Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 september 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de brief van 14 oktober 2024, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van Maasdelta van 28 januari 2025, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 maart 2025 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Stichting Maasdelta Groep en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De eiseres, Stichting Maasdelta Groep, heeft een vordering ingesteld wegens huurachterstand en heeft ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning geëist. De huurder, die zelf procedeert, heeft aangevoerd dat er bij aanvang van de huurovereenkomst nog reparaties aan de woning moesten worden uitgevoerd, wat hem deed geloven dat hij de eerste maanden geen huur hoefde te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder een huurachterstand heeft van € 6.081,20 en dat de huurovereenkomst ontbonden moet worden omdat de huurder zijn betalingsverplichtingen niet is nagekomen. De kantonrechter heeft de huurder veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en heeft de proceskosten voor rekening van de huurder gesteld. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de huurder geen incassokosten en rente hoeft te betalen, omdat de bepalingen in de algemene voorwaarden van de eiseres als oneerlijk zijn aangemerkt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.