ECLI:NL:RBROT:2025:3923

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 maart 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
C/10/691063 / KG ZA 24-1208
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over propaangastank en erfdienstbaarheden tussen eisers en gedaagden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 21 maart 2025, gaat het om een kort geding tussen een groep eisers en een echtpaar dat een perceel grond heeft gekocht in Nieuwerkerk aan den IJssel. De eisers zijn eigenaren van woningen die zijn aangesloten op een propaangastank, die door de gedaagden niet meer wordt gebruikt. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de gastank niet meer voldoet aan de geldende regelgeving en verwijderd moet worden. De eisers vorderen dat de gedaagden een 0 m3-afname aansluiting nemen op de gastank, zodat deze kan blijven staan en de aangesloten woningen van verwarming, warm water en kookvoorziening kunnen worden voorzien. De rechtbank oordeelt dat de gedaagden in strijd handelen met hun verplichtingen als extra-aangeslotene en dat de belangen van de eisers zwaarwegend zijn. De vordering van de eisers wordt toegewezen, en de gedaagden worden geboden om binnen veertien dagen de aansluiting te herstellen en mee te werken aan het vestigen van erfdienstbaarheden die niet in de leveringsakte zijn opgenomen. De rechtbank legt een dwangsom op van € 500 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 50.000. Daarnaast worden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten van de eisers.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/691063 / KG ZA 24-1208
Vonnis in kort geding van 21 maart 2025
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],
5.
[eiser 5],
6.
[eiser 6],
7.
[eiser 7],
8.
[eiser 8],
allen wonende te [woonplaats 1] ,
eisers,
advocaat: mr. A.A. Jurgens-Boot te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2.
[gedaagde 2],
beiden feitelijk wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagden,
verschenen in persoon.
Partijen worden hierna ook [eiser 1] , eisers 2, 3, 4, 5 en/of 6, [eiser 7] of eiser 7, [eiser 8] of eiser 8, [achternaam] en het echtpaar [achternaam] voor gedaagden samen genoemd.
De zaak in het kort
Het echtpaar [achternaam] heeft een perceel grond gekocht in Nieuwerkerk aan den IJssel en daarop een woning laten bouwen. Achter het perceel ligt een haven met omloop. Op de omloop staat een propaangastank waarop de woningen van eisers 2 tot en met 8 zijn aangesloten. Het echtpaar [achternaam] heeft besloten om hun woning niet op de gastank aan te sluiten. Het gevolg daarvan is dat de gastank niet meer voldoet aan de geldende regelgeving en van de omloop verwijderd moet worden. In dit kort geding vorderen eisers dat het echtpaar [achternaam] een 0 m3-afname aansluiting neemt, zodat de gastank kan blijven staan. Die vordering wordt toegewezen. Daarnaast worden gedaagden geboden om twee erfdienstbaarheden, die, als gevolg van een fout bij een ruilverkaveling in 1996, ten onrechte niet zijn gehandhaafd, alsnog in de leveringsakte op te nemen.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 27 januari 2025,
  • de producties 1 tot en met 17 van eisers,
  • de schriftelijke reactie van het echtpaar [achternaam] , met producties 1 tot en met 6,
  • de e-mails van het echtpaar [achternaam] van 11 februari 2025, met videobestanden,
  • de aanvullende producties 18 en 19 van eisers,
  • de spreekaantekeningen van mr. Jurgens-Boot.
1.2.
Aan het einde van de mondelinge behandeling op 5 maart 2025 is afgesproken dat het echtpaar [achternaam] het bestemmingsplan [naam bestemmingsplan] nog mocht overleggen en dat eisers daarop mochten reageren. Dat hebben partijen ook gedaan.

2.De feiten

2.1.
Eisers 2 tot en met 8 zijn de eigenaren van de woningen aan de [locatie] 142, 146, 150, 154, 158, 162 en 166 in Nieuwerkerk aan den IJssel.
