Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van de RET (ontvangen op 25 september 2024), met bijlagen;
- het verweerschrift van [verweerder] (ontvangen op 14 november 2024), met bijlagen;
- de brief van [verweerder] van 20 november 2024, met een bijlage;
- de spreekaantekeningen van de RET;
- de op zitting voorgelezen tekst van [verweerder] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
dat er enkele personen zijn die een centrale rol spelen in de werkcultuur van de afdeling Veiligheid, te weten [verweerder] en (…) (in de periferie daarvan (…) en in mindere mate (…) versus de sociaal ingestelde leidinggevenden als (…) en met de manager [naam] als middelpunt. Enkele details en uitzonderingen daargelaten, ligt deze tweedeling (of kampen worden ze ook wel genoemd) aan de basis van de problematiek.Verder is duidelijk geworden dat bij [verweerder] het inzicht ontbreekt in welk gevolg zijn houding en gedrag hebben en daarmee ook over de wijze waarop dat gevolg weggenomen zou kunnen worden. Veelzeggend is, is dat hij op de zitting heeft gesuggereerd dat de collega’s die in januari 2024 hun verhaal hebben gedaan in mails aan [naam] onderling contact hebben gehad en dat zij dat in elkaar hebben gedraaid. Daaruit blijkt dat hij de inhoud en strekking van die verhalen niet serieus neemt en dus niet begrijpt wat voor invloed zijn gedrag en houding heeft op die collega’s.