ECLI:NL:RBROT:2025:4343

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
8 april 2025
Zaaknummer
C/10/697102 / KG ZA 25-274
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot herstel van internetstoring in kort geding afgewezen

In deze zaak, die op 8 april 2025 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben de eiseressen, Axis IT B.V. en GMP GROEP B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, RoutIT B.V., vanwege een aanhoudende internetstoring. De eiseressen vorderden dat RoutIT binnen acht uur na betekening van het vonnis zorg zou dragen voor deugdelijk herstel van de glasvezelaansluiting, met een dwangsom van € 5.000,- per dag bij niet-nakoming. De procedure volgde op een raamovereenkomst tussen Axis IT en RoutIT, waarin RoutIT zich had verplicht om haar diensten beschikbaar te houden. De eiseressen stelden dat RoutIT onvoldoende inspanningen had geleverd om de storing te verhelpen, wat leidde tot een onwerkbare situatie voor hun eindgebruikers.

Tijdens de mondelinge behandeling op 3 april 2025 werd duidelijk dat de internetverbinding op dat moment nog niet was hersteld, ondanks herhaalde meldingen van Axis IT. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiseressen niet kon worden toegewezen, omdat zij niet om nakoming van een inspanningsverbintenis vroegen, maar om een resultaatsverbintenis, wat niet in de overeenkomst was vastgelegd. De rechter concludeerde dat herstel op zeer korte termijn wellicht niet mogelijk was en dat RoutIT niet in gebreke was gebleven op een manier die een veroordeling rechtvaardigde. Uiteindelijk werden de vorderingen van eiseressen afgewezen en werden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/697102 / KG ZA 25-274
Vonnis in kort geding van 8 april 2025
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AXIS IT B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GMP GROEP B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseressen,
advocaat mr. P.J. Winkel te Berkel en Rodenrijs,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROUTIT B.V.,
gevestigd te Ede,
gedaagde,
gemachtigde mr. R. Vermeulen.
Eisers worden hierna afzonderlijk Axis IT en GMP genoemd. Gedaagde wordt RoutIT genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 2 april 2025, met producties 1 tot en met 5;
  • producties 6 tot en met 9 van eisers;
  • de akte wijziging van eis;
  • de spreekaantekeningen van eisers;
  • de spreekaantekeningen van RoutIT.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 3 april 2025 plaatsgevonden. Aan het eind van de mondelinge behandeling hebben partijen te kennen gegeven dat zij op 4 april 2025 omstreeks 17:00 laten weten of de internetverbinding is hersteld. Mr. Winkel heeft de voorzieningenrechter op die datum bericht dat dat niet het geval is en dat eisers vonnis wensen. Het vonnis is vervolgens bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op 8 januari 2024 heeft Axis IT een raamovereenkomst gesloten met RoutIT inzake het ter beschikking stellen van internetlijnen.
2.2.
Op de raamovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden van RoutIT van toepassing, waarin in artikel 13.1 is opgenomen:

RoutIT zal zich inspannen om de Dienst(en), buiten de Onderhoudstijden, beschikbaar te houden.”
2.3.
Axis IT neemt diensten van RoutIT af om aan te bieden aan haar eindgebruikers in het MKB. Eén van deze gebruikers is GMP.
2.4.
Sinds 12 maart 2025 is er een internetstoring bij GMP. Axis IT heeft de storing dezelfde dag nog gemeld bij RoutIT. In de dagen daarna heeft Axis IT veelvuldig (via de portal) contact opgenomen met RoutIT om de storing te verhelpen. Op 1 april 2025 heeft de advocaat van eisers RoutIT gesommeerd om de storing uiterlijk die dag om 17:00 uur te hebben verholpen. Het gevolg van het voortduren van de storing is dat – na een gerealiseerde tijdelijke noodoplossing – er nu sprake is van een relatief trage verbinding die minder stabiel is. Het downloaden en uploaden van grotere bestanden neemt nu meerdere minuten in beslag. Dat leidt in dit pand waar dagelijks circa 50 à 60 personen werkzaam zijn voor GMP tot een onwerkbare situatie.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen – na eiswijziging – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, RoutIT te veroordelen om binnen 8 (acht) uur na betekening van dit vonnis zorg te dragen voor deugdelijk herstel van de storing (bij RoutIT bekend onder casenummer CS0330927) van de glasvezelaansluiting op het adres [adres], waarop de internetdienst met Order ID 15872379 wordt afgenomen, zodanig dat de als productie 3 bij dagvaarding overgelegde orderbevestiging van 3 september 2024 overeengekomen internetsnelheid van 4 Gigabits per seconde wordt gerealiseerd dan wel hersteld, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag, voor elke dag of gedeelte daarvan dat RoutIT hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,-, en met veroordeling van RoutIT in de proceskosten (inclusief nakosten), te vermeerderen met de wettelijke rente.