2.2.
Het echtpaar [achternaam] is sinds 30 september 2021 eigenaar van het perceel aan de [locatie] 134. Op het perceel stond een bedrijfspand. Het echtpaar [achternaam] heeft het bedrijfspand laten slopen en op het perceel een nieuwe, vrijstaande woning laten bouwen. Achter het perceel van het echtpaar [achternaam] ligt een haven met vijf ligplaatsen en een omloop. Deze zijn alleen bereikbaar via het perceel van het echtpaar [achternaam] . De eigenaren van de woningen met nummers 150, 154, 158, 162 en 166 (eisers 4 tot en met 8) zijn tevens eigenaar van een ligplaats in de haven. [eiser 1] is eigenaar van de havenomloop en de damwand van de haven. Op de havenomloop staat een propaangastank met leidingnet (hierna: de gastank). De woningen van eisers 2 tot en met 8 zijn hierop aangesloten. Het voormalige bedrijfspand was daar ook op aangesloten.
2.3.
[eiser 1] is op 29 juni 1992 opgericht. Blijkens de statuten is het doel van [eiser 1] de behartiging van de belangen van de eigenaren van de nummers 142, 146, 150, 154, 158, 162 en 166 (“
de aangeslotenen”) en de eigenaar van nummer 134 (“
de extra-aangeslotene”) ten aanzien van de zorg voor de exploitatie van de haven met omgang alsmede de gastank en eventuele andere gemeenschappelijke voorzieningen waarvan het onderhoud en de exploitatie niet van overheidswege geregeld worden. [eiser 1] tracht dit doel te verwezenlijken door, onder andere, het behoud van de gastank. Die tank staat sinds 2011 op de huidige plek.
2.4.
Bij akte van 29 juni 1992 (hierna: de vestigingsakte) zijn ten laste van het perceel van (thans) het echtpaar [achternaam] de volgende erfdienstbaarheden gehandhaafd en gevestigd:
“(…)
Artikel 10.
Gevestigde Erfdienstbaarheden.
Bij gemelde overdrachtsakte de dato vijf juni negentienhonderd negen en tachtig (waarbij [persoon B] het registergoed aan Vastgoed Rabo heeft geleverd) zijn de onder meer de volgende erfdienstbaarheden gevestigd, woordelijk luidende:
1. Ten behoeve van het bij deze overgedragen registergoed als heersend erf en ten laste van het aan [persoon B] in eigendom verblijvende gedeelte van gemeld kadastraal perceel nummer [perceelnummer 2] [vzr: thans het perceel van het echtpaar [achternaam] ] als lijdend erf, wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid tot het aanbrengen, hebben, houden, onderhouden en zodanig vervangen of vernieuwen van de ankers, waarmede de damwand van de haven is vastgezet, zoals op de aan deze akte en door de comparanten gewaarmerkte tekening staat aangegeven.
De kosten van onderhoud en vervanging/vernieuwing zijn voor rekening van de eigenaar van het heersend erf. (…)
Artikel 11.
Vestiging Erfdienstbaarheden.
Mandeligheid.
Partijen verklaarden bij deze te vestigen de volgende erfdienstbaarheden:
Ten behoeve van en ten laste van de diverse eigenaren van de percelen [vzr: de aangeslotenen] (…), van [eiser 1] (…) en van het aan [persoon B] in eigendom verbleven gedeelte (…) wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid voor het hebben, houden, onderhouden en zonodig vervangen/vernieuwen van een gastank met bijbehorend leidingnet.
Ten behoeve en ten laste van de diverse eigenaren van de bouwkavels over en weer [vzr: thans de percelen van eisers 2 tot en met 8] wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid van het hebben, houden, onderhouden en zonodig vervangen/vernieuwen van een leiding, lopende vanaf de haven langs de groenstrook op kavel 7 [vzr: thans het perceel van eiser 2] naar de geprojecteerde leidingstrook zelf voor een centraal-antenne-inrichtingssysteem en andere communicatiesystemen.
