ECLI:NL:RBROT:2025:4048

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
11288756 CV EXPL 24-22079
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing schade-uitkering op grond van (bedrijfs)autoverzekering door verkeerde partij gedagvaard

In deze zaak vordert de eiser, een eenmanszaak, een schade-uitkering op grond van een (bedrijfs)autoverzekering die hij heeft afgesloten via Voogd & Voogd, die als gevolmachtigde van ASR Schadeverzekering N.V. optreedt. De eiser heeft een schade aan zijn auto geclaimd, maar Voogd & Voogd heeft deze claim afgewezen en de dekking van de verzekering beëindigd. De reden hiervoor is dat de eiser volgens de registratie in het handelsregister onjuiste informatie heeft verstrekt over zijn activiteiten, waardoor ASR geen dekking biedt voor de activiteiten die de eiser uitvoert.

Tijdens de zitting op 11 februari 2025 was de eiser niet aanwezig, terwijl zijn gemachtigde, mr. C.A.M.H. Vink, zich eerder had onttrokken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser de verkeerde partij heeft gedagvaard, namelijk Voogd & Voogd in plaats van ASR, de werkelijke verzekeraar. ASR heeft inhoudelijk verweer gevoerd en zich beroepen op de artikelen 7:928, 7:929 en 7:930 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, wat inhoudt dat de eiser bij zijn aanvraag een verkeerde opgave heeft gedaan van zijn activiteiten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eis van de eiser moet worden afgewezen, omdat hij de verkeerde partij heeft gedagvaard. Voogd & Voogd heeft enkel als gevolmachtigde opgetreden en is niet de partij die de schade-uitkering moet vergoeden. De eiser is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 813,-, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de proceskosten onmiddellijk moeten worden betaald, ook als de eiser in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11288756 CV EXPL 24-22079
datum uitspraak: 14 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser], die handelt onder de naam
[handelsnaam],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats] ,
eiser,
gemachtigde: eerst mr. C.A.M.H. Vink, nu zonder gemachtigde,
tegen
Voogd & Voogd Verzekeringen B.V.,
vestigingsplaats: Middelharnis (gemeente Goeree-Overflakkee ),
gedaagde,
gemachtigde: mr. J.H. Tuit (ASR Schadeverzekering N.V.).

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 26 augustus 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen.
1.2.
Op 11 februari 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig de heer [persoon A] (schadebehandelaar bij Voogd & Voogd) en mr. Tuit. [eiser] is niet verschenen. De griffier heeft telefonisch contact opgenomen met het kantoor van mr. Vink, waarbij is doorgegeven dat mr. Vink zich bij brief van 10 januari 2025 heeft onttrokken als gemachtigde van [eiser] . [eiser] is niet verschenen, hoewel hij, voordat zijn gemachtigde zich had onttrokken, wel goed is opgeroepen.

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
[eiser] heeft via Voogd & Voogd een verzekering voor zijn bedrijfsauto afgesloten bij ASR Schadeverzekering N.V. Voogd & Voogd is gevolmachtigde van ASR. [eiser] heeft een schade aan zijn auto geclaimd, waarna Voogd & Voogd de schade heeft afgewezen en de dekking van de verzekering per direct heeft beëindigd. Voogd & Voogd heeft dit gedaan omdat [eiser] een eenmanszaak heeft met volgens de registratie in het handelsregister als activiteiten “
bezorgservice/transport/koerier”, terwijl de verzekering is afgesloten voor “
overig zakelijk gebruik, niet zijnde les, koerier, vervoer goederen derden, taxi, verhuur, maaltijdbezorging, onbetaald personenvervoer, vervoer gevaarlijke stoffen”. [eiser] eist dat Voogd & Voogd veroordeeld wordt om de schade met rente en kosten aan hem te betalen. De schade is volgens hem € 6.783,16.
2.2.
Voogd & Voogd heeft het verweer gevoerd dat [eiser] de verkeerde partij heeft gedagvaard, omdat hij zijn verzekeraar (dus ASR) had moeten aanspreken en niet gevolmachtigde Voogd & Voogd. ASR heeft inhoudelijk verweer gevoerd en zich beroepen op het bepaalde in de artikelen 7:928 BW, 7:929 BW en 7:930 lid 4 BW. Dit komt erop neer dat [eiser] bij zijn aanvraag een verkeerde opgave heeft gedaan van zijn activiteiten. Bij een juiste opgave door [eiser] zou volgens ASR geen verzekering tot stand zijn gekomen, omdat zij helemaal geen dekking biedt aan bedrijven die koeriersdiensten verrichten. Daarom is zij geen uitkering aan [eiser] verschuldigd.
De eis van [eiser] wordt afgewezen
2.3.
De eis van [eiser] wordt afgewezen, omdat hij de verkeerde partij heeft gedagvaard. Hij eist een schade-uitkering op grond van de (bedrijfs)autoverzekering die hij heeft afgesloten. De verzekeraar met wie hij de verzekeringsovereenkomst is aangegaan, is ASR en niet Voogd & Voogd. Voogd & Voogd heeft alleen als gevolmachtigde opgetreden en dat staat ook op het polisblad. In geval van een schade bestaat er eventueel recht op een uitkering door de verzekeraar, niet door de gevolmachtigde. Daarom had [eiser] ASR moeten dagvaarden.
2.4.
ASR heeft in haar antwoord gevraagd om een praktische benadering, zodat de kantonrechter een inhoudelijk oordeel kan geven over de vordering. Omdat [eiser] niet op de zitting aanwezig was, is het niet mogelijk om ASR (alsnog) als partij in deze procedure te betrekken of aan te merken. Daarom kan de kantonrechter geen inhoudelijk oordeel over de eis geven.
[eiser] moet de proceskosten betalen
2.5.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] , omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [eiser] aan Voogd & Voogd moet betalen op € 678,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten × € 339,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 813,-. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals hierna vermeld.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.6.
De proceskostenveroordeling in dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Voogd & Voogd dat eist en [eiser] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de eis af;
3.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die aan de kant van Voogd & Voogd worden begroot op € 813,- met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
verklaart dit vonnis voor zover het de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
51909