ECLI:NL:RBROT:2025:3980

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 maart 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
11430941 CV EXPL 24-30291
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een energieovereenkomst wegens betalingsachterstand en wanprestatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Eteck Warmte Holding B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. Eteck, de eiseres, heeft een overeenkomst tot levering van energie aan de gedaagde, die sinds 10 mei 2019 van kracht is. De gedaagde heeft een betalingsachterstand van € 4.670,61 laten ontstaan, wat aanleiding geeft voor Eteck om de overeenkomst te ontbinden en de leverantie van energie te beëindigen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Eteck voldoende heeft aangetoond dat aan de voorwaarden voor ontbinding van de overeenkomst is voldaan, waaronder het geven van aanmaningen en het aanbieden van schuldhulpverlening. De gedaagde heeft betoogd dat hij meerdere betalingen heeft gedaan en dat de warmte-installatie niet goed functioneert, maar de kantonrechter heeft deze argumenten verworpen. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld om de achterstand te betalen, de overeenkomst te ontbinden, en medewerking te verlenen aan de afsluiting van de energievoorziening. Tevens zijn de afsluitingskosten, incassokosten en wettelijke rente toegewezen aan Eteck. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, die in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11430941 CV EXPL 24-30291
datum uitspraak: 28 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Eteck Warmte Holding B.V.
vestigingsplaats: Waddinxveen,
eiseres,
gemachtigde: Agin Timmermans,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Maassluis,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Eteck’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 november 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de nadere producties van Eteck van 13 februari 2025.
1.2.
Op 26 februari 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig [persoon A] namens Eteck met [persoon B] namens haar gemachtigde en [gedaagde] .

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] woont op het adres [adres] in Maassluis en Eteck levert sinds 10 mei 2019 energie (warmte en/of koude en warm tapwater) aan dat adres. Op die levering is de Warmtewet van toepassing.
2.2.
Eteck heeft de geleverde energie maandelijks, bij wijze van voorschot aan [gedaagde] in rekening gebracht. [gedaagde] heeft echter een betalingsachterstand laten ontstaan van € 4.670,61 en Eteck wil in deze procedure dat hij dat bedrag aan haar betaalt en dat de kantonrechter de overeenkomst tussen partijen ontbindt. Eteck vordert ook dat zij de leverantie mag afsluiten en de meter mag verzegelen en dat [gedaagde] aan haar € 186,21 per maand aan voorschot betaalt, voor elke maand vanaf 1 maart 2025 totdat de leverantie zal zijn beëindigd. Verder eist Eteck dat [gedaagde] aan haar zal betalen de afsluitkosten van € 531,86, de incassokosten van € 586,24 en de wettelijke rente die tot en met 29 oktober 2024 € 152,53 bedraagt.
2.3.
[gedaagde] is het niet eens met de vordering. Hij stelt dat hij meerdere betalingen heeft gedaan waardoor de door Eteck gestelde huurachterstand niet klopt. Verder voert [gedaagde] aan dat de jaarnota’s in mindering moeten worden gebracht op de betalingsachterstand, omdat de warmte-installatie niet goed werkt. Hij heeft ook te maken gehad met financiële problemen.
2.4.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de vorderingen van Eteck worden toegewezen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
De achterstand bedraagt € 4.670,61
2.5.
Eteck heeft gesteld en onderbouwd dat [gedaagde] bij haar een betalingsachterstand heeft van € 4.670,61. [gedaagde] betwist niet dat hij een betalingsachterstand heeft maar hij betwist wel de hoogte daarvan. Hij stelt dat hij meerdere betalingen heeft gedaan waardoor de gestelde betalingsachterstand niet klopt. De kantonrechter oordeelt daar echter anders over. Het had namelijk op de weg van [gedaagde] gelegen om met bijvoorbeeld betaalbewijzen te onderbouwen dat hij meer betalingen heeft gedaan dan Eteck heeft verwerkt. Omdat hij dat niet heeft gedaan gaat de kantonrechter ervan uit dat de achterstand klopt.
Problemen aan de warmte-installatie?
2.6.
[gedaagde] heeft nog aangevoerd dat hij meerdere keren een klacht heeft ingediend bij Eteck omdat de warmte-installatie niet goed werkte. Eteck erkent dat er meldingen zijn binnengekomen van [gedaagde] maar volgens haar zijn deze allemaal afgehandeld. Ter onderbouwing heeft zij een overzicht van de servicemeldingen overgelegd. Uit dat overzicht volgt dat de meldingen van [gedaagde] in 2019 zijn geweest en dat die meldingen ook allemaal zijn afgerond. Nergens uit blijkt dat [gedaagde] daarna nog meldingen heeft gedaan over problemen aan de warmte-installatie. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn er geen aanknopingspunten die erop duiden dat de meldingen in het overzicht incompleet zijn, dat er andere meldingen zijn gemaakt die niet zijn opgenomen in het overzicht of dat de Eteck de meldingen die wel zijn gedaan niet heeft afgerond. Dit betekent dat er geen aanleiding bestaat om de jaarnota’s in mindering te brengen op de betalingsachterstand of een andere korting toe te passen.
2.7.
Gelet op vorenstaande overwegingen wordt [gedaagde] veroordeeld om de betalingsachterstand van € 4.670,61 aan Eteck te betalen. De door [gedaagde] aangevoerde financiële omstandigheden, hoe vervelend ook, liggen in zijn risicosfeer en ontslaan hem niet van zijn betalingsverplichting jegens Eteck.