Ten behoeve van de eigenaren van de ligplaatsen met nummers 1. tot en met 5. [vzr: thans eisers 4 tot en met 8], alsmede ten behoeve van de bij deze aan [eiser 1] overgedragen damwand en ten laste van het aan [persoon B] in eigendom verbleven perceel (…), alsmede ten laste van de aan [eiser 1] bij deze overgedragen damwand, wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid van weg over en van parkeergelegenheid op een strook grond, gelegen ten noorden van de bestaande loods, zich bevindende op het aan [persoon B] in eigendom verbleven perceel, (…) zulks ten behoeve van de achtergelegen haven (…).
De kosten van exploitatie van deze erfdienstbaarheid komen voor rekening voor de eigenaar van het heersend erf en van die van het lijdend erf, ieder voor de helft. (…)”
2.5.
Vanwege de ruilverkaveling Hitland hebben de percelen aan de [locatie] , de havenomgang en de ligplaatsen nieuwe kadastrale aanduidingen gekregen. De ruilverkavelingsakte van 30 januari 1996 vermeldt dat de erfdienstbaarheden zoals opgenomen in artikel 11 lid 1 en 2 van de vestigingsakte gehandhaafd blijven.
2.6.
Bij brief van 28 juli 2011 wijst [eiser 1] de bewaarder van het kadaster erop dat de erfdienstbaarheid zoals opgenomen in artikel 11 lid 3 van de vestigingsakte niet in de ruilverkavelingsakte is opgenomen. Bij brief van 12 augustus 2011 schrijft de bewaarder dat er een fout is gemaakt en dat de gegevens inmiddels zijn gecorrigeerd.
2.7.
Op 31 mei 2021, voorafgaand aan de koop van het perceel door het echtpaar [achternaam] , vindt een overleg plaats tussen, onder andere, [eiser 7] en [eiser 8] als vertegenwoordigers van [eiser 1] en [achternaam] . Bij e-mail van 4 juni 2021 stuurt [achternaam] een korte samenvatting van de tijdens het overleg gemaakte afspraken. Hij schrijft:
“(…)
• Zowel [voornaam gedaagde 1] [vzr: [gedaagde 1] ] als [voornaam verzoeker 8] [vzr: [eiser 8] ] hebben aangegeven het verstandiger te vinden om het gesprek over de (eventueel) te maken (nieuwe) afspraken over de erfdienstbaarheid van het gebruik van de strook grond om bij de haven te komen door te schuiven naar een later moment (als er meer duidelijkheid is over het ontwerp en de ontsluiting van de nieuwe woning. (…)
• Verder is de erfdienstbaarheid van de grondankers om duistere reden (vermoedelijk bij een
eerdere herverkaveling) niet opnieuw opgenomen, dit had wel moeten gebeuren. [voornaam gedaagde 1] is bekend dat deze erfdienstbaarheid opnieuw gevestigd zal worden ten laste van het door hen gekochte perceel en ten gunste van de kade-eigenaren (stichting haven). (…)”
2.8.
Bij e-mail van 14 juni 2021 laten [eiser 8] en [eiser 7] aan [achternaam] weten dat zij aan de samenvatting willen toevoegen dat de gevestigde erfdienstbaarheden van kracht blijven zolang er geen nieuwe afspraken worden gemaakt en dat “
het lidmaatschap van [eiser 1]” bij de eigendomsoverdracht van het perceel op het echtpaar [achternaam] overgaat. Bij e-mail van dezelfde dag schrijft [achternaam] dat hij akkoord gaat met deze toevoegingen.
2.9.
Op 30 september 2021 levert Siris B.V. (hierna: Siris), een vennootschap van de broer van [achternaam] , het perceel aan de [locatie] 134 aan het echtpaar [achternaam] . In de leveringsakte zijn de erfdienstbaarheden zoals genoemd in artikel 11 lid 1 en 2 van de vestigingsakte opgenomen.
