Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 maart 2025 in de zaak tussen
[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , uit [plaats 1] , verzoekers
[vergunninghouder]uit [plaats 2] (vergunninghouder).
Rechtbank Rotterdam
Op 26 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorne aan Zee. Verzoekers hebben een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend tegen de verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van twee tiny houses aan [adres 1]. De omgevingsvergunning is verleend op 7 mei 2024, maar verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 12 maart 2025 behandeld.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de omgevingsvergunning is verleend met toepassing van de kruimelregeling en dat de tiny houses niet leiden tot nieuwe belemmeringen voor de bedrijfsvoering van verzoekers. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de geurbelasting van de tiny houses onder de geldende geurnorm blijft, waardoor een acceptabel woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. Verzoekers hebben betoogd dat de tiny houses hun bedrijfsvoering onder druk zetten, maar de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de omgevingsvergunning kan worden gebruikt zonder dat dit leidt tot nieuwe belemmeringen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat de vergunninghouder de omgevingsvergunning kan blijven gebruiken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.