ECLI:NL:RBROT:2025:4333

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 april 2025
Publicatiedatum
8 april 2025
Zaaknummer
10/030452-23 10/030407-23 10/030452-23 10/030407-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake onderzoekswensen in de strafzaken tegen verdachten in de goudroofzaak Elata

Op 4 april 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een tussenbeschikking gegeven in de strafzaken tegen twee verdachten, geboren in 1980 en 1981, in verband met de goudroof uit 2019. De rechtbank heeft op de zitting van 21 maart 2025 de onderzoekswensen van de verdediging besproken. De officieren van justitie, E.J. de Groot en O.T.T. Bakker, hebben hun standpunten uiteengezet. De rechtbank heeft de onderzoekswensen van de verdediging beoordeeld, waarbij zij opmerkt dat de beslissingen voorlopig van aard zijn, gezien de fase van de behandeling. De rechtbank heeft verschillende verzoeken van de verdediging afgewezen, waaronder verzoeken om aanvullend onderzoek naar hacks en de administratie van SDN, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren. Wel heeft de rechtbank het verzoek tot het horen van getuigen [getuige 1] en [getuige 2] toegewezen. Daarnaast heeft de rechtbank de rechter-commissaris opdracht gegeven om te onderzoeken of de plaats delict visueel kan worden vastgelegd met moderne technieken. De behandeling van de zaak is aangehouden tot de regiezitting op 22 september 2025.

Uitspraak

Rechtbank RotterdaM
Team straf 1
Parketnummers: 10/030452-23 ( [verdachte 1] ) en 10/030407-23 ( [verdachte 2] )
Parketnummers ontneming: 10/030452-23 ( [verdachte 1] ) en 10/030407-23 ( [verdachte 2] )
Datum beslissing: 4 april 2025
Beslissingvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, op onderzoekswensen in de zaken tegen de verdachten:
[verdachte 1],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1980,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen te Nederland,
ingeschreven op het adres:
[naam gebouw]
[adres]
[postcode] , [plaats] [land] ,
raadsvrouw mr. K. Blonk, advocaat te Rotterdam,
en
[verdachte 2],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] 1981,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen te Nederland,
ingeschreven op het adres:
[postbusnummer]
[plaats]
[land] ,
Raadsman mr. M. Jansen, advocaat te Rotterdam.

