Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 maart 2025 op het verzet van
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, opposante
[geopposeerde], uit [plaatsnaam], geopposeerde
Inleiding
Het verzet van opposante
Beoordeling door de verzetrechter
Dat neemt niet weg dat opposante op de 8 resterende Woo-verzoeken nog moest beslissen, en als dat niet lukt, opposante een dwangsom van € 100,- verbeurt voor elke dag waarmee de beslistermijn wordt overschreden met een maximum van € 15.000,-. Dit is in lijn met wat in rechtsoverweging 5 van de uitspraak van 23 januari 2024 staat, met daarbij in acht genomen dat de dwangsom in gaat op het moment dat de beslistermijn in 1 van de 8 (in plaats van 16) wordt overschreden. In rechtsoverweging 8 van die uitspraak is een oordeel gegeven over de veroordeling in de proceskosten. Ook deze veroordeling zou met 8 beroepen niet-tijdig beslissen niet anders hebben geluid, nu nog steeds sprake is van vier of meer samenhangende zaken. Naar het oordeel van de verzetrechter leiden deze omstandigheden al met al niet tot een gegrondverklaring van het verzet van opposante.