ECLI:NL:RBROT:2025:4299

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
8 april 2025
Zaaknummer
C/10/690377 / HA ZA 24-1081
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in bevoegdheidsincident en vrijwaringsincident met betrekking tot onbetaalde facturen tussen curator en BRD Global Trading B.V.

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 2 april 2025 uitspraak gedaan in een bevoegdheidsincident en een vrijwaringsincident. De curator van Blue Zone Bikes B.V. vordert betaling van onbetaalde facturen door BRD Global Trading B.V. BRD heeft in deze procedure twee incidenten opgeworpen: een verzoek om onbevoegdheid van de rechtbank en een verzoek om derden in vrijwaring te dagvaarden. De rechtbank heeft zich bevoegd verklaard op basis van een forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes, die stilzwijgend door BRD zijn aanvaard. De rechtbank heeft BRD ook toegestaan om derden in vrijwaring te dagvaarden. De curator heeft zijn vorderingen gebaseerd op een contractuele relatie tussen Blue Zone Bikes en BRD, waarbij BRD facturen heeft ontvangen en betaald. De rechtbank heeft geoordeeld dat de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes van toepassing zijn, en dat BRD geen succesvol beroep kan doen op vernietiging van deze voorwaarden. De rechtbank heeft BRD veroordeeld in de proceskosten van het bevoegdheidsincident en de kosten gecompenseerd in het vrijwaringsincident.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/690377 / HA ZA 24-1081
Vonnis in incident van 2 april 2025
in de zaak van
[eiser]
in hoedanigheid van curator in het faillissement van Blue Zone Bikes B.V.
wonende te Breda,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. E.M.W.J. Janssen te Breda,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BRD GLOBAL TRADING B.V.,
tevens handelend onder de naam DUTCC,
gevestigd te Volendam,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. M.G. Jansen te Haarlem.
Partijen zullen hierna de curator en BRD genoemd worden.

1.Waar de zaak over gaat

1.1.
In de hoofdzaak vordert de curator dat BRD onbetaald gebleven facturen van Blue Zone Bikes B.V. betaalt. BRD heeft in deze procedure twee incidenten opgeworpen. Zij vordert daarin
  • i) dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen en de zaak verwijst naar de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem en
  • ii) dat de rechtbank haar toestaat om derden in vrijwaring te dagvaarden.
De curator verzet zich tegen het onder (i) gevorderde en refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het onder (ii) gevorderde.
1.2.
In dit vonnis beslist de rechtbank op de incidentele vorderingen van BRD. Zij verklaart zich bevoegd om kennis te nemen van de vordering in de hoofdzaak en staat BRD toe de door haar genoemde derden in vrijwaring te dagvaarden.
1.3.
Hierna worden de procedure, de feiten, de vordering in de hoofdzaak, de incidentele vorderingen en de standpunten van partijen, voor zover hier van belang, nader omschreven en wordt het oordeel van de rechtbank uitgelegd.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 11 producties,
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring en onbevoegdverklaring met een productie,
  • de incidentele conclusie van antwoord met producties 11 tot en met 16,
  • de antwoordakte in het incident van BRD.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

3.De feiten

3.1.
Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 13 juni 2023 is Blue Zone Bikes B.V. (verder: Blue Zone Bikes) in staat van faillissement verklaard en is eiser in de hoofdzaak tot curator benoemd.
3.2.
Blue Zone Bikes dreef een groothandel in (elektrische) fietsen en bromfietsen.
3.3.
BRD drijft een groot- en detailhandel in huishoudelijk, lifestyle en sportartikelen en producten. Zij gebruikt de handelsnaam DUTCC.
3.4.
Blue Zone Bikes heeft vanaf 25 oktober 2020 facturen voor geleverde fietsen verzonden en geadresseerd aan “BRD Global Trading B.V. att DUTCC”. Op ieder van die facturen staat:

De algemene voorwaarden zijn altijd van toepassing op leveringen en zijn te vinden op www.BlueZoneMobility.nl”
3.5.
In de jaren 2020, 2021, 2022 en 2023 zijn dergelijke facturen betaald vanaf een bankrekening die aan BRD toebehoort en op naam van DUTCC staat.
3.6.
In de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes staat, voor zover hier van belang:
“Artikel XIV Geschillen
1. alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van een overeenkomst […]
zullen ter beslechting worden voorgelegd aan de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam […]”.