2.10.
Tijdens de sloop van het bedrijfspand laat het echtpaar [achternaam] de aansluiting op de gastank verwijderen. Het echtpaar besluit vervolgens om de nieuwe woning niet op de gastank aan te sluiten.
2.11.
Bij brief van 30 november 2023 schrijft de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) aan [eiser 1] dat zij op 23 oktober 2023 heeft geconstateerd dat rond de gastank een nieuwe situatie is ontstaan en dat die situatie is getoetst aan het Activiteitenbesluit milieubeheer (thans het Besluit activiteiten leefomgeving) en de Activiteitenregeling milieubeheer. Tijdens de toetsing is geconstateerd dat de gastank 1) niet voldoet aan de externe veiligheidsafstanden omdat de tank meer dan vijf keer per jaar gevuld wordt en 2) niet voldoet aan de afstand tot de erfafscheiding. Het ODMH spreekt de verwachting uit dat de gastank voor 24 januari 2024 wordt verplaatst.
2.12.
Bij brief van 13 december 2023 laat [eiser 1] aan de ODMH weten dat het onmogelijk is om de gastank te verplaatsen. Zij merkt op dat de gastank in het vervolg maximaal vijf keer per jaar gevuld wordt. Voor de afstand tot de erfafscheiding beroept [eiser 1] zich erop dat de situatie al lang, 30 jaar, bestaat en bekend is en er geen alternatief is voor de verwarming van de op de gastank aangesloten woningen.
2.13.
Op 19 februari 2024 spreken [eiser 7] en [eiser 8] met de gemeente Zuidplas en de ODMH over de gastank. In het gespreksverslag van de ODMH staat:
“(…) In november 2023 is de nieuwe eigenaar met de ODMH in contact getreden over de propaangastank. De ODMH heeft van de nieuwe eigenaar te horen gekregen dat er geen aansluiting zou plaatsvinden op de propaangastank. De ODMH heeft toen uitgelegd wat de regelgeving is voor de bestaande propaangastank. Er is sprake van een nieuwe situatie. Op het perceel komt een woning en de nieuwe woning zal volgens de eigenaar van de woning niet worden aangesloten op de propaangastank. Hierdoor gelden er in de nieuwe situatie externe afstanden, waaraan niet voldaan kan worden. De conclusie is dat de tank op dit moment niet voldoet aan de wet- en regelgeving. (…)
Oplossingsrichtingen en afspraken.
  • Als de nieuwe eigenaar zijn/haar woning alsnog wil aansluiten op de propaangastank dan voldoet de situatie weer aan de geldende eisen (ook met een 0 m3-afname aansluiting). De afstand tot de perceelsgrens is dan juridisch voldoende ten aanzien van de deelnemers.
  • Stichting Havenbelang is bereid om samen met de nieuwe eigenaar en de ODMH/gemeente Zuidplas oplossingen voor de propaangastank te bespreken.
  • Een optie is om de tank te verplaatsen, zodat de afstanden voldoen aan wet- en regelgeving. De mogelijkheden voor het verplaatsen van de tank worden door de ODMH onderzocht. Mogelijk zijn er alternatieve opties bespreekbaar met de nieuwe eigenaar.
  • Een oplossingsrichting is het plaatsen van individuele propaangastanks op eigen percelen.
  • Een andere optie om te onderzoeken is of de perceelsgrens rond de tank kan worden verlegd, door aankoop of ruil van grond eventueel met uitwisseling erfdienstbaarheden. Dit is een privaatrechtelijke optie die partijen alleen zelf overeen kunnen komen. De gemeente Zuidplas is bereid om te kijken of er iemand beschikbaar is voor mediation. Of een onafhankelijk iemand die het gesprek tussen beide partijen kan leiden.
  • De ODMH en gemeente Zuidplas gaan bij de nieuwe eigenaar langs om de locatie te bezoeken.