1.Algemeen

Deze beslissing is gegeven naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 maart 2025. Op deze zitting heeft de verdediging onderzoekswensen ingediend.
De officieren van justitie mrs. E.J. de Groot en O.T.T. Bakker (hierna: de officier van justitie) hebben op de terechtzitting van 21 maart 2025 gereageerd en hun standpunten uiteengezet.
De rechtbank zal hieronder beslissen op de onderzoekswensen.
De rechtbank merkt op voorhand op dat alle overwegingen en daaraan gekoppelde beslissingen die hierna volgen naar hun aard en inhoud - gelet op de fase waarin de behandeling van de strafzaken zich bevindt - een voorlopig karakter hebben.
De rechtbank merkt tot slot op dat zij na afloop van de terechtzitting, op 25 maart 2025, een e-mailbericht heeft ontvangen van de officier van justitie mr. E.J. de Groot. De verdediging heeft tevens een afschrift van dit e-mailbericht ontvangen.
2.
Beslissingen ten aanzien van de onderzoekswensen
De rechtbank zal bij de beoordeling van de onderzoekswensen de volgorde aanhouden zoals door de verdediging op de zitting is gedaan.
I. Het doen van aanvullend onderzoek
I-A Onderzoek naar Hacks
Het verzoek wordt afgewezen. Op de zitting heeft de verdediging geen concrete aanwijzingen naar voren gebracht voor het scenario dat sprake is geweest van een hack. Het slechts in het algemeen benoemen dat hacks voorkomen is daarvoor onvoldoende. Er is geen begin van aannemelijkheid dat hiervan in dit geval sprake is geweest. Het verzoek is onvoldoende onderbouwd.
I-B Aanvullend onderzoek naar de vierde uitgang
Gelet op hetgeen de verdediging op de zitting heeft meegedeeld begrijpt de rechtbank dat dit verzoek wordt geparkeerd. De verdediging zal eerst het aanvullende proces-verbaal van 19 maart 2025 bestuderen en bezien of de vragen van de verdediging aan de hand daarvan worden beantwoord. Gelet hierop zal de rechtbank nu geen beslissing nemen op het verzoek.
I-C Aanvullend onderzoek naar opslaghokken in de kluisruimte
Op de zitting is gesproken over het mogelijk organiseren van een schouw op de plaats delict. Op die manier kunnen alle betrokkenen in de gelegenheid worden gesteld om inzicht de krijgen in de situatie ter plaatse. De verdediging en de officier van justitie achten het van belang dat ook de rechter-commissaris die de getuigen zal horen kennis neemt van de plaats delict.
De rechtbank ziet niet in hoe een schouw in aanwezigheid van de rechter-commissaris kan worden georganiseerd. Ex artikel 318 Wetboek van Strafvordering (Sv) is een schouw een tijdelijke verplaatsing van het onderzoek ter terechtzitting. De wet voorziet niet in de aanwezigheid van de rechter-commissaris daarbij.
De rechtbank overweegt dat het met nieuwe technieken – zoals 360 graden opnamen en een VR-bril – mogelijk is om opnames te laten maken van de plaats delict en deze nadien te bekijken. Deze opnames kunnen vervolgens in het procesdossier worden gevoegd. Op die manier kunnen zowel de rechter-commissaris die de getuigen zal horen, alsook alle overige betrokkenen in de gelegenheid worden gesteld inzicht te krijgen in de situatie ter plaatse.
De rechtbank zal opdracht geven aan de rechter-commissaris om onderzoek te doen naar deze mogelijkheid en om die reden nu nog geen formele beslissing nemen op dit punt.
I-G Onderzoek door een deskundige (vervallen)
De rechtbank begrijpt dat dit punt is komen te vervallen, zodat hierop geen beslissing zal worden genomen.
I-J Aanvullend onderzoek over (geen) reparatie van de Volkswagen Transporter
De rechter-commissaris heeft voornoemd verzoek bij beslissing van 28 januari 2025 afgewezen. De verdediging heeft opnieuw verzocht dit aanvullende onderzoek te laten verrichten. De verdediging heeft daartoe echter geen (nieuwe) feiten of omstandigheden aangevoerd. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
I-K Onderzoek naar het telefoonnummer uit de Verenigde Arabische Emiraten
De rechtbank begrijpt dat dit punt niet langer wordt gehandhaafd, zodat hierop geen beslissing zal worden genomen.
II. Voeging van stukken
II-K Administratie van SDN
De rechter-commissaris heeft voornoemd verzoek bij beslissing van 28 januari 2025 afgewezen. De verdediging heeft opnieuw verzocht om de administratie van SDN. De verdediging heeft daartoe echter geen (nieuwe) feiten of omstandigheden aangevoerd. Niet gebleken is dat het verstrekken van de administratie, zonder concrete motivatie voor de relevantie daarvan, van belang is voor enige door de rechtbank in de strafzaken van de verdachten te nemen beslissing op grond van de artikel 348 en 350 Sv. Dit verzoek zal daarom worden afgewezen.
