Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Geldplein Rotterdam (hierna: schuldhulpverlener).
2.Het verzoek
3.Het verweer
4.De beoordeling
5.De beslissing
20 februari 2025;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 19 februari 2025 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 van de Faillissementswet (Fw) voor een voorlopige voorziening ex artikel 287b, eerste lid, Fw. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoekschrift vastgesteld op 12 maart 2025. Tijdens deze zitting is verweerster, Stichting Woonbron, niet verschenen. De rechtbank heeft op 20 maart 2025 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van een bedreigende situatie voor verzoekster, die een ontruiming van haar woning dreigt. Verzoekster heeft de huur van maart 2025 tijdig betaald en er zal budgetbeheer worden opgestart om ervoor te zorgen dat toekomstige huurtermijnen ook tijdig worden voldaan. De rechtbank heeft de voorlopige voorziening toegewezen voor een periode van zes maanden, waarbij de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis is opgeschort. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan zij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.