In deze zaak vorderde ZBI Fondsmanagement GmbH betaling van een huurachterstand van € 13.278,- van [persoon B], die ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst onder bewind stond. De huurovereenkomst was gesloten op 6 april 2022, maar ZEKER Financiële Zorgverlening B.V., de bewindvoerder van [persoon B], betwistte de rechtsgeldigheid van deze overeenkomst. ZEKER stelde dat er nooit een huurovereenkomst tot stand was gekomen, omdat [persoon B] niet bekend was met het adres van de woning en dat de overeenkomst was gesloten zonder medewerking van de bewindvoerder, wat in strijd is met de wet. De kantonrechter oordeelde dat ZBI het bewind kende of had behoren te kennen, aangezien het bewind was gepubliceerd in het Centrale curatele- en bewindregister. Hierdoor was de huurovereenkomst niet rechtsgeldig en werd de vordering van ZBI afgewezen. De proceskosten werden aan ZBI opgelegd, omdat zij ongelijk kreeg in de procedure. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.