4.De beoordeling

4.1.
Met de stelling dat eisers schade lijden met iedere dag dat de internetstoring niet is verholpen, is het spoedeisend belang voldoende gegeven. RoutIT heeft het spoedeisend belang ook niet betwist.
4.2.
Eisers gronden hun vordering op nakoming van de overeengekomen inspanningsverplichting die op RoutIT rust om haar diensten beschikbaar te houden voor de klanten van Axis IT. Voor wat betreft de door GMP ingestelde vorderingen is de juridische grondslag onrechtmatige daad. Volgens eisers heeft RoutIT zich onvoldoende ingespannen om de internetstoring te verhelpen.
4.3.
RoutIT wijst erop dat het type Service Level Agreement (SLA) dat Axis IT en RoutIT zijn overeengekomen Axis IT geen aanspraak geeft op de snelst denkbare service. Verder wijst RoutIT erop dat het in haar visie in de rede had gelegen, gelet op het gebruik dat van de aansluiting wordt gemaakt en het belang van de zakelijke gebruikers bij een snelle zoveel mogelijk storingsvrije aansluiting, dat Axis IT meer geld had geïnvesteerd in de kwaliteit van de door haar van RoutIT afgenomen en tegen betaling aan derden zoals GMP ter beschikking gestelde diensten. RoutIT erkent echter dat zij in ieder geval sneller en adequater op de meldingen van Axis IT had moeten reageren dan zij gedurende geruime tijd heeft gedaan. Daarbij heeft zij aangevoerd dat zij zich inmiddels terdege bewust is van de urgentie en dat zij zich inmiddels ook maximaal inspant om de problematiek alsnog zo spoedig mogelijk te doen oplossen.
4.4.
Niet in geschil is dat RoutIT zich moet inspannen om de internetverbinding te doen herstellen. Daartoe is zij contractueel gehouden. Het vloeit ook voort uit de maatschappelijke betamelijkheid. Naar voorlopig oordeel heeft RoutIT dat aanvankelijk onvoldoende gedaan. Axis IT heeft vele meldingen gedaan op de wijze zoals RoutIT dat van haar klanten vraagt. Niettemin werd de urgentie om de meldingen adequaat op te pakken aanvankelijk onvoldoende gezien. Zo heeft RoutIT wel monteurs ingeschakeld, maar bleken deze geen toegang te hebben tot de wijkcentrale vanwege een defect slot, wat bij RoutIT bekend was. Vervolgens is er ondanks de meldingen van Axis IT, niet tijdig adequate vervolgactie ondernomen door RoutIT, ook niet nadat de melding van Axis IT is geëscaleerd binnen RoutIT. RoutIT betreurt naar eigen zeggen dat de storing nog steeds niet is verholpen.
4.5.
In de gegeven omstandigheden mocht in de visie van de voorzieningenrechter van RoutIT worden verwacht dat zij eerder haar uiterste best zou hebben gedaan om de storing zo spoedig mogelijk te verhelpen. Nu zij dit niet heeft gedaan, is zij tekortgeschoten in de nakoming van haar inspanningsverplichting. Dat dit RoutIT mogelijk schadeplichtig maakt jegens Axis IT, rechtvaardigt echter nog geen toewijzing van de vorderingen van eisers. Eisers vorderen immers de storing op zeer korte termijn deugdelijk te herstellen, zodanig dat de overeengekomen internetsnelheid wordt gerealiseerd, dit op straffe van een te verbeuren dwangsom. Daarmee wordt niet de nakoming van een inspanningsverbintenis gevorderd, maar van een resultaatsverbintenis. Een dergelijke resultaatsverbintenis vloeit echter niet voort uit wat Axis IT en RoutIT zijn overeengekomen. Dat RoutIT ook rekening dient te houden met de gerechtvaardigde belangen van GMP bij zo spoedig mogelijk herstel van de aansluiting, kan evenmin rechtvaardigen dat RoutIT er nu toe wordt veroordeeld om op straffe van verbeurte van een dwangsom de verbinding binnen zeer korte termijn te herstellen. Dit hangt samen met het volgende.
4.6.
Herstel op zeer korte termijn is wellicht niet mogelijk. Veroordeling daartoe op straffe van een te verbeuren dwangsom ligt dan niet in de rede.
4.7.
Ter zitting heeft RoutIT toegezegd dat er op vrijdag 4 april 2025 een monteur op locatie zou langskomen en dat de internetverbinding behoudens onverwachte bevindingen naar alle waarschijnlijkheid die dag zou worden hersteld. RoutIT heeft ter zitting verklaard dat zij er van haar zijde alle mogelijke druk op heeft gezet en zet om dit nu (wel) in goede banen te leiden. De verbinding is op vrijdagmiddag niettemin niet hersteld, zo blijkt uit de e-mail van mr. Winkel. Uit dit bericht blijkt echter niet dat er geen monteur is langs geweest. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat er wel een monteur is langs geweest, maar dat direct herstel helaas toch niet mogelijk bleek. Hoe vervelend dat ook voor eisers is, dat brengt niet mee dat er een deugdelijke grond is voor toewijzing van het gevorderde.
4.8.
Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat de vorderingen van eisers worden afgewezen.
4.9.
Eisers krijgen ongelijk. Ter zitting heeft RoutIT echter medegedeeld dat zij de situatie die is ontstaan betreurt en – in afwijking van de spreekaantekeningen – dat zij geen veroordeling van de wederpartijen in de proceskosten vordert, maar verzoekt de proceskosten te compenseren.
4.10.
De proceskosten zullen tussen partijen worden gecompenseerd, zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen, zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2025.