Ontbinding van de overeenkomst
2.8.
Eteck vordert dat de kantonrechter de leveringsovereenkomst ontbindt bepaalt dat Eteck de leverantie van energie aan het woonadres van [gedaagde] mag staken, omdat er een aanzienlijke betalingsachterstand is, die steeds verder oploopt. [gedaagde] heeft daartegen geen verweer gevoerd.
2.9.
De Warmteregeling bepaalt wanneer Eteck de energielevering aan de afnemer (in de Warmteregeling ‘verbruiker’ genoemd) mag beëindigen (artikelen 4b tot en met 6 van de Warmteregeling). Dat mag onder andere bij wanprestatie door de verbruiker, zoals een betalingsachterstand, die hier ook aan de orde is en die de grondslag vormt voor de vorderingen van Eteck. Als het gaat om beëindiging van de levering wegens wanprestatie van de verbruiker moet wel aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Daarvoor is nodig dat Eteck [gedaagde] heeft gewezen op de mogelijkheid van schuldhulpverlening en dat zij heeft aangeboden om met zijn toestemming de contactgegevens van [gedaagde] en de hoogte van de schuld door te geven aan de gemeente ten behoeve van schuldhulpverlening. Ook moet zij [gedaagde] bepaalde informatie verstrekken. Tenslotte moet Eteck daarnaast aan [gedaagde] tenminste drie schriftelijke aanmaningen toesturen met een nakomingstermijn van tenminste veertien dagen, moeite doen om persoonlijk met hem in contact te treden en hem een redelijke en passende betalingsregeling aanbieden. Eteck heeft naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval voldoende onderbouwd dat aan voornoemde voorwaarden voor beëindiging van de levering wegens wanprestatie is voldaan.
2.10.
De conclusie is dat de gevorderde ontbinding van de leveringsovereenkomst zal worden toegewezen. De kantonrechter bepaalt dat Eteck de leverantie mag afsluiten en de meter mag verzegelen en dat [gedaagde] daaraan medewerking moet verlenen. Als hij die medewerking niet binnen veertien dagen nadat Eteck daarom heeft gevraagd verleent, dan moet hij de woning gedeeltelijk en tijdelijk ontruimen zodat Eteck de benodigde afsluitingswerkzaamheden in de woning kan verrichten. De vordering van Eteck onder A. tot en met D. van het petitum zal in die zin worden toegewezen.
2.11.
De gevorderde afsluitingskosten van € 531,86 moet [gedaagde] aan Eteck betalen. Tot aan de afsluiting moet [gedaagde] aan Eteck het voorschotbedrag van € 186,21 per maand doorbetalen.
Geen betalingsregeling
2.12.
[gedaagde] heeft aangegeven dat hij een betalingsregeling wil afspreken. De kantonrechter kan geen betalingsregeling vaststellen in dit vonnis. Daarvoor moet Eteck namelijk toestemming geven en dat heeft zij niet gedaan (artikel 6:29 BW). De kantonrechter verwijst [gedaagde] naar (de gemachtigde van) Eteck om eventueel alsnog een betalingsregeling te treffen.
Incassokosten
2.13.
De incassokosten van € 586,24 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
Rente
2.14.
De rente wordt ook toegewezen, omdat Eteck genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist. Daarom zit in het totale bedrag dat [gedaagde] aan Eteck moet betalen de wettelijke rente van € 152,53 die Eteck heeft berekend tot en met 29 oktober 2024.
Proceskosten
2.15.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Eteck moet betalen op € 112,99 aan dagvaardingskosten, € 524,- aan griffierecht, € 678,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 339,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.449,99. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaar bij voorraad
2.16.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Eteck dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de overeenkomst tussen partijen voor de levering van warmte en/of koude en/of warmtapwater aan het adres [adres] in Maassluis;
3.2.
verklaart voor recht dat Eteck gerechtigd is de leverantie af te sluiten en de meter te verzegelen op het adres [adres] in Maassluis;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na aanschrijving door Eteck aan Eteck medewerking te verlenen de woning aan de [adres] in Maassluis te betreden en aan Eteck zodanige medewerking te verlenen dat zij alle handelingen kan verrichten die noodzakelijk zijn om de betreffende aansluiting(en) in het pand af te sluiten, het verzegelen van meter(s) daaronder begrepen en als hij aan die veroordeling niet voldoet:
3.4.
veroordeelt [gedaagde] om de woning aan de [adres] in Maassluis gedeeltelijk en tijdelijk te ontruimen om Eteck in staat te stellen de hiervoor onder 3.3. genoemde werkzaamheden te verrichten;
3.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan Eteck te betalen de afsluitingskosten van € 531,86;
3.6.
veroordeelt [gedaagde] om aan Eteck te betalen € 5.409,38 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 4.670,61 vanaf 19 november 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.7.
veroordeelt [gedaagde] om aan Eteck te betalen € 186,21 per maand voor elke maand vanaf 1 maart 2025 totdat de onder 3.3. genoemde werkzaamheden door Eteck zijn verricht;
3.8.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Eteck worden begroot op € 1.449,99;
3.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.10.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Lablans en in het openbaar uitgesproken.
53954