In deze zaak vordert de eiser, een eenmanszaak, een schade-uitkering op grond van een (bedrijfs)autoverzekering die hij heeft afgesloten via Voogd & Voogd, die als gevolmachtigde van ASR Schadeverzekering N.V. optreedt. De eiser heeft een schade aan zijn auto geclaimd, maar Voogd & Voogd heeft deze claim afgewezen en de dekking van de verzekering beëindigd. De reden hiervoor is dat de eiser volgens de registratie in het handelsregister onjuiste informatie heeft verstrekt over zijn activiteiten, waardoor ASR geen dekking biedt voor de activiteiten die de eiser uitvoert.
Tijdens de zitting op 11 februari 2025 was de eiser niet aanwezig, terwijl zijn gemachtigde, mr. C.A.M.H. Vink, zich eerder had onttrokken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser de verkeerde partij heeft gedagvaard, namelijk Voogd & Voogd in plaats van ASR, de werkelijke verzekeraar. ASR heeft inhoudelijk verweer gevoerd en zich beroepen op de artikelen 7:928, 7:929 en 7:930 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, wat inhoudt dat de eiser bij zijn aanvraag een verkeerde opgave heeft gedaan van zijn activiteiten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eis van de eiser moet worden afgewezen, omdat hij de verkeerde partij heeft gedagvaard. Voogd & Voogd heeft enkel als gevolmachtigde opgetreden en is niet de partij die de schade-uitkering moet vergoeden. De eiser is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 813,-, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de proceskosten onmiddellijk moeten worden betaald, ook als de eiser in hoger beroep gaat.