In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 13 maart 2025, is het verzoek van de man om gezamenlijk gezag over hun minderjarige kind toegekend. De vrouw, die tot nu toe alleen het gezag uitoefende, had verzet aangetekend tegen dit verzoek, met de vrees dat de minderjarige klem of verloren zou raken tussen de ouders. De rechtbank oordeelt echter dat de angst van de vrouw niet voldoende is om het verzoek af te wijzen, vooral gezien de verbeterde communicatie tussen de ouders door hulpverlening. De rechtbank wijst het verzoek van de man toe, waarbij het gezamenlijk gezag over de minderjarige wordt vastgesteld.
Daarnaast is er een zorgregeling vastgesteld. De vrouw had verzocht om een regeling waarbij de minderjarige om de week bij de man verblijft, terwijl de man een meer flexibele regeling voorstelde. De rechtbank oordeelt dat de huidige zorgregeling, die al enige tijd in uitvoering is, het beste aansluit bij de behoeften van de minderjarige. De rechtbank stelt vast dat de minderjarige om de week van donderdagavond na de voetbaltraining tot dinsdagavond na de voetbaltraining bij de man verblijft, en dat hij de tweede helft van alle schoolvakanties en feestdagen met beide ouders doorbrengt. De rechtbank benadrukt dat de ouders in overleg met de hulpverlening tot andere afspraken kunnen komen, maar dat de huidige regeling voorlopig van kracht blijft. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.