  • De ODMH zal een brief sturen dat de handhaving tijdelijk wordt opgeschort om ruimte te geven voor gesprekken.”
2.14.
Mr. Jurgens-Boot verzoekt [achternaam] bij brief van 9 mei 2024 om een (0 m3-afname) aansluiting te nemen op de gastank. Daarbij merkt zij op dat [eiser 1] bereid is om de gastank een stuk te laten verzinken en/of te verplaatsen in het talud van de havenomloop, zodat deze vanaf het perceel van het echtpaar [achternaam] minder goed zichtbaar is. Verder vraagt zij om de erfdienstbaarheden zoals genoemd in artikel 10 lid 1 en 11 lid 3 van de vestigingsakte in de leveringsakte op te nemen.
2.15.
Het echtpaar [achternaam] stemt niet in met een aansluiting van hun woning op de gastank. In een e-mail van 25 juli 2024 laat het echtpaar [achternaam] weten dat zij de erfdienstbaarheden alsnog door de notaris te zullen laten opnemen.
2.16.
Mr. Jurgens-Boot verzoekt het echtpaar [achternaam] bij brieven van 25 november 2024 en 20 januari 2025 opnieuw of zij de aanvaarde erfdienstbaarheden willen respecteren door mee te werken aan een (0 m3-afname) aansluiting op de gastank en een rectificatie willen laten uitvoeren door de ontbrekende erfdienstbaarheden alsnog op te nemen in de leveringsakte. Het echtpaar [achternaam] stemt niet in met dit verzoek.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen, na wijziging van eis, dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
het echtpaar [achternaam] gebiedt om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de koppeling met de gastank te herstellen, in die zin dat het echtpaar [achternaam] voor eigen rekening en risico een meter en een regelaar plaatst dan wel die maatregelen treft dat de gastank voldoet aan paragraaf 4.91 van het Besluit activiteiten leefomgeving (0 m3-afname aansluiting), onder oplegging van een dwangsom van € 1.500,00 per dag,
het echtpaar [achternaam] gebiedt om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te verschijnen bij de notaris om medewerking te verlenen aan het passeren van een in de openbare registers in te schrijven herstelakte (strekkend tot het hervestigen van erfdienstbaarheden), waarvan de kosten voor rekening van het echtpaar [achternaam] zijn en waarin het volgende wordt bepaald:
  • “Ten behoeve van de eigenaren van de ligplaatsen nummers 1 t/m 5 alsmede ten behoeve van de damwand van [eiser 1] en ten laste van het aan [achternaam] in eigendom verbleven perceel sectie C nummer [perceelnummer 1] voornoemd alsmede ten laste van de damwand gevestigde erfdienstbaarheid van weg over en van parkeergelegenheid op een strook grond ten noorden van de loods, ten behoeve van de achtergelegen haven. De kosten van deze erfdienstbaarheid komen voor rekening van de eigenaren van het heersend en lijdend erf, ieder voor de helft.”
  • “Ten behoeve van het bij deze overgedragen goed als heersend erf [adv: perceel Stichting] en ten laste van het aan [persoon B] in eigendom verblijvende gedeelte van gemeld kadastraal perceel nummer [perceelnummer 2] [adv: perceel [achternaam] ] als lijdend erf, wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid tot het aanbrengen, hebben, houden, onderhouden en zo nodig vervangen of vernieuwen van de ankers, waarmee de damwand van de haven is vastgezet, zoals op de aan deze akte gehechte en door de comparanten gewaarmerkte tekening staat aangegeven.”
