ECLI:NL:RBROT:2025:4265
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen dagvaarding wegens opruiing na Facebookbericht
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 20 maart 2025 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift tegen een dagvaarding wegens opruiing. De verdachte had in 2020 een bericht op Facebook geplaatst dat betrekking had op een cartoon die in een klaslokaal was opgehangen. De rechtbank oordeelde dat het bericht niet als directe opruiing kon worden gekwalificeerd, omdat er geen oproep tot strafbare handelingen in stond en het bericht niet verwees naar een strafbaar feit. De rechtbank maakte ook duidelijk dat de feiten en omstandigheden die door het Openbaar Ministerie werden aangevoerd, niet voldoende waren om te spreken van indirecte opruiing. De zaak verschilde van de 'Context'-zaak, waarin wel sprake was van verheerlijking van geweld. De rechtbank concludeerde dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter het ten laste gelegde feit bewezen zou verklaren. Daarom werd het bezwaar gegrond verklaard en werd de bezwaarde buiten vervolging gesteld. De beslissing werd genomen door de meervoudige raadkamer, bestaande uit drie rechters, en het Openbaar Ministerie heeft de mogelijkheid om hoger beroep aan te tekenen.