locatie 1] te rijden;
- een afbeelding met het adres van het doelwit “ [adres 2] helemaal boven rechts” op zijn telefoon te hebben en te verwerken en/of daarmee een handeling te verrichten;
- het adres [adres 2] in te voeren op Google Maps en/of Apple Maps en via de functie Streetview het straatbeeld te bekijken;
- aan zijn medeverdachte [medeverdachte 1] een betaling te verrichten;
2.
hij op of omstreeks 10 september 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief, althans explosief materiaal, voor de woning van de [adres 2] te plaatsen en dit tot ontploffing te brengen, danwel brand heeft gesticht door het bijbrengen van hitte of vuur in enigerlei vorm aan een brandbare stof bij die woning;
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde woning en/of omliggende woningen en/of in die woningen aanwezige goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners van voornoemde woning en/of omliggende woningen
te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] op 10 september 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht door een explosief, althans explosief materiaal voor de woning van de [adres 2] te plaatsen en tot ontploffing te brengen, danwel brand heeft/hebben gesticht door het bijbrengen van hitte of vuur in enigerlei vorm aan een brandbare stof bij die woning;
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemde woning en/of omliggende woningen en/of in die woningen aanwezige goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners van voornoemde woning en/of omliggende woningen
te duchten was;
bij welk misdrijf hij, verdachte, in de periode van 23 augustus tot en met 10 september 2024 in Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan den IJssel, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:
- op internet te zoeken naar de zoekterm “wat de celstraf is voor het besturen van een auto bij een explosief”;
- met [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] de avond voor de ontploffing naar de [locatie 1] te rijden;
- een afbeelding met het adres van het doelwit “ [adres 2] helemaal boven rechts” op zijn telefoon te hebben en te verwerken en/of daarmee een handeling te verrichten;
- het adres [adres 2] in te voeren op Google Maps en/of Apple Maps en via de functie Streetview het straatbeeld te bekijken;
- aan zijn medeverdachte [medeverdachte 1] een betaling te verrichten;
3
hij op 21 juni 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief, althans explosief materiaal, voor het pand aan [adres 3] te plaatsen en dit tot ontploffing te brengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voornoemd pand en/of omliggende panden en/of woningen en/of in die panden aanwezige goederen te duchten was.