subsidiair:
indien het echtpaar [achternaam] niet aan het gebod onder 2. voldoet om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te verschijnen bij de notaris om medewerking te verlenen aan het passeren van een in de openbare registers in te schrijven herstelakte, het vonnis in de plaats treedt van de handtekening van het echtpaar [achternaam] , met in de herstelakte op te nemen bepalingen zoals geformuleerd onder 2.,
primair en subsidiair:
het echtpaar [achternaam] veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
Het echtpaar [achternaam] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen. Verder vraagt het echtpaar [achternaam] de voorzieningenrechter om [eiser 1] te verplichten constructief mee te werken met de gemeente Zuidplas en de ODMH om op korte termijn tot een verwijdering van de gastank te komen en [eiser 1] te verplichten om na verwijdering van de gastank constructief mee te werken aan het laten doorhalen (juridisch verwijderen) van de oorspronkelijk beschreven erfdienstbaarheden.

4.De beoordeling

spoedeisend belang

4.1.
Eisers hebben een spoedeisend belang bij hun vorderingen, omdat zij stellen dat de gastank door toedoen van het echtpaar [achternaam] op korte termijn verwijderd dreigt te worden en de op de gastank aangesloten huishoudens daardoor zonder verwarming, warm water en kookvoorziening komen te zitten. Het echtpaar [achternaam] betwist het spoedeisend belang van eisers niet. In een gesprek met wethouder [persoon A] op 17 oktober 2024 hebben zij laten weten dat zij het onwenselijk vinden dat de aangeslotenen in de winter in de kou komen te zitten en dat het hun voorkeur heeft dat de gastank in april/mei 2025 wordt verwijderd.
tegenvordering echtpaar [achternaam]
4.2.
Het echtpaar [achternaam] heeft de voorzieningenrechter in de schriftelijk reactie gevraagd om [eiser 1] te verplichten tot medewerking aan het verwijderen van de gastank en het opheffen van de erfdienstbaarheden. Voor zover hiermee bedoeld is een tegenvordering in te stellen, wordt deze niet in behandeling genomen. In handelszaken kan een eis in reconventie namelijk alleen worden ingesteld door een partij die bij advocaat is verschenen.
aansluiting gastank
4.3.
Eisers vorderen dat het echtpaar [achternaam] hun woning op de gastank aansluit. Volgens eisers handelt het echtpaar [achternaam] onrechtmatig door de gastank op de havenomloop en de leidingen in hun perceel niet te dulden. De onrechtmatige toestand kan naar de mening van eisers worden hersteld met een (0 m3-afname) aansluiting.
Subsidiair is de stelling van eisers dat het echtpaar [achternaam] in strijd handelt met het in de statuten van Havenbelang neergelegde doel om de gastank in stand te houden.
4.4.
De voorzieningenrechter volgt eisers niet in hun stelling dat het echtpaar [achternaam] onrechtmatig handelt door de, door hen erkende, erfdienstbaarheid te schenden. Hoewel de keuze van het echtpaar [achternaam] om gasloos te wonen tot gevolg heeft dat de gastank niet langer voldoet aan het Besluit activiteiten leefomgeving, en het echtpaar [achternaam] al lang voor de aankoop van het perceel wist van het bestaan van de gastank en de ODMH (bewust) heeft ingeschakeld, leidt dit nog niet tot het voorlopige oordeel dat het echtpaar [achternaam] onrechtmatig handelt. Het feit dat het echtpaar [achternaam] heeft besloten om hun woning niet op de gastank aan te sluiten betekent niet dat zij de gastank en de leidingen niet dulden, zoals de erfdienstbaarheid verlangt. Ook de omstandigheid dat het echtpaar [achternaam] de passage in Bijlage 1 (Inspraak- en overlegreacties) van het Bestemmingsplan [naam bestemmingsplan] zo hebben begrepen dat de gastank weg moet als hun woning daar niet op aangesloten wordt, rechtvaardigt niet de conclusie dat zij de gevestigde erfdienstbaarheden niet accepteren.
4.5.
Het betoog dat het echtpaar [achternaam] in strijd handelt met de statuten van [eiser 1] , waarin staat dat [eiser 1] ten doel heeft om de gastank in stand te houden, slaagt wel.
