In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 5 maart 2025, wordt een verzoek om voorlopige voorzieningen behandeld in het kader van een echtscheidingsprocedure. De vrouw heeft verzocht om de voorlopige toevertrouwing van de minderjarige aan haar, terwijl de man verzoekt om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 19 februari 2025 gehouden, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren. De minderjarige is in de gelegenheid gesteld haar mening te uiten, en de raad voor de kinderbescherming was ook betrokken als adviseur.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw een alternatieve verblijfplaats heeft bij haar moeder, terwijl de man in de echtelijke woning verblijft. Gezien de verstoorde verhoudingen en het geweld dat tussen partijen heeft plaatsgevonden, heeft de rechtbank besloten dat het belang van de minderjarige en de vrouw niet opweegt tegen dat van de man, die het uitsluitend gebruik van de woning krijgt toegewezen. De vrouw krijgt de tijd om haar persoonlijke spullen uit de woning te halen.
Daarnaast is er overeenstemming bereikt over de kinderbijdrage, maar het verzoek van de vrouw om een partnerbijdrage van € 750,- per maand is afgewezen, omdat zij niet heeft voldaan aan haar stelplicht. De rechtbank heeft bepaald dat elke partij zijn eigen proceskosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en de rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om meer of anders te verzoekt afgewezen.