2.8.Bij brief van 3 december 2024 schrijft de gemeente aan Prosperity dat zij achter de beslissing van de beoordelingscommissie staat. Zij motiveert dit als volgt:
“
Programma en bouwenvelop (op dit onderdeel is uw Indiening beoordeeld met een Goed): (…)
U heeft aangegevendat de constructie niet landt [vzr: bedoeld is: juist landt] op het ‘souterrainniveau’ en u geeft aan ervoor gekozen te hebben om de begane grond verdieping niet te laten uitsteken aan de zijde van de tuin zoals de gemeente zelf wel had ingetekend (wat de gemeente elders ook benoemt als kwaliteit van ons ontwerp), waardoor de constructie dus op het souterrain niveau landt en niet op de uitstekende fietsenstalling zoals in de doorsnede van de gemeente. U geeft aan dat het argument dat de constructie in de bestemming 'tuin' landt, daarmee onjuist is.
Reactie gemeente: Een mogelijke aanbouw op souterrainniveau is toegestaan binnen de bestemming 'tuin', maar de constructie van balkons niet. Voor de duidelijkheid: hiervoor bent u niet negatief beoordeeld, aangezien dit wordt gezien als een inconsistentie in het vigerende bestemmingsplan. Een aandachtspunt in uw beoordeling was o.a. de toegankelijkheid. In dit voorstel ontbreekt een hellingbaan naar de fietsenstalling, wat de toegankelijkheid beperkt. Zoals ook benoemd in de brief en toegelicht in de beoordelingsrichtlijn heeft de gemeente uw Indiening op dit onderdeel in zijn totaliteit daarom als goed beoordeeld en niet als uitmuntend. Het is de gemeente niet duidelijk wat exact uw grief is bij deze score.
Omgevingsmanagement en planning (op dit onderdeel is uw indiening beoordeeld met een Goed):(…)
U heeft het volgende aan gegeven: We hebben juist expliciet de momenten benoemd waarin we afstemmen met de gemeente, waarin we uiteraard dergelijke zaken met elkaar zullen bespreken. De gemeente kiest er zelf voor om de straat opnieuw in te richten en tegelijkertijd een tender uit te schrijven, dat gaat uiteraard altijd gepaard met afstemming in de planning. Wij willen zo snel mogelijk woningen bieden voor de stad, als dat vanwege de inrichtingsplannen van de gemeente niet eerder kan dan moeten we dat gezamenlijk schuiven of kan de gemeente bv. op dit deel van de straat starten in 2025 en kunnen wij dan in 2026 starten met onze bouw.
De reactie van de gemeente: In de indieningsleidraad is aangegeven dat er werkzaamheden zijn aan de [locatie]. Omdat u in uw indiening 2026 en 2027 als één moment heeft genoemd, kan niet duidelijk uit uw indiening worden gehaald of er overlap zal zijn met de werkzaamheden aan de [locatie]. Hier zijn geen punten voor in aftrek genomen. Wel is onduidelijk op welke momenten in de jaren 2026 en 2027 welke acties staan te gebeuren. De gemeente had graag een specifiekere en gedetailleerdere planning gezien. Zoals ook benoemd in de brief en toegelicht in de beoordelingsrichtlijn heeft de gemeente uw Indiening op dit onderdeel in zijn totaliteit daarom als goed beoordeeld en niet als uitmuntend. Het is de gemeente niet duidelijk wat exact uw grief is bij deze score.
Paris proof (op dit onderdeel is uw indiening beoordeeld met een voldoende): (…)
U heeft het volgende aan gegeven: we hebben duidelijk benoemd dat het uitgangspunt voor het gebouw Paris Proof is, inclusief de CO2 norm van 175kg voor materiaalgebonden CO2 uitstoot en voor CO2 neutraal gaan wat betreft Energie, en expliciete maatregelen over hoe we dat gaan bereiken door middel van de materialen, bouwtechnieken en installaties. Ook benoemd; MPG voor materialen en BENG voor energie). (…)
De reactie van de gemeente: Wij zijn van mening een gedegen en eerlijke inhoudelijke beoordeling te hebben gedaan met betrekking tot het onderdeel Paris proof. We begrijpen ook dat de begeleidende brief wellicht niet helemaal scherp weerspiegeld wat deze beoordeling is geweest. Daarom lichten we graag toe hoe we hebben beoordeeld.
Uw beoordeling van de score voor Indieningscriterium 4 voldoende is het resultaat van meerder[e] aspecten zoals opgenomen in de indieningsleidraad 4.2.4.
In het criterium 4 Visie Paris Proof bouwen (20 punten) wordt verwezen naar de Nota van Uitgangspunten (Bijlage A bij de Indieningsleidraad). In paragraaf 5.1 van de Nota van Uitgangspunten staat vermeld welke rekenmethodieken gebruikt moeten worden om uw visie ten aanzien van energie en materiaal te onderbouwen en meetbaar te maken. Dat is voor energie kortweg BENG 2 op basis van NTA8800. Voor materialen betreft dit DGBC Paris Proof materiaalgebonden protocol (v 1.1). De rekenmethodieken die u voorstelt om uw visie op dit onderdeel te onderbouwen, namelijk BENG 03 en de MPG-methodiek, komen niet overeen met hetgeen uitgevraagd is in de Nota van Uitgangspunten.
In de Nota van Uitgangspunten staat hierover het volgende: Daarom is gekozen ten aanzien van de energiezuinigheid voor deze uitvraag gebruik te maken van de indicator BENG 2 – rekenmethodiek NTA8800.
Om alle Indieningen op gelijke wijze te kunnen beoordelen is het essentieel dat de aangeboden prestaties en onderbouwingen op basis van dezelfde rekenmethodiek gebeurd.
Op basis van deze analyse is het rapportcijfer bepaald aan de hand van de beoordelingsrichtlijn Indieningsleidraad, pagina 22, tabel 3. De beoordelingscommissie heeft overwogen om uw indiening op indieningscriterium 4 als onvoldoende te beoordelen, omdat de rekenmethodiek in uw indiening afwijkt van de beschreven methodiek in de Nota van Uitgangspunten. Uiteindelijk heeft de beoordelingscommissie geoordeeld dat dit mogelijk te zwaar zou doorwegen en zelfs disproportioneel zou kunnen zijn, omdat de indiening dan in zijn geheel als ongeldig verklaard zou moeten worden. Daarom heeft de beoordelingscommissie op indieningscriterium 4 een voldoende toegekend.”