Het echtpaar [achternaam] heeft met de aankoop van het perceel de positie van extra-aangeslotene overgenomen en zich daarmee verbonden tot het getrouwelijk nakomen van de statuten en het betalen van een bijdrage. [achternaam] heeft dat met zijn e-mail van 14 juni 2021 (zie 2.8. hiervoor) met zoveel woorden bevestigd. Aannemelijk is dat [achternaam] /het echtpaar [achternaam] wist wat de gevolgen van een ontkoppeling voor de aangeslotenen zouden zijn. Daarbij is in aanmerking genomen dat het echtpaar de nieuw ontstane situatie, waarin de statuten niet voorzien, zelf heeft doen ontstaan en het er op het eerste gezicht veel van heeft dat het echtpaar [achternaam] (in de hiervoor bedoelde wetenschap) de OMDH (bewust) heeft ingeschakeld om, in combinatie met het besluit om de woning niet op de gastank aan te sluiten, aan te sturen op een verwijdering van de gastank. In de gegeven situatie kan het echtpaar [achternaam] zich er niet op beroepen dat sprake is van een situatie waarin de statuten niet voorzien.
4.6.
Een belangenafweging noopt niet tot een ander resultaat. Eisers hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat er op dit moment geen alternatief is voor de gastank en dat met de verwijdering van de gastank voor hen een groot probleem ontstaat. Zij hebben toegelicht dat het verplaatsen van de gastank niet mogelijk is, dat de plaatsing van individuele tanks op de percelen geen optie is gebleken en dat met alleen een warmtepomp de woningen onvoldoende kunnen worden verwarmd. De verwijdering van de gastank betekent daarmee voor de aangeslotenen dat zij zonder verwarming, warm water en kookvoorziening komen te zitten. Dit probleem kan, in ieder geval voorlopig, worden opgelost als het echtpaar [achternaam] een 0 m3-afname aansluiting neemt. Het echtpaar [achternaam] heeft niet weersproken dat daarmee minimale kosten gemoeid zijn. Het belang van eisers bij een aansluiting op de gastank weegt daarmee zwaarder dan het belang van gedaagden bij het vooralsnog behouden van de bestaande toestand, te meer nu een 0 m3-afname aansluiting vooral stuit op fundamentele bezwaren van het echtpaar [achternaam] maar feitelijk geen verandering in hun situatie teweegbrengt en, naar voorlopig oordeel, juridisch ook niet ontoelaatbaar is. Het vorenstaande neemt niet weg dat partijen met elkaar in gesprek moeten over een, meer toekomstbestendige, oplossing. De route die het echtpaar [achternaam] voorstaat, te weten eerst de gastank weg en dan praten, betreft echter de omgekeerde weg.
4.7.
De vordering van eisers wordt toegewezen. Daaraan wordt een dwangsom gekoppeld van € 500,00 per dag, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt.
erfdienstbaarheden
4.8.
Het echtpaar [achternaam] heeft te kennen gegeven bereid te zijn om medewerking te verlenen aan een onderzoek naar de ontbrekende erfdienstbaarheden (artikel 10 lid 1 en artikel 11 lid 3 van de vestigingsakte, zie 2.4. hiervoor). Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hoeft zo’n onderzoek niet plaats te vinden. De betrokkenen zijn het er immers over eens dat bij de ruilverkaveling een fout is gemaakt, die bij de aankoop door het echtpaar [achternaam] van het perceel heeft doorgewerkt in de leveringsakte. Hoewel [eiser 1] in haar brief aan de bewaarder van het kadaster niet expliciet melding heeft gemaakt van het ontbreken van de erfdienstbaarheid voor de grondankers en daarmee niet geheel duidelijk is of de bewaarder bij het erkennen van de fout ook het oog heeft gehad op deze erfdienstbaarheid, is in een conceptruilovereenkomst van 30 maart 2021, waarbij [achternaam] als makelaar betrokken is geweest, opgenomen dat de erfdienstbaarheid opnieuw wordt gevestigd. Daarnaast heeft [achternaam] in zijn e-mail van 4 juni 2021 aan [eiser 1] geschreven dat hij ermee bekend is dat de erfdienstbaarheid opnieuw moeten worden gevestigd.