4.De vordering in de hoofdzaak

4.1.
De curator vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
BRD te veroordelen om aan de boedel van Blue Zone Bikes de onbetaald gelaten facturen met een totaalbedrag van € 51.616,53 inclusief BTW te betalen, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente;
BRD te veroordelen om aan de boedel van Blue Zone Bikes € 1.291,17 te betalen ter zake buitengerechtelijke kosten, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente;
BRD te veroordelen in de kosten van het geding, nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.2.
De curator baseert zijn vorderingen op een contractuele relatie tussen Blue Zone Bikes en BRD op grond waarvan Blue Zone Bikes fietsen heeft geleverd en in dat kader facturen aan BRD heeft gestuurd.
4.3.
BRD heeft nog niet voor antwoord geconcludeerd.

5.Het geschil in de incidenten

5.1.
BRD vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vorderingen in de hoofdzaak en in het vrijwaringsincident en de zaak doorverwijst naar de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem;
BRD toestaat om DUTCC B.V. en [naam] in vrijwaring te dagvaarden,
een zodanige termijn voor het nemen van een conclusie van antwoord te bepalen dat de vrijwaringszaak parallel zal lopen aan de hoofdzaak en de conclusie van antwoord in ieder geval niet voor de conclusie van antwoord in de vrijwaringszaak wordt genomen.
5.2.
De curator voert verweer tegen het onder i gevorderde. Hij concludeert dat de rechtbank zich bevoegd zal verklaren om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen en ten aanzien van de vrijwaring zal beslissen zoals de rechtbank geraden acht, alles met veroordeling van BRD in de kosten van het incident.