II-O Onderzoeksdossier [persoon A] in soortgelijke zaak
De rechter-commissaris heeft voornoemd verzoek bij beslissing van 28 januari 2025 afgewezen. De verdediging heeft opnieuw verzocht om het onderzoeksdossier. De verdediging heeft echter geen (nieuwe) feiten of omstandigheden aangevoerd. Daarbij heeft de officier van justitie nogmaals benoemd dat bij het openbaar ministerie en de politie niets bekend is over een dergelijk dossier. [persoon A] is ook geen verdachte in onderhavig onderzoek.
De rechtbank acht het verzoek onvoldoende onderbouwd, nu niet concreet is gemotiveerd dat een dergelijk onderzoek heeft plaatsgevonden en ook overigens de relevantie voor de te nemen beslissingen onvoldoende is onderbouwd. Het verzoek zal worden afgewezen.
II-P Verklaring kluisklant van [naam holding]
De rechter-commissaris heeft voornoemd verzoek bij beslissing van 28 januari 2025 afgewezen. De verdediging heeft opnieuw verzocht om deze verklaring. De verdediging heeft echter geen (nieuwe) feiten of omstandigheden aangevoerd. Niet gebleken is dat deze verklaring van belang is voor enige door de rechtbank in de strafzaken van de verdachten te nemen beslissing op grond van de artikel 348 en 350 Sv. Dit verzoek zal daarom worden afgewezen.
III. Verzoeken horen getuigen
III- [getuige 1] en III- [getuige 2]
De officier van justitie heeft zich op de zitting niet verzet tegen het horen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] . Nu de officier van justitie zich niet verzet tegen het horen van voornoemde getuigen en gelet op het aangevoerde verdedigingsbelang, wijst de rechtbank het verzoek van de verdediging tot het horen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] .
III-P [getuige 4] , III-R [getuige 5] , III-T [getuige 6] , III-U [getuige 7] , III-V kluisklant ‘ [naam holding] ’, III-W [getuige 8] , III-Y [getuige 9] en III-Z TCI-informant
De rechter-commissaris heeft voornoemde getuigenverzoeken bij beslissing van 28 januari 2025 afgewezen. De verdediging heeft opnieuw verzocht deze getuigen te horen. De verdediging heeft echter geen (nieuwe) feiten of omstandigheden aangevoerd. Deze verzoeken zullen daarom worden afgewezen.
IV Overig
IV-C Camerabeelden
Op de zitting heeft de verdediging verzocht om verstrekking van alle camerabeelden om alternatieve scenario’s te kunnen onderbouwen.
De rechtbank constateert dat de officier van justitie op de zitting niet op dit verzoek heeft gereageerd, maar dat de officier van justitie na afloop van de zitting een e-mailbericht gestuurd waaruit het volgende blijkt. De politie heeft de officier van justitie laten weten dat het praktisch mogelijk is om alle camerabeelden op een ‘mobile device’ te zetten en aan de verdediging te verstrekken. Het gaat daarbij om ruwe ongeordende data. De verdediging wordt verzocht hiervoor één of meer lege harde schijf/ schijven aan te leveren met een totale omvang van 43 terabyte.
De rechtbank stelt vast dat daarmee voldaan wordt aan het verzoek van de verdediging. Gelet hierop hoeft de rechtbank op dit verzoek geen beslissing te nemen.

3.Conclusie

Gelet op het voorgaande
-
wijst de rechtbank toehet verzoek tot het horen van de getuigen [getuige 1] (III-A) en [getuige 2] (III-B) en verwijst de zaak hiertoe en voor zover aan de orde naar de rechter-commissaris;
-
geeft de rechtbankde rechter-commissaris opdracht onderzoek te doen naar de mogelijkheid om de plaats delict visueel te laten vastleggen en de beelden daarvan in het procesdossier te voegen op een manier waardoor deze daarna met behulp van VR-bril te bekijken zijn;
-
wijst de rechtbank de verzoeken voor het overige af, behoudens voor zover de rechtbank op onderzoekswensen expliciet heeft bepaald daarop geen beslissing te (hoeven) nemen;
-
houdt de behandeling aan– zoals ter terechtzitting besproken en aangezegd –
tot de (regie)zitting van 22 september 2025 om 09:00 uur(geschatte behandeltijd: 60 minuten).
De beslissing is op 4 april 2025 genomen door:
mr. A. Boer, voorzitter,
en mrs. J. van de Klashorst en S.M. den Hollander, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier.
De jongste rechter is buiten staat deze tussenbeslissing mede te ondertekenen.