Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1],
1.[gedaagde 1],
2. [gedaagde 2],
3. [gedaagde 3],
4. [gedaagde 4],
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 augustus 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze huurzaak vorderden eisers, de verhuurders, dat de huurovereenkomst met gedaagden, de huurders, op 31 augustus 2023 was geëindigd. De eisers vroegen ook om ontruiming van de woning, betaling van achterstallige huur, rente, kosten en schadevergoeding. De kantonrechter heeft de vorderingen van eisers afgewezen. De reden hiervoor was dat er geen geldige aanzegging was gedaan volgens artikel 7:271 van het Burgerlijk Wetboek. De aanzegging, die per e-mail naar twee van de vier huurders was gestuurd, had hen niet tijdig bereikt. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder verplicht was om de huurders schriftelijk te informeren over de beëindiging van de huurovereenkomst, en dat deze informatie naar het woonadres van de huurders moest worden gestuurd. Aangezien de aanzegging niet op de juiste manier was verzonden, werd de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd verlengd. De kantonrechter concludeerde dat de vorderingen van eisers niet konden worden toegewezen, en dat de proceskosten voor rekening van eisers kwamen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.