6.De beoordeling in de incidenten

in het bevoegdheidsincident

6.1.
De curator baseert de bevoegdheid van deze rechtbank om kennis te nemen van de vorderingen in de hoofdzaak op het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes (zie 3.6). Hij stelt dat tussen Blue Zone Bikes en BRD een contractuele relatie bestond en dat de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes daarop van toepassing zijn.
6.2.
BRD spreekt dat tegen en stelt dat de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem bevoegd is omdat zij in Volendam is gevestigd. Volgens BRD is er geen sprake van een contractuele relatie tussen haar en Blue Zone Bikes en kan het beroep op het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes daarom niet slagen. Voor het geval de rechtbank oordeelt dat die contractuele relatie wel bestaat voert BRD aan dat Blue Zone Bikes haar algemene voorwaarden niet van toepassing heeft verklaard. Daarnaast roept BDR dan de vernietiging van de algemene voorwaarden in omdat deze niet correct aan haar ter hand zijn gesteld.
6.3.
De rechtbank oordeelt dat zij bevoegd is om van de vorderingen in de hoofdzaak kennis te nemen en licht dat toe als volgt.
6.4.
De rechtbank neemt als uitgangspunt dat tussen Blue Zone Bikes en BRD een contractuele relatie bestond. Dat is namelijk de rechtsgrond waarop de curator zijn vorderingen in de hoofdzaak baseert. Een andere rechtsgrond voor die gepretendeerde vorderingen is niet gesteld. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is daarom of zij bevoegd is om kennis te nemen van vorderingen die zijn gebaseerd op een contractuele relatie tussen partijen. De vraag of die vorderingen en de gestelde rechtsgrond daarvoor daadwerkelijk bestaan, hoeft in dit incident niet door de rechtbank te worden beantwoord. Dat dient in de hoofdzaak plaats te vinden.
6.5.
Uitgaande van een contractuele relatie tussen Blue Zone Bikes en BRD zijn naar het oordeel van de rechtbank om de volgende redenen daarop de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes van toepassing.
6.6.
Algemene voorwaarden zijn op een overeenkomst van toepassing indien de gebruiker van die algemene voorwaarden voor het sluiten van de betreffende overeenkomst duidelijk heeft gemaakt dat hij deze wil laten gelden en de wederpartij de gelding van de algemene voorwaarden heeft aanvaard. Die aanvaarding kan ook stilzwijgend plaatsvinden.
6.7.
De openstaande facturen waarvan de curator betaling vordert zijn 12 facturen over de periode 14 oktober 2022 tot en met 26 april 2023 (verminderd met 4 creditnota’s uit die periode). Uit de inhoud van deze facturen blijkt dat ze betrekking hebben op leveringen vanaf september 2022.
6.8.
Vanaf 21 maart 2022 was er al sprake van een bestendige relatie tussen partijen waarop de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes van toepassing waren. Uit de bankafschriften die de curator heeft overgelegd blijkt namelijk dat BRD in de jaren 2020 en 2021 meerdere facturen van Blue Zone Bikes heeft ontvangen en betaald en ook dat zij op 21 maart 2022 negen facturen van Blue Zone Bikes betaalde. Verder staat vast dat op de facturen die BRD van Blue Zone Bikes ontving steeds stond dat haar algemene voorwaarden altijd van toepassing zijn op de leveringen. Die verwijzing maakte duidelijk dat die algemene voorwaarden niet alleen van toepassing waren op de specificatie levering maar op alle leveringen die Blue Zone Bikes aanging. BRD heeft niet tegengesproken dat na ontvangst van die facturen zonder protest weer nieuwe bestellingen bij Blue Zone Bikes zijn gedaan. Daarmee is de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes op de leveringen van Blue Zone Bikes stilzwijgend aanvaard.
6.9.
Het beroep van BRD op vernietiging van de algemene voorwaarden van Blue Zone Bikes omdat die niet correct aan haar ter hand zijn gesteld, faalt. De curator heeft namelijk, onder verwijzing naar artikel 6:235 lid 1 sub a BW, gesteld dat BRD meerdere jaarrekeningen openbaar heeft gemaakt. De rechtbank begrijpt deze stelling aldus dat de curator stelt dat BRD haar jaarrekening openbaar heeft gemaakt ten tijde van het sluiten van de overeenkomst(en). BRD heeft op dit punt geen verweer gevoerd. Hieruit volgt dat BRD geen beroep op de ingeroepen vernietigingsgrond toekomt (artikel 6:235 lid 1 sub a BW). Op de vraag of de algemene voorwaarden correct aan BRD ter hand zijn gesteld gaat de rechtbank daarom bij gebrek aan belang niet in.
6.10.
Uit dit alles volgt dat deze rechtbank op grond van het forumkeuzebeding in de toepasselijke algemene voorwaarden bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen in de hoofdzaak.
6.11.
BRD zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het bevoegdheidsincident. De rechtbank begroot deze aan de zijde van de curator op € 614,00 (1 punt x tarief II à € 614,00) aan salaris advocaat.
in het vrijwaringsincident
6.12.
De incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring is tijdig en vóór alle weren genomen.
6.13.
Een gedaagde kan iemand in vrijwaring oproepen indien hij meent hiertoe gronden te hebben (artikel 210 lid 1 Rv). Voldoende is dat de gedaagde in de hoofdzaak genoegzaam stelt, dat tussen hem en de derde een rechtsverhouding bestaat krachtens welke de derde verplicht is de nadelige gevolgen van een veroordeling van gedaagde in de hoofdzaak te dragen.
6.14.
BRD heeft voldoende gesteld dat in het geval de vorderingen in de hoofdzaak (gedeeltelijk) toewijsbaar zijn er tussen haar en DUTCC B.V. en tussen haar en Looms rechtsverhoudingen bestaan die hen tot vrijwaring verplichten, zodat aan de vereisten voor oproeping in vrijwaring is voldaan.
6.15.
Omdat BRD zich daarnaast heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, zal de rechtbank de incidentele vordering toewijzen.
6.16.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het vrijwaringsincident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zal de rechtbank de proceskosten compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in de hoofdzaak
6.17.
BRD moet in de hoofdzaak nog een conclusie van antwoord nemen. Daarvoor zal de rechtbank de normale termijn van zes weken hanteren (artikel 2.5 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken). De vrijwaringszaak rechtvaardigt geen uitzondering daarop. Zonodig kan na de conclusie van antwoord worden bepaald dat de mondeling behandeling in de hoofdzaak tegelijk met die in de vrijwaringszaak dient plaats te vinden. Die beslissing is echter aan de rechter die inhoudelijk over de hoofdzaak oordeelt.

7.De beslissing

De rechtbank
in het bevoegdheidsincident
7.1.
verklaart zich bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen in de hoofdzaak;
7.2.
veroordeelt BRD in de kosten van dit incident, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 614,00,
7.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in het vrijwaringsincident
7.4.
staat BRD toe om:
 DUTCC B.V., gevestigd te Denekamp en kantoorhoudende te [adres], en
 [naam], wonende te Vriezeveen,
in vrijwaring te dagvaarden tegen de rolzitting van woensdag
14 mei 2024;
7.5.
compenseert de kosten van dit incident tussen partijen, in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
7.6.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van woensdag
14 mei 2024voor conclusie van antwoord aan de zijde van BRD.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Arts. Het is ondertekend oor de rolrechter en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2025.
[2515/3455]