Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 30 januari 2024;
- de beschikking van deze rechtbank van 18 maart 2024, waarbij mr. G.E. van der Pols is benoemd tot bijzondere curator over de minderjarigen
- het verslag van bevindingen van de bijzondere curator van 6 mei 2024.
- de man, bijgestaan door mr. D.V. Garib, waarnemend voor de hiervoor genoemde advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de bijzondere curator;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), als adviseur, vertegenwoordigd door [persoon A] .
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling
kan’zijn. Hoewel de vrouw zich inmiddels op het standpunt stelt dat het niet anders kan zijn dat de man de verwekker is, is de onzekerheid bij de man als gevolg van eerdere uitspraken blijven bestaan. Tegen die achtergrond en omdat het voor de minderjarigen belangrijk is dat er zeker is wie hun biologische vader is, zal de rechtbank in lijn met het advies van de raad en het standpunt van de bijzondere curator een DNA-onderzoek gelasten.
- ieder weekend van vrijdag om 17.00 uur tot zaterdag om 17.00 uur, waarbij hij de minderjarigen ophaalt en terugbrengt;
- tijdens de helft van de vakanties en feestdagen. Deze worden ieder begin van het jaar in onderling overleg verdeeld.
4.De beslissing
1 juni 2025 PRO FORMA;