Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 september 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met één bijlage;
- de rolbeslissing van 31 januari 2025.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen N.V. Univé Zorg en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, Univé, vordert betaling van achterstallige zorgkosten van in totaal € 438,17, die voortkomen uit zorgkostenfacturen die niet volledig zijn betaald door de gedaagde. De gedaagde heeft een zorgverzekering bij Univé afgesloten en is van mening dat zij de betaling van deze facturen kan uitstellen vanwege een klacht die zij heeft ingediend bij het Franciscus Gasthuis. De gedaagde stelt dat zij een betalingsregeling heeft voorgesteld, maar Univé heeft dit betwist.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de zorgkosten aan Univé verschuldigd is, omdat zij niet heeft gereageerd op de stellingen van Univé en de facturen niet heeft betwist. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde ook de buitengerechtelijke incassokosten en rente aan Univé verschuldigd is. De gedaagde heeft al een deel van het bedrag betaald, maar er blijft nog een openstaand bedrag van € 438,17 over. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van dit bedrag, met rente, en heeft de proceskosten aan de gedaagde opgelegd, die in totaal € 472,39 bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Univé het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.