Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een leerstraf (So-Cool) voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 120 uren, met aftrek van voorarrest, waarvan 60 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zal meewerken aan begeleiding door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: de jeugdreclassering), een passende dagbesteding heeft, zal meewerken aan de begeleiding en behandeling (zoals Psychomotore therapie, hierna: PMT) vanuit ASVZ, zal meewerken aan begeleid wonen, zich zal houden aan een contactverbod met de medeverdachten en het slachtoffer [slachtoffer 1] , de jeugdreclassering zicht geeft op zijn sociale contacten en zich zal houden aan een locatieverbod voor het winkelcentrum Zuidplein, zo lang de jeugdreclassering dit nodig acht;
- met opdracht aan de jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
4.Waardering van het bewijs
aan [slachtoffer 1] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
- een hersenschudding en hersenkneuzingen en
- meerdere verwondingen in het gelaat en
op hethoofd en
- meerdere breuken in de halswervel
en borstwervels en het linker knie gewricht,
heeft toegebracht, door een (stalen) (winkel)wagen (van ongeveer 23,1 kilogram),
(van een hoogte van ongeveer 7,25 meter) op die [slachtoffer 1] te gooien
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
GZ-psycholoog drs. [persoon A]een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 10 augustus 2024. Naast de onder 6.2 genoemde conclusies houdt dit rapport het volgende in.
• passende dagbesteding heeft;
• meewerkt aan de begeleiding en behandeling (zoals PMT) vanuit ASVZ;
• meewerkt aan de door de jeugdreclassering noodzakelijk geachte hulpverlening;
• geen contact heeft met zijn vrienden/medeverdachten, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht,
jeugdreclassering, vertegenwoordigd door [persoon B] ,onder meer naar voren gebracht dat zij sinds maart 2024 betrokken is bij de verdachte. De begeleiding verloopt goed. De verdachte heeft zich goed gehouden aan de schorsingsvoorwaarden en werkt overal aan mee. Gezien wordt dat de verdachte het moeilijk vindt om zich open te stellen. Vanwege zijn problematiek is de verdachte een beïnvloedbare jongen, waardoor er een verhoogde kans is op recidive. Het gaat goed met de verdachte. Hij woont op een woongroep van ASVZ, waar hij intensieve zorg krijgt. De verdachte is inmiddels achttien jaar geworden en hij zal op termijn uitstromen naar een woning voor volwassenen. In de tussentijd zal gewerkt blijven worden aan zijn zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De verdachte werkte tot voor kort bij een autopoetsbedrijf, maar is hiermee gestopt. Binnen ASVZ wordt gezocht naar een passende dagbesteding in de vorm van een baan. De verdachte staat op de wachtlijst voor PMT. De jeugdreclassering sluit zich aan bij het advies van de Raad, met de toevoeging dat de verdachte ook meewerkt aan het begeleid wonen bij ASVZ of een soortgelijke instelling.
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
Reiskosten€ 589,53;
Eigen risico zorgverzekeraar€ 770,- (2 x € 385,00, voor 2024 en 2025);
Gederfde inkomsten€ 2.261,50;
-
Kosten huishoudelijke hulp€ 4.642,00;
-
Vergoeding kosten verblijf in het ziekenhuis€ 245,00 (€ 35 per dag x 7);
-
Kleding€ 250,00;
-
Fiets€ 200,00.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 100.000,- gevorderd, bestaande uit € 85.000 ten aanzien van het lichamelijk letsel en € 15.000 ten aanzien van het psychisch letsel.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
leerstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, waarbij de verdachte dient deel te nemen aan het leerproject So-Cool;
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren;
72 (tweeënzeventig) urente verrichten voorwaardelijke werkstraf resteren;
proeftijd, die wordt vastgesteld op
2 (twee) jaren;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
€ 30.593,53 (zegge: dertigduizend vijfhonderddrieënnegentig euro en drieënvijftig cent), bestaande uit € 5.593,53 aan materiële schade en € 25.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] te betalen
€ 30.593,53(hoofdsom,
zegge: dertigduizend vijfhonderddrieënnegentig euro en drieënvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
€ 7.500 (zegge: zevenduizendvijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] te betalen
€ 7.500(hoofdsom,
zegge: zevenduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.