4.9.
Het vorenstaande leidt ertoe dat ook deze vordering wordt toegewezen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het niet redelijk is om het echtpaar [achternaam] voor de volledige kosten daarvan te laten opdraaien. De ontbrekende erfdienstbaarheden in de leveringsakte zijn immers het gevolg van een fout van de notaris. In de veroordeling wordt daarom opgenomen dat een zevende deel van de kosten voor rekening van het echtpaar [achternaam] komt. De overige kosten dienen, gelet op het aantal eigenaren, door [eiser 1] (damwand) en eisers 4 tot en met 8 (ligplaatsen) te worden gedragen.
vonnis in plaats van handtekening
4.10.
Eisers vorderen subsidiair dat het vonnis in de plaats treedt van de handtekening van het echtpaar [achternaam] . Nu de primaire vordering wordt toegewezen, behoeft de subsidiaire vordering geen bespreking. Voor het geval de vordering niet als subsidiaire vordering is bedoeld, merkt de voorzieningenrechter op dat het echtpaar [achternaam] de medewerking aan het opnieuw vestigen van de erfdienstbaarheden heeft toegezegd.
proceskosten
4.11.
Het echtpaar [achternaam] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van eisers worden begroot op:
- dagvaarding: € 136,72
- griffierecht: € 688,00
- salaris advocaat: € 1.107,00
- nakosten:
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal: € 2.109,72

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt het echtpaar [achternaam] om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de koppeling met de gastank te herstellen, in die zin dat het echtpaar [achternaam] voor eigen rekening en risico een meter en een regelaar plaatst dan wel die maatregelen treft dat de gastank voldoet aan paragraaf 4.91 van het Besluit activiteiten leefomgeving (0 m3- afname aansluiting),
5.2.
veroordeelt het echtpaar [achternaam] om aan eisers een dwangsom van € 500,00 te betalen als zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoen, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.3.
gebiedt het echtpaar [achternaam] om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te verschijnen bij de notaris om medewerking te verlenen aan het passeren van een in de openbare registers in te schrijven herstelakte, waarvan een zevende deel van de kosten voor rekening van het echtpaar [achternaam] is en waarin het volgende wordt bepaald:
“Ten behoeve van de eigenaren van de ligplaatsen nummers 1 t/m 5 alsmede ten behoeve van de damwand van [eiser 1] en ten laste van het aan [achternaam] in eigendom verbleven perceel sectie C nummer [perceelnummer 1] voornoemd alsmede ten laste van de damwand gevestigde erfdienstbaarheid van weg over en van parkeergelegenheid op een strook grond ten noorden van de loods, ten behoeve van de achtergelegen haven. De kosten van deze erfdienstbaarheid komen voor rekening van de eigenaren van het heersend en lijdend erf, ieder voor de helft.”
en:
“Ten behoeve van het bij deze overgedragen goed als heersend erf en ten laste van het aan [persoon B] in eigendom verblijvende gedeelte van gemeld kadastraal perceel nummer [perceelnummer 2] als lijdend erf, wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid tot het aanbrengen, hebben, houden, onderhouden en zo nodig vervangen of vernieuwen van de ankers, waarmee de damwand van de haven is vastgezet, zoals op de aan deze akte gehechte en door de comparanten gewaarmerkte tekening staat aangegeven.”
5.4.
veroordeelt het echtpaar [achternaam] in de proceskosten van € 2.109,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als het echtpaar [achternaam] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet het echtpaar [achternaam] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.5.
veroordeelt het echtpaar [achternaam] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan.
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2025.
[2971/2009]