Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 oktober 2024, met bijlagen;
- het mondelinge antwoord;
- de akte van Univé, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen N.V. Univé Zorg en een gedaagde die zelf procedeert. De eiser, Univé, vorderde betaling van een achterstand in zorgpremies en zorgkosten van € 256,39, alsook de proceskosten. De gedaagde had een zorgverzekeringsovereenkomst met Univé en had in de periode van 2020 tot en met 2022 niet tijdig de zorgpremie en zorgkosten betaald. Ondanks dat de gedaagde meerdere betalingsregelingen had getroffen, bleef er een achterstand bestaan. Tijdens de zitting op 24 februari 2025 heeft de gedaagde gesteld dat de gemachtigde van Univé, Flanderijn, hem had verzekerd dat er geen schuld meer openstond. De kantonrechter oordeelde echter dat de gedaagde onvoldoende bewijs had geleverd voor deze bewering. De kantonrechter heeft de vorderingen van Univé toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag, inclusief rente en incassokosten. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die op € 472,39 zijn begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Univé het vonnis direct kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.