In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Potatonext B.V. en [verweerster]. Beide partijen hebben erkend dat de arbeidsrelatie ernstig is verstoord, maar wijzen elkaar aan als de oorzaak van deze verstoring. Potatonext heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van g-grond, terwijl [verweerster] betwist dat zij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [verweerster], waardoor de transitievergoeding aan haar moet worden betaald. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 maart 2025, met inachtneming van de opzegtermijn. Daarnaast wordt de verzoek van [verweerster] om een billijke vergoeding afgewezen, omdat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van de werkgever. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat [verweerster] niet gebonden is aan een concurrentiebeding, en de proceskosten worden gecompenseerd.