Op 21 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam de vordering van eiser afgewezen in een kort geding tegen de gemeente Rotterdam. Eiser, de broer van de overleden kunstenaar, vorderde een verbod op de plaatsing van het kunstwerk 'Water' in de buitenlucht, uit vrees voor schade. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente als eigenaar van het kunstwerk rechtmatig handelt en geen misbruik maakt van haar eigendomsrecht. Eiser heeft geen auteursrechtelijk persoonlijkheidsrecht en onvoldoende procesbelang om de vordering te ondersteunen. De gemeente heeft een omgevingsvergunning afgegeven voor de plaatsing van het kunstwerk in een park, en de voorzieningenrechter concludeerde dat de gemeente voldoende rekening heeft gehouden met de risico's van vandalisme en schade aan het kunstwerk. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van de gemeente, die op € 1.999,-- zijn begroot. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.