Op 20 maart 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, hierna te noemen de GI, verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarigen te verlengen voor de duur van een jaar. De ouders van de minderjarigen, de moeder en de vader, zijn betrokken bij de procedure. De moeder heeft aangegeven het verzoek van de GI te steunen, maar heeft ook zorgen geuit over de situatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarigen nog steeds bedreigd wordt en dat hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk blijft. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 16 november 2025, maar de duur van de ondertoezichtstelling is beperkt tot zes maanden, met een pro forma aanhouding van het resterende deel van het verzoek tot 1 oktober 2025. De GI moet uiterlijk op die datum een rapportage over de stand van zaken indienen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.