Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.De beoordeling van het verzoek
De toelating
3.De beslissing
/19edeel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) vanwege een problematische schuldensituatie. De rechtbank Rotterdam heeft op 27 februari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 19 februari 2025 is het verzoek behandeld, waarbij de heer [verzoeker] en zijn beschermingsbewindvoerder, mevrouw J. Folugo, aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] zich in een problematische schuldensituatie bevindt en dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden, ondanks dat er ook schulden zijn ontstaan die niet te goeder trouw zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de heer [verzoeker] zijn financiële situatie onder controle heeft gekregen, mede door de ondersteuning van zijn beschermingsbewindvoerder. Hierdoor is het verzoek om toelating tot de WSNP toegewezen. De rechtbank heeft geen eerdere ingangsdatum van de WSNP vastgesteld, omdat niet kon worden aangetoond dat aan de vereiste verplichtingen was voldaan. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 27 februari 2025, met een einddatum op 27 augustus 2026. Tevens zijn er verplichtingen opgelegd aan de heer [verzoeker] tijdens het WSNP-traject, waaronder de informatieverplichting en de afdrachtverplichting. De rechtbank heeft mr. M.C. Franken benoemd tot rechter-commissaris en J.M. Hoogland als bewindvoerder. De beslissing is openbaar uitgesproken op 27 februari 2025.