ECLI:NL:RBROT:2025:3795

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 maart 2025
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
C/10/695865 / FA RK 25-1896
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1965 op Curaçao, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie. De rechtbank oordeelt dat een referteverklaring, die is gebaseerd op een aankondiging van de officier, niet kan worden geaccepteerd. De definitieve vormen van verplichte zorg worden pas duidelijk uit het verzoekschrift, dat op 12 maart 2025 is ingediend. De rechtbank heeft kennisgenomen van een aanvullende referteverklaring die op 20 maart 2025 is ondertekend, waarin betrokkene instemt met de verzochte zorg. De rechtbank concludeert dat de betrokkene zorg nodig heeft om ernstig nadeel af te wenden en zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, tot en met 24 maart 2026, en bepaalt dat de maatregelen zoals opgenomen in de beschikking kunnen worden getroffen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/695865 / FA RK 25-1896
Referentienummer: ZM/IND/161423
Beschikking van 24 maart 2025 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1965 te Curaçao, Nederlandse Antillen,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende te [verblijfplaats] ,
advocaat mr. K. Lammers-Roselaar te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 12 maart 2025 en
  • de (aangevulde) referteverklaring van betrokkene van 17 februari 2025, ondertekend op 20 maart 2025.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam] , psychiater, van 8 maart 2025;
  • de zorgkaart van 13 februari 2025;
  • het zorgplan van 12 februari 2025;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.

2.Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 12 april 2024 is op grond van artikel 6:4 Wvggz een zorgmachtiging verleend tot en met 12 april 2025. Op 12 maart 2025 heeft de officier tijdig een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden.
2.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de door de advocaat van betrokkene overgelegde referteverklaring. Deze referteverklaring was aanvankelijk door betrokkene en zijn advocaat getekend op 17 februari 2025 en daarmee vóór de indiening van het verzoekschrift van de officier. Navraag bij de advocaat leerde dat deze referteverklaring was gebaseerd op de aankondiging van de procedure tot verlenging van de zorgmachtiging. De rechtbank begrijpt dat daarmee gedoeld wordt op de aankondiging van de officier als bedoeld in artikel 5:4 lid 2 sub a Wvggz. In die aankondiging worden echter in de regel geen zorgvormen genoemd. De (definitief) verzochte vormen van verplichte zorg blijken pas uit het verzoekschrift. Dat verzoekschrift is binnengekomen op 12 maart 2025. Pas vanaf dat moment kan betrokkene geïnformeerd instemmen met de verzochte vormen van zorg.
Gelet op het voorgaande zijn betrokkene en zijn advocaat in de gelegenheid gesteld een aanvullende referteverklaring op te stellen. Dat is gebeurd en op 20 maart 2025 is de referteverklaring (opnieuw) ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat betrokkene kennis heeft genomen van het verzoek van de officier en dat betrokkene instemt met toewijzing van het verzoek tot een zorgmachtiging en met de hierin verzochte duur en vormen van verplichte zorg. Ook doet betrokkene afstand van zijn recht om tijdens de mondelinge behandeling te worden gehoord en van het recht een advocaat voor hem tijdens de mondelinge behandeling het woord te laten voeren.
2.3.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.5.
Om een crisissituatie af te wenden, ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Betrokkene stemt in met de volgende vormen van verplichte zorg, zoals verzocht in het verzoekschrift van de officier:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken.
2.7.
Momenteel verzet betrokkene zich niet tegen de zorg. Als betrokkene psychisch ontregeld raakt, verzet betrokkene zich echter wel tegen de zorg. Om deze redenen is verplichte zorg noodzakelijk.
2.8.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal aansluitend op een zorgmachtiging worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.6. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 maart 2026.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M. Moerman, rechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van T.M. Helleman, griffier op 24 maart 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.