ECLI:NL:RBROT:2025:3878

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 februari 2025
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
C/10/694159 / FA RK 25-1046
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van reclassering en strafrechtelijke voorwaarden

Op 25 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan over een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1983, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder alcoholmisbruik en een psychotische stoornis. De officier van justitie had op 12 februari 2025 een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, na een eerdere machtiging die op 30 augustus 2024 was verleend. Tijdens de mondelinge behandeling, die bij de betrokkene thuis plaatsvond, werd duidelijk dat zijn gedrag ernstige risico's met zich meebracht voor zijn omgeving en dat hij al langere tijd bekend was in de psychiatrie. Ondanks zijn pogingen om te stoppen met alcoholgebruik, was er nog steeds sprake van onacceptabel gedrag, wat leidde tot de conclusie dat verplichte zorg noodzakelijk was.

De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk waren om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de uitspraak, en bepaalde dat de maatregelen zoals opgenomen in de rechtsoverwegingen konden worden getroffen. De beschikking is op 25 februari 2025 mondeling gegeven door rechter S.L. Raphael en op 11 maart 2025 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/694159 / FA RK 25-1046
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 februari 2025 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1983, [geboorteplaats] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. H.M. Schwab te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 12 februari 2025.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 3 februari 2025;
  • de niet-ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 13 december 2024;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden bij betrokkene thuis op 25 februari 2025. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2] , verpleegkundige en tevens ambulant behandelaar en [naam 3] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige, beiden verbonden aan Antes;
  • [naam 4] , de officier (telefonisch), op verzoek van de rechtbank tijdens een deel van de mondelinge behandeling;
  • twee wijkagenten op verzoek van de behandelaren.

2.Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 30 augustus 2024 is op grond van artikel 6:4 Wvggz een zorgmachtiging verleend tot en met 28 februari 2025. De officier heeft op 12 februari 2025 een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten stoornis in het gebruik van alcohol en een psychotische stoornis.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige financiële schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is al langere tijd bekend in de psychiatrie. Hij heeft een aantal jaren een stabiel beeld laten zien bij het gebruik van medicatie. Hij is bekend in het veiligheidshuis in verband met onder andere huiselijk geweld. Hij heeft in zijn buurt onder invloed vernielingen aangericht aan auto's en voordeuren van woningen. Hij schreeuwt vanaf zijn balkon, door brievenbussen van anderen en vertoont seksueel overschrijdend gedrag naar buurtbewoners en hulpverleners. Wegens alcoholproblematiek is hij in juli 2023 weer aangemeld bij de GGZ. Betrokkene drinkt zo vaak en veel dat dit schade geeft aan zijn organen en hersenen. In 2023 zijn de meerdere (vrijwillige) opnames voortijdig beëindigd, waarna betrokkene weer terugviel in alcoholgebruik. In mei 2024 is hij door de crisisdienst beoordeeld, waarna de vrijwillige opname is beëindigd vanwege overschrijdend gedrag.
2.3.1.
Betrokkene vertelt tijdens de mondelinge behandeling dat hij zes weken weer thuis verblijft en dat hij gestopt is met drinken. Hij wil graag werken en zijn schulden oplossen. Afgelopen maanden is betrokkene meerdere keren besproken in veiligheidsoverleggen naar aanleiding van meldingen uit de omgeving. Toen het verzoek voor een zorgmachtiging werd ingediend verbleef betrokkene nog bij Fivoor. Ook op de afdeling gedroeg hij zich seksueel grensoverschrijdend en agressief naar de zorgverleners. Betrokkene is echter redelijk stabiel onder inname van Haloperidol. De laatste tijd was er wel meer samenwerking op de afdeling en betrokkene kon nog terug naar zijn eigen huis. Er zijn echter nog steeds veiligheidsrisico’s. Betrokkene wordt begeleid door de reclassering en aan zijn proeftijd zijn strafrechtelijke voorwaarden gesteld.
2.3.2.
De officier licht telefonisch toe dat de strafrechtelijke voorwaarden de zorg(machtiging) niet kunnen vervangen, en dat het juist van belang is dat het strafrechtelijke toezicht, de gezondheidszorg en de levensloopaanpak vanuit Antes naast elkaar bestaan en dat de verschillende behandelaren nauw contact met elkaar houden. Het doel is om betrokkene duurzame zorg te bieden en er samen voor te zorgen dat het leven van betrokkene en zijn omgeving zoveel mogelijk verbetert. Sinds zijn ontslag stromen er direct weer klachten binnen en zijn woning staat op het spel. Ook heeft hij tot nu toe nog geen ambulante zorg binnengelaten. Het ernstig nadeel is dus nog niet geweken.
2.4.
Om een crisissituatie af te wenden, ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Namens betrokkene wordt afwijzing van het verzoek bepleit. Betrokkene wil absoluut geen zorgmachtiging en stelt vrijwillig te willen meewerken aldus zijn advocaat. Betrokkene voegt daar zelf aan toe dat hij helemaal geen behandeling wil. Hij zegt dit niet nodig te hebben en ontkent dat er iets is voorgevallen sinds zijn ontslag. De rechtbank is van oordeel dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.6.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.7.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding en het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet is gemotiveerd.
2.8.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal aansluitend op een zorgmachtiging worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.6. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 februari 2026;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 25 februari 2025 mondeling gegeven door mr. S.L. Raphael, rechter, in tegenwoordigheid van F.A.L. Huigen, griffier, en op 11 maart 2025 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.